De toekomst van het literatuuronderwijs
Toekomst leesonderwijs: wat wordt de politieke agenda?
Het huidige literatuuronderwijs ontbeert systematiek, meent Frans-Willem Korsten, hoogleraar Literatuur en Samenleving aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en Film- en Literatuurwetenschap aan de Universiteit Leiden. ‘Universitair docenten kunnen er niet langer van uitgaan dat studenten collectief een bepaald boek gelezen hebben’, licht hij toe. ‘Toen ik op de middelbare school zat, werd literatuur onderwezen aan de hand van historische periodes, waar bepaalde werken bij hoorden. Daardoor kom je met een bepaalde voorkennis op de universiteit. Door een complex van factoren - doordat op school ook allerlei andere kunstvormen behandeld worden (het vak cultureel kunstzinnige vorming, bijvoorbeeld, wordt pas sinds 1999 gegeven, red.), tot de mogelijkheid verschillende benaderingen te kiezen (historisch, conceptueel, narratologisch) - wordt literatuur op de middelbare school niet systematisch onderwezen. In plaats van een centrale, systematische benadering, kiezen scholen zelf hoe ze literatuureducatie vormgeven, vaak op basis van de expertise van de docent.’
Kortom, literatuuronderwijs wordt aan het toeval overgelaten. ‘Over de vraag hoe erg dat is, kun je lamenteren’, zegt Korsten. ‘Geesteswetenschappen kunnen een belangrijke rol spelen als er een breed gedragen politieke agenda is. Denk aan de vorming van de natiestaat in de negentiende eeuw, waarin literatuur een dragende maatschappelijke rol kreeg. Literatuur werd de drager van de nationale gedachte, het werd gebruikt om eenheid te creëren. Vanaf de jaren zeventig is dat geïmplodeerd door het ontstaan van een wild woud aan culturele verschijningsvormen. De huidige maatschappij kolkt van verschillende belangen. Er is sprake van archipelisering: de samenleving is als een oceaan vol kleine eilandjes; als je weet waar iets goeds gebeurt, dan ga je daar heen. Ieder eilandje gaat meer uit van de eigen geschiedenis, waardoor een cultuur ontstaat die niet langer geschaakt wordt door nationale agenda’s. Het voordeel is dat het mooi is om een enorm rijk en divers cultureel veld te hebben. Het nadeel is dat het fout kan gaan, als er geen inspirerende collectieve cultuur heerst.’
De toekomst van literatuuronderwijs hangt volgens Korsten samen met de rol die de geesteswetenschappen krijgen toegedicht op de politieke agenda. ‘De staat heeft zijn kadrerende functie opgegeven’, licht hij toe. ‘Door het beleid van Halbe Zijlstra (staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap tijdens kabinet Rutte-I, red.) is duidelijk geworden dat de overheid zich niet de taak toebedeelt om cultuur te bevorderen of uit te dragen. Cultuur is een zaak van de mensen zelf geworden.’ Ondanks dat iedereen op zijn eigen “eilandje” cultuur consumeert, ziet Korsten geen reden om somber te zijn. ‘Zolang de vraag wat we gemeenschappelijk hebben niet prangend is, kan het lang goed gaan. En misschien lezen mensen wel meer dan ooit, achter hun schermpjes. Lezen heeft alleen een andere functie en een andere rol gekregen.’
Vanwege het reces is er nog geen reactie gekomen vanuit het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Lees verder: De belangrijkste voordelen van lezen en scholieren aan het woord