Meer dan 5,9 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Terug

Column /

De vertaler vertelt: Edgar de Bruin over 'Dasja' van Karel Čapek

door Nederlands Letterenfonds 5 reacties
Als een bevriende uitgever aan vertaler Edgar de Bruin vraagt een kinderboek te vertalen, zegt hij natuurlijk ja. Maar het gaat niet om zomaar een kinderboek: het is het boek 'Dasja' dat Karel Čapek (1890-1938) schreef over zijn hondje Dášeňka. Vele generaties Tsjechen zijn ermee groot geworden.

Dasja

Karel Čapek

Lassie, Snuf, Takkie en Rataplan, er zijn nogal wat honden van naam en faam in de wereld van het kinderboek en het stripverhaal. In dit rijtje hoort zeker ook de foxterriër Dasja thuis, de 'hoofdpersoon' in het vrolijke kinderboek Dasja oftewel het leven van een pup van de vermaarde Tsjechische schrijver Karel Čapek. Dit boek, dat in 1933 uitkwam, wordt tot op de dag van vandaag in Tsjechië gelezen en voorgelezen. Elk kind groeit hier op met Dasja, de eigenwijze wildebras die op verkenning uitgaat en graag overal in bijt.

Dasja is geen fictief personage. Het speelse hondje heeft echt bestaan. Het werd geboren in het huis van de schrijver, waar het ooit enthousiast de boel op stelten zette. Čapek beschrijft op vermakelijke en intelligente toon de lotgevallen van de opgroeiende pup. In een poging Dasja wereldwijs te maken, vertelt de schrijver het dier fantasievolle verhaaltjes: over hoe mensen in elkaar zitten en waarom terriërs altijd zo graag in de grond graven.

Dasja oftewel het leven van een pup bevat meer dan zestig kleine en grotere tekeningen van het hondje, door de schrijver zelf gemaakt. Dat geldt ook voor de foto's van Dasja, die voorzien zijn van grappige bijschriften.

Rennen, draven, jagen, stuiven, sprinten, spurten

Door Edgar de Bruin

En dan vraagt een bevriende uitgever of je een kinderboek wilt vertalen. Natuurlijk, zeg je verheugd. Je vertaalt immers al een paar decennia en verzorgde ook de vertaling van enkele prentenboeken voor de jongste lezers, dus hoe moeilijk kan het zijn? Maar wacht – het gaat niet om zomaar een kinderboek; het is geschreven door Karel Čapek (1890–1938), voor de Tweede Wereldoorlog meerdere jaren achtereen kandidaat voor de Nobelprijs voor literatuur. Čapek, de ook in Nederland bekende romanschrijver van onder meer Een doodgewoon leven. Čapek, die de term 'robot' mondiaal muntte via zijn toneelstuk R.U.R. (Rossum's Universele Robots). Al was de echte bedenker van dat woord zijn broer Josef, schilder, illustrator en schrijver. Karel was namelijk niet tevreden met zijn aan het Latijn ontleende bedenksel 'labor' als aanduiding voor kunstmatige mensen en vroeg zijn broer om raad. Die kwam met 'robot', afgeleid van het Tsjechische woord 'robota' (dwangarbeid).

Deze literaire grootheid heeft ook een iconisch kinderboek geschreven, over zijn hond Dášeňka (in het Nederlands, met het oog op de uitspreekbaarheid, Dasja genoemd). De verhaaltjes over Dasja verschenen in 1932 als feuilleton op de kinderpagina van Lidové noviny (De Volkskrant), waar Čapek werkte, en in 1933 als boek met prachtige tekeningen en foto´s van de echte Dasja, gemaakt door de auteur. Sindsdien zijn vele generaties Tsjechen groot geworden met de wederwaardigheden van deze inmiddels beroemdste hond in de Tsjechische (kinder)literatuur.

'Čapek neemt kinderen kortom serieus, maar geniet er ook van om in zijn kinderboeken zijn eigen nieuwsgierigheid, speelsheid en creativiteit kwijt te kunnen.'

