Interview /
De tekentafel: illustrator Esther Leeuwrik
Het licht filosofische prentenboek Ergens is het postuum uitgegeven debuut van schrijfster Judith Kunkeler (1952-2003). Zij volgde in Nederland, Amerika en Engeland verschillende studies in de antroposofie. In die tijd schreef ze haar nichtjes kaarten met korte verhaaltjes en daagde hen uit om hetzelfde te doen. Op 51-jarige leeftijd overleed Judith aan de gevolgen van MS. In 2015 verscheen haar eerste prentenboek, waarbij illustrator Esther Leeuwrik de prachtige tekeningen maakte.
In Ergens gaat de kleine Eva op zoek naar ‘nergens’. Eerst kan ze pijlen en bordjes volgen, maar die lijken nergens toe te leiden. Dan komt ze terecht in een hal waar voorwerpen, dieren én mensen worden bewaard die zijn kwijtgeraakt. Sommige verdwijnen weer, omdat ze gevonden worden. Maar wat gebeurt er als je voor altíjd kwijt bent? Ben je dan nog ergens? Esther Leeuwrik vulde het bijzondere verhaal aan met lichte, luchtige illustraties.
Ik begon met illustreren toen…
‘... mijn jongste dochter Nynke werd geboren, in 2011. Haar geboortekaartje was de eerste illustratie die ik maakte. Daarvoor werkte ik in het voortgezet onderwijs. Tekenen deed ik eigenlijk al jaren niet meer. Als kind heb ik wel veel getekend, maar ik heb altijd gedacht dat een carrière als illustrator er niet in zou zitten en ik heb ook geen kunstopleiding gedaan. In plaats daarvan heb ik mijn passie voor taal en boeken gevolgd en ben ik lerares Nederlands geworden. Ook een heel mooi vak!
Na de geboorte van Nynke had ik een jaar ouderschapsverlof. Die periode heb ik gebruikt om, als zij sliep, het tekenen weer op te pakken en uit te zoeken of ik daar misschien toch iets mee zou kunnen doen. Ik heb toen mijn portfolio opgestuurd naar een aantal uitgevers en kreeg mijn eerste opdracht.’
Mijn eerste publicatie…
‘... was Ik stuur je de zon, het actieboek voor de christelijke kinderboekenmaand in 2012, uitgegeven door Ark Media. Daar heb ik veel geluk mee gehad: mijn portfolio lag precies op het goede moment op het bureau van de uitgever, die op zoek was naar een illustrator bij het verhaal van Willemijn de Weerd. De uitgever zag het zitten om met een beginnende illustrator samen te werken en zo kreeg ik de kans om een eerste prentenboek te illustreren. Omdat Ik stuur je de zon actieboek was, heeft het veel aandacht gekregen en daardoor kreeg ik al snel meer opdrachten.’
Ik werk het liefst met…
‘... pen, inkt en aquarelverf en soms ook met kleurpotlood. Ik houd ervan om verschillende materialen met elkaar te combineren. De afgelopen jaren heb ik van alles uitgeprobeerd, maar ik kom steeds weer terug bij tekenpennen, inkt en aquarelverf. Ik houd van het precieze van fijne tekenlijnen in combinatie met het grillige van waterverf en het knallende van inkt. Mijn tekeningen bestaan vaak uit verschillende lagen over elkaar heen en ik vind het leuk om te spelen met die gelaagdheid. Deze materialen passen daar goed bij.’
Het meest trots ben ik op….
‘... ik was best trots toen ik een van de winnaars was van de illustratiewedstrijd van Lemniscaat in 2014. Dat was heel onverwacht. Natuurlijk had ik meegedaan omdat ik graag mijn werk wilde laten zien en omdat het leuk zou zijn om te winnen (ik denk dat iedereen die meedeed daar wel van droomde), maar ik had het vooral ook als een stok achter de deur gebruikt om eens vrij werk te maken. Het was echt iets van mezelf, helemaal zoals ik dat zelf graag wilde en ook een beetje anders dan hoe ik daarvoor werkte. Bij opdrachten die ik tot dan toe kreeg was er niet zoveel ruimte om te experimenteren. Het was heel gaaf dat die tekeningen mooi genoeg waren om bij de winnaars te horen.
Mijn inzending heb ik ook gebruikt in mijn portfolio om weer nieuwe dingen te laten zien aan uitgevers en dat heeft geleid tot de opdracht voor het prentenboek Ergens, bij de Vier Windstreken. Dat is het boek waarop ik tot nu toe het meest trots ben. Het is een heel bijzonder prentenboek met een niet alledaags, wat filosofisch verhaal over het vinden van een plek waar je mag zijn en waar je geliefd bent. Het is een boek om op je in te laten werken en langer over na te denken. Ik houd daar zelf van en vond het gaaf om aan zo'n boek mee te werken.
Van de uitgever kreeg ik veel vrijheid en vertrouwen bij het maken van de illustraties en ze hadden gelukkig veel geduld, want het maken duurde langer dan ik van tevoren voorzien had. In de periode dat ik aan het boek werkte werd ik ook zwanger van ons derde kindje. Maar na ongeveer een jaar was het boek af en toen onze zoon geboren werd, lag precies ook dit boek in de winkels. Mijn dochters van 7 en 4 zijn mijn kritische meekijkers en zij vinden het boek ook erg mooi gelukkig.’
