Meer dan 5,9 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Terug

Lezen /

De verdwijning van Miss Miller (deel 7)

door Hebban Crew
Anita Larkens debuteerde eind 2013 met de psychologische thriller ‘Schaduwdochter’ (De Crime Compagnie), in e-book uitgave. In januari 2015 volgt de paperback. Deze is nu al vooruit te bestellen bij alle boekhandels. Voor Hebban|Crimezone bewerkte Anita een niet eerder gepubliceerd verhaal, dat ze begin 2011 schreef. ‘De verdwijning van Miss Miller’ beschrijft de mysterieuze verdwijning van detectiveschrijfster Agatha Christie in december 1926. Alle plaatsen (en de gebeurtenissen die aan de verdwijning voorafgingen) zijn waarheidsgetrouw, de invulling van de plot is fictief. Er is een tweede verhaallijn over de verdwijning van de 16-jarige Emma Alice Smith, op basis van feiten die bekend zijn, aangevuld met een mogelijk scenario voor wat heeft plaatsgevonden. Twee verdwijningen, in dezelfde periode, op dezelfde route.

Hoofdstuk 7
MANUSCRIPT VAN EEN MOORD

De tweede Martini smaakte altijd het beste. Ik nipte van het schijfje citroen en rilde. Ik was op het punt gekomen dat ik niet langer achterom keek. Het was middernacht en ik wachtte op Archie. De meeste dansparen waren vertrokken, en de orkestleden speelden vermoeid de laatste deuntjes. Ik wankelde van de stoel. Het had weinig gescheeld of ik viel tegen de piano. De banjospeler, die ernaast zat, knipoogde tegen me. Ik draaide me beschaamd naar de uitgang. Nog geen Archie.
Op mijn kamer was het zo donker dat ik op de tast het bed moest zoeken. Ik was vergeten waar de lichtknop zat. Ik was zelfs niet zeker of dit mijn kamer was, maar de sleutel paste. Ik had nog steeds veel te weinig gegeten. Daardoor had de Martini het effect van een harde klap op het hoofd. Alles draaide en ik wist niet of ik wakker was of droomde.

Mijn maag had het zwaar te verduren. Door mijn kater miste ik het ontbijt. Ik nam mijn toevlucht tot een sandwichkraam in het park. Het was zondag en gezinnen met kinderen bevolkten de gazons. De zon scheen, het gras was nog hard maar groen. Hier en daar zag ik bloembakken met rode en roze bloeiende planten erin.
Ik wandelde zonder duidelijke bestemming. De vele bankjes vormden een welkom rustpunt en voor ik het doorhad, was het laat in de middag. Ik liep terug door Crescent Garden, langs de fameuze koepel van de Old Sulphur Well, over Swan Road naar het hotel. Tegen beter weten in verwachtte ik Archie daar aan te treffen. We zouden vergeten en vergeven en de hele avond dansen, terwijl iedereen naar ons keek. Ik stelde me mijn triomf voor als dame van het bal, in de armen van mijn charmante echtgenoot. Maar bij binnenkomst trof ik slechts de receptionist, die mij groette met een beleefd knikje.

Die avond nam ik de benen. Ik wilde de vernedering niet langer voelen. Daarom nam ik mijn toevlucht tot dubieuze jazzclubs, waar ik met iedereen danste die me wilde hebben. Ik dronk meer dan goed voor me was. Ik kwam zelfs in de verleiding om met een andere verloren ziel mee te gaan, naar een kamer waarin we dingen zouden doen die niet vergeten en vergeven konden worden. In plaats daarvan nam ik rond middernacht een taxi naar het Hydro, en deed de hele weg schietgebedjes voor de verschijning van Archie.

Archie kwam niet. Die nacht niet, de volgende dag en de dagen erna niet. Ik liep vele malen naar beneden om te vragen of er post was. Misschien had Archie een aanwijzing gestuurd en zat ik gewoon op de verkeerde plek. Maar de receptionist, een goedhartige Schot, schudde steeds het welwillende hoofd en zei: ‘Het spijt me Mrs. Neele, geen post vandaag.’
Ook hij hield de hoop in leven dat morgen alles beter zou zijn. De tweede dag had hij voorzichtig geïnformeerd wanneer Mr. Neele zou komen, maar daarna ¬– alsof hij zich bij mijn lot had neergelegd – was er slechts die droevige blik om mijn verscheurde illusie.
Ik keek niet meer wanneer ik door de parken liep. Ik zette voet voor voet, als om te tijd voort te duwen. Hoe langer ik wegbleef, des te groter mijn verwachting. Maar Archie kwam niet.
Ik verzon redenen waarom hij niet kwam, variërend van een treinstaking – er was immers de grote staking geweest dit voorjaar, van mijnwerkers weliswaar, maar op een haar na ook van andere arbeidersgroepen – tot aan een slepende ziekte. In gedachten spon ik verhalen aan elkaar, zodat ik ’s nachts, als ik mijn bedwelmde slaap sliep, tot hartverscheurende verzoeningen met Archie kwam. ’s Ochtends hield ik vast aan mijn onmetelijk geluksgevoel, tot de werkelijkheid binnendruppelde als een harde, snijdende hagelbui.
Ik voelde verdriet voor mezelf, maar ook voor Archie en zelfs voor de man in de Austin, die mij met het vervloekte pistool had opgescheept. Ik geloofde de man niet meer. Mijn auto diende als biechtstoel voor een moord. Ik geloofde Archie ook niet meer. Hij wilde me helpen, maar het was een halfslachtige redding. Twee karige aanwijzingen en me dan laten zitten.
Inmiddels ging het me al lang niet meer om het schrijven. Ik had mijn manuscript van een moord geschreven en nu wilde ik naar huis, naar Rosie en Carlo. Tegelijk hield ik krampachtig vast aan Archie’s belofte. Daarom danste ik die avond in het Hydro. Ik danste de Charleston en wist het zeker. Archie kwam.
De band speelde ‘Bye Bye Blackbird’ en ik slikte mijn tranen weg. Opeens was daar een hand op mijn schouder. Ik draaide in een vloeiende beweging naar de gestalte achter me. Het was Archie niet. Ik herkende de banjospeler, die op de eerste avond naar me geknipoogd had. Hij pakte mijn hand, en we dansten op het slepende ritme. De Indische zangeres zong: ‘I'm like a flower that's fading here, Where ev'ry hour is one long tear, Bluebird, bluebird this is my lucky day, Now my dreams will come true.
Ik draaide te snel, de banjospeler bewoog soepel op het spel van zijn collega-muzikanten. Hij ving me in zijn armen en legde zijn lippen tegen mijn oor, zoals Archie gedaan had, eeuwen geleden.
‘Ik weet wie u bent, Mrs. Christie.’
Alsof er een stroomuitval was, stopte mijn lichaam met draaien. ‘Blackbird, bye bye’, zong de zangeres. Ik rende op mijn iele dansschoentjes rechtstreeks naar mijn kamer, waar ik de deur sloot en met trillende vingers over de jas streek, langs de contouren van het pistool.



Over de auteur

Hebban Crew

2587 volgers
0 boeken
0 favorieten
Hebban Crew


Reacties op: De verdwijning van Miss Miller (deel 7)

 

Gerelateerd

Over

Anita Larkens

Anita Larkens

In 2013 debuteerde ik met de psychologische thriller 'Schaduwdochter'. Mijn twee...