De vergeten boeken van de Hebban Crew #1
Soraya verdwaalde in Barcelona
Soraya: Mijn boekenkast is ingedeeld op thema, wat soms voor een prettige chaos kan zorgen. Toen deze opdracht voorbij kwam in ons redactie overleg, zag ik er naar uit om eens goed mijn boekenkast te bekijken maar vreesde ik ook voor de confrontatie die erop zou volgen. Zo'n stemmetje in je hoofd dat zegt; Oh jee, kijk eens wat er allemaal staat te wachten om door jou gelezen te worden. Terwijl ik af en toe een boek nader bekeek, het is altijd leuk om weer herinneringen op te halen aan boeken, stopte ik bij mijn zogenaamde Barcelona-plank. Ik verzamel boeken over deze Spaanse stad en je vindt er romans waarin de betovering van de Catalaanse metropool uit de doeken wordt gedaan, bloedstollende thrillers waarin er bloed vergoten wordt in de meest duistere steegjes of stadgidsen en kronieken die het tijdsbeeld door de jaren heen illustreren.
Ik stond nog te mijmeren over De bekentenis van Adrià dat ik cadeau kreeg van mijn ouders in het eerste jaar van mijn studie Spaans aan de Universiteit Utrecht, en dat ik dus vergeten ben voor mijn top 25 in aanloop naar de Hebban 1000, toen ik in een oogopslag de vergeten pareltjes voor deze rubriek spotte.
Ringo van Juan Marsé heeft niet alleen een aantrekkelijk uiterlijk door de samenstelling van kleuren, maar is ook een van de meest persoonlijke boeken van deze auteur. In zijn dertiende roman werpt hij een licht op zijn jeugd in het naoorlogse Barcelona waardoor er veel paralellen te zien zijn tussen de hoofdpersoon in deze roman en de auteur die destijds ook vijftien jaar was. Net zoals Ringo groeide Marsé op in een volkswijk van Barcelona. De beginzin brengt al een bepaalde spanning met zich mee:
Torrente de las Flores, Stroom van Bloemen. Hij had nooit gedacht dat een straat met zo'n naam het decor van een tragedie kon zijn.
Daarna pakte ik Al dat andere van Marta Rojals uit mijn kast. Met dit verhaal maken we een sprong in de tijd naar het Barcelona ten tijde van de laatste economische crisis. De Spaanse krant El País beschreef het als volgt: 'Elke pagina van dit boek is getekend door dreiging en de gevolgen van de crisis, de werkloosheid en de illusies en waarden die we moeten heruitvinden in onze zoektocht naar rust.' Het lijkt me interessant om juist de crisis vanuit de Spaanse kant te bekijken waarbij veel leeftijdsgenoten ongewenst werkloos bleven doordat er, ondanks hun academische scholing, voor hen geen plaats op de arbeidsmarkt is.
Tot slot selecteerde ik de thriller De stad zonder tijd van Enrique Moriel waar we terug in de tijd gaan naar het Barcelona van het einde van de Middeleeuwen. Een lijk wordt onder bizarre omstandigheden aangetroffen; al het bloed is uit zijn lichaam gezogen. De bloedsporen die naast het lijk worden aangetroffen, blijken van andere bloedgroepen te zijn. Duistere krachten en familievetes staan centraal. Door een anonieme verteller wordt de lezer door de schimmige steegjes meegenomen.
Voor mij is de Week van het Vergeten Boek dus een uitstekend excuus om weer even te verdwalen in de stad die mij al jaren fascineert.
Van Austens Engeland via Afrika naar Antarctica
Lindy: Terwijl mijn Vergeten Boek van 2016 nog steeds op mij staat te wachten, en ondanks alle goede voornemens om meer oude en nieuwe boeken af te wisselen, is het aantal ongelezen boeken in mijn kasten nog niet geslonken. Integendeel, er komt steeds meer nieuws bij, waarvan veel gelezen moet worden voor het werk. En zo drukken ze stukje bij beetje de oude, maar niet minder geliefde boeken in een hoekje. Op dit moment zit in aan mijn keukentafel, omringd door stapeltjes ongelezen boeken waaruit ik een keuze moet gaan maken. Welke drie boeken krijgen voorrang zodra de tijd dit toelaat?
Is het vals spelen als ik drie verschillende edities van Northanger Abbey van Jane Austen noem? Ja hè. Mijn collectie van deze schrijfster wordt stilletjes aan groter, met biografieën, reisgidsen en verschillende edities in het Nederlands en Engels van haar wereldberoemde romans. Hoewel ik vijf van Austens zes voltooide romans heb gelezen, liggen er nog steeds twee Engelstalige en een vertaalde editie van Northanger Abbey (ook wel Catherine) te wachten tot ze opengeslagen worden. En dat terwijl het verhaal zich grotendeels afspeelt in Bath, de stad die ik dit voorjaar bezocht tijdens een vakantie die in het teken stond van Austen. Shame on me. De roman, die vertelt over de zeventienjarige Catherine Morland wier fantasie door het lezen van gothic novels steeds verder met haar op de loop gaat, prijkt nu met stip bovenaan mijn Vergeten Boeken-lijstje.