Hoe pak je de vertaling van zo´n boek aan? Čapek deed niet aan 'kindertaal', maar speelde graag met de expressiviteit van het Tsjechisch. Zelf had hij geen kinderen en naar verluidt wist hij zich in de omgang met andermans kinderen niet goed een houding geven. Wel had hij duidelijke ideeën over hoe voor kinderen moest worden geschreven:

'Als ik kleine kinderen van vier, vijf jaar en ouder zie, dan verbaas ik me over hun frenetieke behoefte aan taal, over hun liefde voor woorden, over hoe gelukkig ze zijn als ze een nieuw woord ontdekken. Ik vind dus dat de literatuur voor kinderen zich van de rijkste en sprankelendste taal moet bedienen. Als een kind weinig woorden in zijn jeugd meekrijgt, zal hij zijn hele leven lang weinig woorden kennen. Daar draait voor mij de kinderliteratuur om. Kinderen zo veel mogelijk woorden, ideeën en het vermogen om je uit te drukken aanreiken – vergeet niet: woorden zijn immers gedachten, het volledige geestelijke kapitaal.'

Dus als de jonge Dasja al hollend door de 'middelpuntvliedende kracht' uit de bocht vliegt, zoek je voor de vertaling geen versimpelde oplossing.

Čapek neemt kinderen kortom serieus, maar geniet er ook van om in zijn kinderboeken zijn eigen nieuwsgierigheid, speelsheid en creativiteit kwijt te kunnen, bijvoorbeeld door woordgrappen, het gebruik van eigennamen met een betekenis of van locaties uit zijn omgeving als een soort binnenpretje en een knipoog naar ingewijden. Allemaal dingen die je als vertaler hoofdbrekens kunnen bezorgen. Wanneer Čapek de moeizame eerste stappen van puppy Dasja beschrijft, gebruikt hij het werkwoord 'obout se' in de betekenis van 'aanpakken', 'ertegenaan gaan', terwijl het ook 'schoenen aantrekken' betekent. Vandaar is het een kleine stap om Dasja in het Nederlands 'de stoute schoenen' aan te laten trekken. Čapek borduurt hier echter op door met een reeks letterlijk genomen uitdrukkingen: 'ze trok geen schoenen aan, maar stroopte haar mouwen op (om precies te zijn: ze stroopte ook haar mouwen niet op, maar ze spuugde zogezegd in haar handen) (begrijp me goed, ze kon natuurlijk niet in haar handen spugen, want ze kon nog niet spugen en haar handen waren zo klein dat ze ernaast zou mikken)'. In dit geval biedt het Nederlands gelukkig genoeg goede oplossingen om de grap te behouden. Lastiger wordt het wanneer Čapek met de klank van woorden voor 'wervel' ('obratel') en een archaïsch woord voor 'tol' ('obrtlík') speelt en Dasja als dier bij de gewervelden indeelt omdat ze als een tol ronddraait. Maar ook dat viel op te lossen door Dasja bij de gewervelden te laten horen omdat ze in het rond wervelt.

Of laat ik een ander voorbeeld van Čapeks speelsheid nemen: 'ze [Dasja’s moeder] zoogt trouw haar kleine bruut. Brutin, brutesse, brutette, brutester – verdikkie, hoe moet je nou een meisjesbruut noemen?' Ik liet allerlei woorden de revue passeren: kwelgeest, wreedaard, beest, onmens en zo voort, maar al vertalend bleek dat 'bruut' zich het beste leent voor de variaties.

'Bij het vertalen van kinderboeken kun je je meer vrijheden permitteren om ervoor te zorgen dat de tekst ook in het Nederlands de humor en speelsheid van het origineel behoudt.'