De illustraties waar ik met het meeste plezier aan werk…
‘... zijn illustraties voor prentenboeken. Je kunt je dan heerlijk uitleven met sfeer en details op volle platen met een mooi formaat. Het mooie aan prentenboeken is dat je als illustrator echt meer maakt dan alleen een plaatje bij een verhaal. De illustraties vormen zelf ook een verhaal. Je vertelt door te laten zien en als het goed is vullen de tekeningen en de tekst van het boek elkaar aan.’
De fijnste opdrachten om te doen…
‘... zijn opdrachten waarbij je veel vrijheid krijgt bij het maken van de tekeningen, zoals bij het prentenboek Ergens. Je kunt dan helemaal opgaan in het proces en al je creativiteit in de strijd gooien. Het is heerlijk om beelden die in je hoofd ontstaan op papier 'echt' te zien worden. Van tevoren denk ik goed na over wat ik precies over wil brengen en een tekening is gelukt als iemand anders dat er ook ongeveer uithaalt. Als je veel ruimte krijgt kun je echt alles uit de kast halen en uitproberen om iets speciaals te maken. Mij lukt het dan ook het beste om sterke beelden te maken. Als het van tevoren al een beetje vast ligt wat ik moet tekenen, vind ik dat soms lastig, hoewel die uitdaging ook wel weer stimulerend kan zijn.’
Het verschil tussen het werken in opdracht en vrij werk…
‘Het is eigenlijk precies zoals het klinkt: vrij werk maken is heerlijk vrij. Je kunt een eigen concept helemaal uitwerken en van alles uitproberen. Met vrij werk kun je volop experimenteren en zoeken naar wat je wilt maken. Omdat ik geen kunstopleiding gedaan heb, moet ik alles in de praktijk leren en ik kan mezelf nog veel meer ontwikkelen als tekenaar. Daarvoor gebruik ik vooral mijn vrije werk. In het begin heb ik meteen best veel opdrachten gekregen. Dat was heel prettig, vooral voor mijn zelfvertrouwen, maar de oefenruimte die vrij werken biedt is heel waardevol en heb ik ook nodig.
Maar werken in opdracht is heel fijn. Zeker als je een mooi en goed verhaal krijgt dat je mag illustreren. Het is een uitdaging om dat aan te vullen met je tekeningen.’
Het werken met de computer vind ik een voordeel / nadeel, want….
‘Eigenlijk ben ik daar nog niet helemaal uit. Ik maak in ieder geval geen volledig digitale illustraties, omdat ik het mooi vind om 'echt' tekenwerk te zien in mijn tekeningen. Digitaal kun je natuurlijk net zo echt tekenen, maar het heeft toch een andere sfeer. Wat ik soms wel doe, als ik werk digitaal aanlever, is mijn tekeningen in delen maken en op de computer bewerken, zodat mijn zwarte lijntjes mooi zwart zijn en de kleur mooi gekleurd. Ik kan dan meteen ook eventueel wat kleine dingetjes corrigeren.
Het grote nadeel van die manier van werken is dat je geen 'origineel werk' hebt. Je hebt niet dat grote vel papier met je illustratie erop, maar een digitaal bestandje. Dat grote vel papier met die tekening trekt toch, merk ik de laatste tijd. Ik vind het steeds fijner om toch gewoon alles op papier te maken en een stapel tekeningen in te leveren bij een uitgever. Dat geeft het lekkerste tekengevoel.’
De aandacht voor illustratoren in het boekenvak vind ik…
‘Zelf ervaar ik voldoende waardering voor mijn rol als illustrator, in ieder geval vanuit het boekenvak zelf. Bij het leespubliek sta je iets vaker achter de schrijver (of word je helemaal niet genoemd), maar eerlijk gezegd vind ik dat soms best wel een lekker plekje. Het liefst zit ik achter mijn tafel te tekenen en als een boek klaar is, dan wil ik ook graag wel weer verder met het volgende. Ik vind het dan wel prima als de aandacht dan vooral naar de schrijver van een boek gaat. Maar toch is het dan wel leuk als je soms als illustrator expliciet genoemd wordt, in een mooie recensie bijvoorbeeld.’
Ik zou willen dat ik deze boekenreeks had mogen illustreren:
‘Mijn favoriete boeken, waar ik met een milde jaloezie naar kijk, zijn boeken die ik juist mooi vind omdat ze door anderen zijn geïllustreerd. Bijvoorbeeld de boeken van Annemarie van Haeringen, Marije Tolman en Marit Törnqvist. Het zijn tekenaars die ik bewonder en waar ik veel van leer door naar hun werk te kijken en ik zou die boeken dus niet zelf gemaakt willen hebben. Zelfs Jip en Janneke niet, want die zijn juist zo leuk omdat Fiep Westendorp ze heeft getekend.
Natuurlijk heb ik wel dromen en ideeën over wat ik nog zou willen maken, schrijvers waarmee ik zou willen werken en uitgevers waarvoor ik zou willen tekenen. In ieder geval lijkt het me heel gaaf om een keer poëzie te illustreren en een mooi kijkboek te maken. En ooit wil ik wel een kinderbijbel maken. Maar bovenaan mijn lijstje staat nu eerst het (af)maken van een eigen prentenboek, helemaal van mijzelf. Daar ga ik de komende tijd mee aan de slag.’
Vanaf donderdag 21 januari tot en met zondag 6 maart zijn de originele illustraties van Ergens te zien in het Oude Raadhuis van Aalsmeer.
Foto’s en illustraties: © Esther Leeuwrik