Column /
De Nederlandse Tolkien: Tonke Dragt?
In dit vierde en voorlaatste deel de vraag: is Tonke Dragt de Nederlandse Tolkien? De andere delen lees je hier:
Deel 1: Marten Toonder
Deel 2: Paul Biegel
Deel 3: Jean Dulieu
Deel 5: Harrie Geelen
Deel 6: En de winnaar is... (alhoewel)
De eerste vrouw die ik in deze serie noem, en ze lijkt een behoorlijke titelkandidaat. Haar beroemdste boek, De brief voor de koning, gaat evenals The Lord of the Rings over een queeste door gevaarlijk gebied die een oorlog moet voorkomen. En het is net als LotR zeer succesvol: bekroond zelfs met de Griffel der Griffels, voor de beste Gouden Griffelwinnaar aller tijden dus.
Ook De brief voor de koning kent een landkaart voor in het boek, van denkbeeldige middeleeuwse landen. Tiuri wordt niet door Zwarte, maar door Rode Ruiters achtervolgd, maar dat is meer een overeenkomst dan een verschil. In het vervolg op dit boek, Geheimen van het Wilde Woud, dwaalt Tiuri door grote bossen waar geheimzinnige Mannen in het Groen blijken te wonen. Parallellen met Tolkiens boselven en enten liggen voor de hand.
Een eerder boek van de schrijfster, Verhalen van de tweelingbroers, speelt zich in een meer zuidelijke, mediterrane omgeving af, hoewel ook hier de geografie gefingeerd is. Hier volgt Tonke Dragt op een andere manier in Tolkiens voetspoor: net als hij gebruikt ze elementen uit volksverhalen, vooral sprookjes en sagen, om daar haar eigen verhalen van te maken.
Dan is er nog de veel latere verhalenbundel Het gevaarlijke venster, waarin zelfs het rijk van Unauwen uit De brief voor de koning ergens wordt genoemd. Hiermee houden de parallellen met Tolkien ook wel op: verder schreef ze De Zevensprong, dat zich rond 1960 in Oost-Nederland afspeelt, en een groot aantal sf-boeken.
Nu is dat kleine aantal voorbeelden niet zo’n probleem: voor veel mensen is Tolkien ook de schrijver van The Hobbit en The Lord of the Rings, terwijl de rest van zijn oeuvre voor uitgesproken liefhebbers is. Een heel ander punt is bezwaarlijker: Tonke Dragt lijkt alle bovennatuurlijks, iedere toverij, alle fabelwezens in haar boeken te mijden. Bovengenoemde Mannen in het Groen mogen dan verborgen in het woud wonen, het zijn gewoon mensen. In het Tweelingbroers-verhaal ‘De herberg van Elvegast’ blijken allerlei spookverschijnselen op volmaakt natuurlijke wijze in scène te zijn gezet. Alleen in De Zevensprong komt een reeks voorspellingen op wonderbaarlijke wijze uit, des te opvallender omdat dat in een heel alledaagse omgeving speelt. Maar voor de rest: iemand die op deze punten zo strak aan realisme vasthoudt, ligt wel heel ver van Tolkien verwijderd.
De brief voor de koning met The Lord of the Rings vergelijken kan ook averechts uitpakken: de boeken lijken iets té veel op elkaar. Tonke Dragt had ongetwijfeld Tolkiens meesterwerk gelezen toen ze aan haar jeugdboek begon. Haar boek is ook in die zin meer een jeugdboek, dat het bijna iets ouderwets-educatiefs heeft, als een jaren ‘60-kinderboek over ‘hoe de middeleeuwen eruit zagen’, ook al heeft ze de hele omgeving verzonnen. Het hele dilemma over ridderlijkheid aan het eind van het boek is nadrukkelijk moralistisch, veel nadrukkelijker dan Tolkien dat ooit zou zijn. Het vervolg, Geheimen van het Wilde Woud, heeft meer een eigen karakter, lijkt zelfstandiger geschreven te zijn en persoonlijk vind ik het beter (zeldzaam voor het tweede deel in een reeks).
Ondanks een aantal overeenkomsten denk ik dus dat we Tonke Dragt geen dienst zouden bewijzen als we haar de Nederlandse Tolkien zouden noemen.
Lees verder in deel 5.
Eisso Post is schrijver van fictie (o.a. De nutvolle Pikku) en non-fictie (o.a. Schrijven met het Oerverhaal), vertaler (o.a. Leviathan Ontwaakt), performer en eigenaar van schrijfbegeleidingsbureau Pterodactylus.
Lees hier een aantal van Eisso's korte verhalen in twee nieuwe ebookbundels: Een kans en Glas. Beide fantasierijke bundels staan op Smashwords, dus je kunt een aantal bladzijden gratis lezen, voordat je ze aanschaft.