De onopgeloste zaken van Jussi Adler-Olsen
Geen klassieke Scandinavische crime
De Deen Carl Valdemar Henry Jussi Adler-Olsen begon zijn carrière echter niet meteen als schrijver van bloedstollende thrillers. Na zijn studie werkte Adler-Olsen als uitgever in zijn uitgeverij, werkte als vertaler en editor in zijn vrije tijd, en schreef non-fictie en scenario’s voor stripverhalen. Het keerpunt kwam halverwege de jaren ’90 toen hij besloot om zich fulltime tot het schrijversvak te richten. Met Het Alfabethuis debuteerde Adler-Olsen als fictieschrijver op vijftigjarige leeftijd, een huiveringwekkende roman over twee Engelse soldaten die zich aan het einde van de Tweede Wereldoorlog staande houden in een psychiatrisch ziekenhuis in vijandig Duitsland. Ondanks dat de Deen eindelijk kon doen waarvan hij stiekem droomde, namelijk schrijven gehuld in pyjama op momenten wanneer hij daar zelf zin in had, nam het boek niet de bestsellerlijsten over. De positieve recensies van zijn Nederlandse lezerspubliek gaven hem echter het juiste duwtje in de rug om de pen niet defintief neer te leggen.
De grote doorbraak volgde in 2007 met de publicatie van De vrouw in de kooi, het eerste deel in de reeks over Afdeling Q, een sectie binnen de Deense politie die wordt belast met onopgeloste moordzaken. Met iedere thriller die de Deen uitbrengt lijkt de actualiteit er later naadloos op aan te sluiten. Zo schreef hij De vrouw in de kooi lang voordat de zaak Natascha Kampusch het nieuws haalde en verscheen zijn thriller De bedrijfsterrorist enkele maanden voor de aanslagen van 11 september. De auteur ziet zijn spannende boeken dan ook niet als klassieke Scandinavische crime verklaarde hij tegenover Crimezone in 2010:
‘Ik schrijf in Serie Q wel over Deense omstandigheden, omdat ik wat meer contact met mijn lezers zocht, maar ik wilde ook vooral mijn ongenoegen kwijt over de politieke ontwikkelingen in Denemarken. Vandaar dat de hoofdpersoon, Carl Mørck, absoluut een type Scandinavische speurder is, maar er gebeurt meer dan in een ‘gewone’ thriller. Daarin draait het er altijd om dat de misdaad wordt opgelost. Natuurlijk gebeurt dat in mijn boeken ook, maar daarnaast gaat het er in mijn verhalen om dat er geprobeerd wordt een nieuwe misdaad te voorkomen. Dat is een groot verschil.’
Onrechtvaardigheid
Een universeel thema in het werk van de Deense schrijver is onrechtvaardigheid dat onder meer in de Q-serie van meerdere kanten wordt belicht. Zo verklaarde hij tegenover Crimezone: ‘Ik ben iemand die veel nadenkt over de onrechtvaardigheid en imperfectie van mensen. Je hoeft de krant maar open te slaan of het journaal te kijken en je ziet dat er geen grenzen zijn aan wat mensen elkaar kunnen aandoen. En tegelijkertijd kan ik elke dag genieten van de geweldig mooie dingen die diezelfde mensen bedenken en doen. Die tweezijdigheid van mensen fascineert me en dat probeer ik mee te nemen als ik schrijf.’
Kenmerkend voor het werk van Adler-Olsen is de aandacht van voor de psychologische kanten van de misdaden die gepleegd worden. Zo vond hij het belangrijk dat de lezer sympathie voor de moordenaar in De noodkreet in de fles kreeg, ondanks dat de daden van deze persoon niet goedgekeurd kunnen worden. Daarvoor baseert de schrijver zich op de zienswijze van Alfred Hitchcock:
‘Besteed de grootste zorg aan de gezichtspunten van je karakters. Kruip in het hoofd van je karakters. Bekijk de gebeurtenissen door hun ogen, beleef hun angsten mee vanuit hun gevoel. Zorg ervoor dat de lezers één zijn met je personages.’
In de kelder van Afdeling Q
De lezer die in het eerste deel is afgedaald in de donkere kelder van Afdeling Q heeft ook kennisgemaakt met de mopperige rechercheur Carl Mørck die zijn dagen vult met ironische opmerkingen maar vastberaden is om een onopgeloste zaak tot een goed einde te brengen. Een seriepersonage dat is ontstaan door een bijzondere gebeurtenis in de jeugd van Adler-Olsen, die als zoon van een psychiatrisch arts opgroeide in de wonderbaarlijke omgeving van een inrichting en daar kennismaakte met meneer Mørk, een boomlange vent van 2.05 meter. ‘Ik was onder de indruk van deze zachtaardige man,’ schrijft de Deen op zijn website, ‘later vertelde mijn vader dat hij zijn echtgenote vermoord had. Hierdoor leerde ik dat het goede en slechte basiselementen van ons karakter zijn maar het juist de omstandigheden zijn die ons gedrag bepalen. En zo heb ik ook het karakter van mijn hoofdpersonage samengesteld, dat er schaduwkanten zijn die niet meteen zichtbaar zijn.’
Eeuwige brompot Carl wordt bijgestaand door Assad, een Syrische man die alle (politie)regels aan zijn laars lapt en zelfs een mysterie is voor zijn collega's, die vermoeden dat hij op het politiebureau slaapt. Desondanks heeft Assad een verrassende blik op het leven en zijn de intermezzo's tussen hem en Carl memorabel in de thrillerreeks. Voeg daar nog het eigenzinnig punkmeisje aan Rose toe die ook tussen de archieven op het Deense politiebureau wandelt en een karakteristieke club aan personages verovert het thrillergenre. Zo ook in het zojuist verschenen zevende deel Selfies, waarin de teamleden opnieuw geconfronteerd worden met een aantal brute moorden in Kopenhagen. Daarnaast is er ook zwaar weer in de persoonlijke kring van de personages. Kunnen zij de toekomst van afdeling Q veilig stellen?
Met de totstandkoming van zijn originele thrillerreeks wordt Adler-Olsen ook wel de ongekroonde koning van de Scandinavische misdaadliteratuur genoemd. Van al zijn boeken werden alleen in Nederland al meer dan 800.000 exemplaren verkocht.
Giveaway!
Na het lezen van dit dossier enthousiast geworden over de thrillers van Jussi Adler-Olsen, of ben je stiekem een die-hard fan van de Q-serie? Goed nieuws! Op Hebban maak je nu kans op een exemplaar van Selfies, het nieuwe deel in de thrillerreeks. Bekijk het kader rechts naast dit dossier voor meer informatie en doe mee!
(Auteursfoto in header: Robin Skjoldborg)