Een hoofdstuk apart vormen eigennamen en locaties die een betekenis in zich dragen. In een verhaaltje dat is bedoeld om Dasja bij een fotosessie rustig te houden, komt de gevreesde reus, beruchte kannibaal en hondeneter Antoušek voor. Met de betekenis van zijn Tsjechische naam moet je iets doen, omdat het de Nederlandse lezer anders niets zou zeggen. 'Antoušek', een spreektalige aanduiding van een vilder, wordt dan de 'oerhollandse' achternaam De Vilder. Als de doodenge Tartaarse Khan Pelichán (in het Tsjechisch 'chán Pelichán') op het toneel verschijnt, wint het rijm het in de vertaling noodgedwongen van de betekenis: 'Pelichán' is een zelfverzonnen woord afgeleid van 'pelichat' ('in de rui zijn'). Maar wat rijmt er zoal op 'khan' – banaan, kompaan, membraan, humaan, decaan en dergelijke – niet echt de woorden dus die bij zo’n angstaanjagend figuur zouden horen, laat staan iets met de kwaliteit van de vacht te maken zouden hebben. Uiteindelijk is het 'Khan Orkaan' geworden. Maar soms geef je de (bij)betekenis van een woord in de vertaling om een andere reden op. Het enge verhaal van De Vilder en Khan Orkaan speelt zich af in de Praagse wijk Strašnice, waarvan de naam aan het woord 'strašit' ('bang maken'), doet denken. Je zou er iets als Spookwijk, Engeburg of Bangebroek van kunnen maken. Maar het is ook de naam van een bestaande wijk waar (nog steeds) het huis van Čapek staat. Moet je hier voor de betekenis, of voor de knipoog van de auteur naar de echte wereld kiezen? Een dilemma. Uiteindelijk heb ik voor het tweede gekozen.

Tot slot beschikt Čapek over een enorme woordenschat, wat onder meer tot uiting komt in zijn geliefde reeksen van synoniemen, zoals varianten op het woord 'rennen': hardlopen, draven, racen, vliegen, jagen, er de sokken in zetten, stuiven, sprinten, spurten. Ook dat vereist de nodige creativiteit van je als vertaler. In Dasja valt het trouwens nog mee. In zijn sprookjesboek (Een negental sprookjes), waar ik nu aan werk, word je als lezer meer dan eens getrakteerd op een lawine van expressieve uitdrukkingen met dezelfde strekking, bijvoorbeeld wanneer Čapek ruim honderd grappige en zeer creatieve verwensingen alfabetisch ordent. Dan kun je je als vertaler flink uitleven.

Bij het vertalen van kinderboeken kun je je meer vrijheden permitteren om ervoor te zorgen dat de tekst ook in het Nederlands de humor en speelsheid van het origineel behoudt. Je goochelt meer met woorden, met betekenissen, past waar nodig zaken aan. Voor een kinderboek geldt nog meer dan voor andere literaire vertalingen dat het helpt als je de vertaling ook hardop voorleest – want daarvoor is de tekst in eerste instantie meestal bedoeld.

Hoewel ik geen doorgewinterde expert ben in het vertalen van kinderboeken, heb ik wel ondervonden dat dit een aparte discipline is. Het is zeker niet makkelijker dan het vertalen van literaire werken voor volwassenen. Het is ook niet moeilijker, maar anders – en in bepaalde opzichten leuker.

Afbeeldingen: © Karel Čapek via Letterenfonds

Edgar de Bruin (1958) heeft Tsjechische taal- en letterkunde gestudeerd en inmiddels meer dan vijftig romans vertaald. Hij is meerdere malen onderscheiden: de Aleida Schot-prijs (2007), de Premia Bohemica Prijs namens Tsjechische Bond van Schrijvers (2008), de Letterenfonds Vertaalprijs (2015) en de Tsjechische Jiří Theiner Prijs (2017). Hij introduceerde schrijvers als Jáchym Topol, Patrik Ouředník, Marek Šindelka en Markéta Pilatová in Nederland. Naast verhalen, toneel en poëzie heeft hij ook tien kinderboeken vertaald.

Foto: via Letterenfonds

Bekijk alle vertalersartikelen



Over de auteur

Nederlands Letterenfonds

21 volgers
0 boeken
0 favorieten
Specialist


Reacties op: De vertaler vertelt: Edgar de Bruin over 'Dasja' van Karel Čapek

 

Gerelateerd

Over

Karel Capek

Karel Capek

Karel Capek (1890-1938) is een van de belangrijkste Tsjechische schrijvers van d...

Edgar de Bruin

Edgar de Bruin

Edgar de Bruin (1958) heeft Tsjechische taal- en letterkunde gestudeerd en inmid...