Maanschaduw van Aminatta Forna kocht ik enkele jaren geleden, nadat haar romans Fantoomliefde en Het huis met de schaduw een blijvende indruk op mij maakten. Nu ik onlangs ook Forna’s nieuwste roman De paradox van geluk met voldoening dichtsloeg, kan haar eerste roman (niet Forna’s debuut, dat schreef ze met The Devil that Danced on the Water, een memoire over haar jeugd in postkoloniaal Afrika) niet ongelezen blijven. In haar werk heeft Forna veel aandacht voor de culturele en raciale afkomst van haar personages en hun (oorlogs-)verleden, maar ook voor vervagende grenzen en de overeenkomsten die mensen van alle culturen met elkaar binden. Een mooi streven, waarvoor ik na het ontmoeten van deze charismatische vrouw in 2012 (Fantoomliefde, de vertaling van The Memory of Love, verscheen mij mijn toenmalige werkgever) nog meer bewondering heb.
De derde roman van mijn keuze is Nachtlicht, van Albert Sánchez Piñol, de Catalaanse auteur die ik in het begin van mijn Hebban-carrière interviewde over zijn kloeke roman Victus. Hij kwam op mij over als een enorm sympathieke en vooral praatgrage man, over wiens werk ik graag meer wilde weten. Toch verdween dat voornemen al snel tussen alle andere leesvoornemens die ik heb, tot ik vorig jaar zijn debuutroman tegenkwam in een kringloopwinkel in Groningen. Ik herinnerde me meteen weer waarom ik het wilde lezen, kwam thuis na die city trip, het boek verdween in de kast, tot vandaag… Met de antarctische cirkel, een verlaten eiland en een jonge meteoroloog als hoofdingrediënten is dit boek nu doorgedrongen tot mijn Top 3 Vergeten Boeken.
Nu nog die tijd vinden.
De vijf categorieën van Sander
Sander: Drie vergeten boeken was de vraag. Ik heb er net als elke andere lezer op Hebban veel meer dan drie. Toch pikte ik deze drie met gemak uit de uitpuilende boekenkast in onze woonkamer.
De boekenkast in Huize Verheijen is grofweg onder te verdelen in vijf categorieën: boeken waarvan ik de cover ontwierp, boeken met een persoonlijk verhaal of bijzondere herinnering, boeken waar ik veel plezier aan heb beleefd en boeken die ik ooit wil lezen. De vijfde is samen te vatten onder de noemer ’niet van mij’. Dat zijn de boeken van mijn vrouw, of de verdwaalde kinderboeken van onze jongens.
Twee vergeten boeken komen uit de tweede categorie: een boek met een persoonlijk verhaal. In 2005 ging ik aan de slag als redacteur bij uitgeverij Unieboek om me te storten op de thrillers. Uit de stapels boeken op mijn bureau las ik als eerste het debuut van Kevin Guilfoile, Cast of shadows. Het zou mijn eerste aankoop zijn voor Unieboek en ook mijn eerste geflopte aankoop, maar dát wist ik toen nog niet. Het was een te moeilijk te positioneren boek, zouden we later zeggen. Gelukkig gaf uitgeverij Marmer het boek in 2012, op mijn advies, een nieuwe kans en brachten ze ook het tweede boek van Kevin Guilfoile in Nederland uit. Kevin stuurde me het boek met een persoonlijk bedankje voor de support hier in Nederland. Hoewel ik goede recensies las over The Thousand (waaronder deze van collega-auteur Michael Berg) en het boek al heel lang, en duidelijk in het zicht, in de kast ligt, heb ik het nog steeds niet gelezen.
In 2013 werd ik door thrillerschrijver Quintin Bates gevraagd om een panel voor te zitten tijdens de eerste editie van Iceland Noir, een gloednieuw crime festival in Reykjavik. Een van de auteurs die ik zou interviewen was Michael Ridpath, een oude bekende voor mij want bij Unieboek gaven we zijn werk uit. Tijdens het festival vertelde hij mij dat hij werkte aan een historische thriller die zich afspeelde in Den Haag, Shadows of War, en vroeg of ik hem wilde helpen met wat achtergrondinformatie te verifiëren. Dat deed ik met veel plezier. In de zomer van 2015 ontving ik het boek, inclusief persoonlijke boodschap , met mijn naam in het colofon. Het boek ligt bij de bijzondere exemplaren in mijn kast en roept nog steeds om het hardst om ooit gelezen te worden.
Nummer drie is Ik haal je op, ik neem je mee. Dit alombejubelde boek van Niccolo Ammaniti staat van deze drie vergeten boeken het langst in mijn kast en heb ik op gevoel gerangschikt tussen romans met humor en zelfspot. Ik haal je op, ik neem je mee wordt dan ook omringd door Het beste van Beau (wel in begonnen, nooit uitgelezen) en de Jonathan Tropper-omnibus met twee van mijn favoriete romans (Leven na Hailey en Het boek van Joe). In hetzelfde vak staan trouwens ook boeken van Jeremy Clarkson en Kluun.
Ik heb het boek gekocht of gekregen, dat weet ik niet meer, maar ik herinner me nog wel dat bevriende lezers (of lezende vrienden) mij herhaaldelijk dit boek ‘persoonlijk’ tipten. Vaak nadat ik hen enthousiast vertelde over de humor in de boeken van Tropper of het absurdisme van Max Barry waar ik zo van houd. ‘Heb je Ammaniti écht nog niet gelezen?’, vroegen ze in koor voordat ze massaal van hun stoel af vielen. Na zo’n tachtig weken in de Nederlandse bestsellerlijst kun je best verbaasd zijn als je een lezer tegenkomt die het nog niet heeft. En niet las.
Deze drie wil ik dan echt ooit nog eens lezen, maar turend naar de boekenkast moet ik schoorvoetend bekennen dat ik een zesde categorie niet heb benoemd: ‘Boeken die ik heb en nooit zal lezen.’
Wat is jouw Vergeten Boek van 2018? Laat het ons hier weten.