Dossier /
De magie van 10 in de Scandinavische misdaadliteratuur
Het is 1965 als Roseanna (De vrouw in het Götakanaal) wordt uitgegeven. Met dit boek schenken Maj Sjöwall en Per Wahlöö het leven aan inspecteur (later commissaris) Martin Beck. Het staat op dat moment al vast dat hij in nog negen andere delen de strijd met de misdaad mag aangaan. Beide auteurs zijn namelijk heel stellig als hun tijdens interviews wordt gevraagd hoe vaak de lezers nog meer van Beck kunnen gaan genieten: “Tien, en nooit meer dan tien!”. En ze houden woord, al had dit ook niet anders gekund. Kort nadat in 1975 het tiende Beck-verhaal, Terroristerna (De terroristen), verschijnt, overlijdt Per Wahlöö. Voor Maj Sjöwall des te meer reden het voor gezien te houden.
Sindsdien zijn er heel wat Scandinavische thrillerauteurs bij gekomen. Velen met een speurder à la Beck. Jan Guillou bedacht de militaire spion Coq Rouge, Henning Mankell ging voor politie-inspecteur Kurt Wallander, Håkan Nesser zag vooral brood in de gepensioneerde commissaris Van Veeteren, terwijl Unni Lindell met politie-inspecteur Cato Isaksen de hoogste ogen dacht te gooien. En zo zijn er nog vele andere auteurs die het voorbeeld volgden: Åke Edwardson, Liza Marklund, Helene Tursten, Jo Nesbø, Mari Jungstedt, Arne Dahl, Kjell Eriksson, Karin Fossum, Gunnar Staalesen, Arnaldur Indridason en Anna Jansson.
Sjöwall & Wahlöö zullen onder een gelukkig gesternte geboren zijn, want velen van de auteurs blijken voorbeeldige discipelen te zijn die het nut van tradities heel goed inzien. Op wat uitzonderingen na, wijst het diepgaande onderzoek van Robert Van der Meiren uit. Lees er alles over in zijn dossier.
Naar het uitgebreide Hebban Dossier
Dubbelhandig! Onder het menu 'Boeken' vind je een rubriek 'Handig' met hierin een overzicht van de speciale onderdelen op Hebban, denk aan het up-to-date seriepersonages-overzicht, de bekroonde- en verfilmde boeken en een overzicht van uitgebreide dossiers.