Interview /
De vijf W's volgens... David Hewson
Foto's Dingena Mol
“Ik wilde geen Italië-boek meer schrijven”
Wie denkt David Hewson wel dat hij is?
Zelf ziet David Hewson (1953) zich als een Brits auteur van eenvoudige komaf, weliswaar met schrijftalent, maar die dankzij veel geluk op jeugdige leeftijd bij de plaatselijke krant in Yorkshire kon gaan werken waar hij in staat werd gesteld het schrijven te leren. Volgens hem brachten hard werken en een dosis geluk hem daar waar hij nu is. Verder vindt hij zichzelf niet de geschikte persoon om zijn succes te analyseren.
Wij zien David Hewson als een begenadigd misdaadschrijver die met de thrillers rond zijn Italiaanse detective Nic Costa en de intrigerende boeken, gebaseerd op de tv-reeks The Killing, tot de absolute top van thrillerwereld behoort.
De weg naar het succes ging overigens met vallen en opstaan. Na zijn werk bij de lokale krant kon hij op zijn vierentwintigste al aan de slag bij The Times, waar hij zich volledig waar maakte. Na enige tijd besloot Hewson boeken te gaan schrijven. Boeken waar hij nu met enige schaamte aan terug denkt. “Dat was troep. Als ik mijn eerste boek zie, zou ik het liefst door de grond zakken. Schrijven is een combinatie van vakmanschap en artisticiteit. Je moet eerst je vakmanschap ontwikkelen, dan moet je leren structureren. Je bent een soort schrijvende architect. Als je een verhaal niet goed opzet, dondert je hele bouwwerk in elkaar. Je moet geloofwaardige oplossingen verzinnen en daarvoor heb je originaliteit nodig. Ik weet waar ik over praat. Ik heb het met schade en schande geleerd.”
Wat vindt hij met terugwerkende kracht van zijn Killing-project. Drie vuistdikke boeken in drie jaar?
“Ik had geen scripts. Ik had alleen de dvd’s met de tv-afleveringen en aan de hand daarvan heb ik een outline gemaakt. In volledige vrijheid. Ik mocht alles toevoegen of weglaten wat ik wilde. Kijk, de manier waarop een verhaal op de televisie verteld wordt, werkt niet in een boek. Met name het einde van elke aflevering, maar ook van de hele serie, laat teveel vragen open. Dus heb ik oplossingen verzonnen om het verhaal vloeiend te laten doorlopen. Ik heb echt heel veel veranderd al valt dat niet direct op.
Ik heb net The Killing III klaar en ik vond het een fascinerend experiment om een tv-serie naar de boekvorm te vertalen. Een heel belangrijk element is dat je in het hoofd van de personages kunt kruipen en kunt weergeven wat ze denken en voelen. Overigens vereiste de “verboeking” van de drie tv-series geheel andere technieken omdat het structureel gezien heel andere boeken zijn. De eerste serie The Killingkan je nauwelijks een misdaadverhaal noemen. Het is meer een existentieel drama, een nachtmerrie waarin mensen verzeild raken. Daarom heb ik veel moeten experimenteren: korte zinnen en veel dialoog, veel meer dialoog dan in de serie. Op televisie werd het merendeel van het verhaal overgebracht door de acteerprestaties: lichaamstaal, gezichtsuitdrukkingen, emotionele handelingen, momenten dat een acteur bewust een stilte laat vallen etc. Daar kom je als schrijver van een boek niet mee uit de voeten of je moet elke handeling uitvoerig gaan beschrijven en dat is niet leesbaar. Dus ik heb de gevoelens en intenties in dialoog proberen te vangen. In de andere twee boeken doe ik dat minder, dat zijn veel traditioneler verhalen. Korter ook. The Killing I omvatte informatie uit twintig afleveringen. Het was een kolossaal iets. In het contract stond dat het boek 100.000 woorden moest omvatten. En bij de ruwe versie ging ik daar ruimschoots overheen. Ik heb heel lang moeten herschrijven om op dat aantal terecht te komen. Ik heb er een half jaar lang, zeven dagen per week aan geschreven. Maar ik heb er veel van geleerd. Dat komt komende boeken alleen maar ten goede.”
Waar schreef hij de boeken?
“Ik ben een tijdje in Kopenhagen geweest om me in te leven in de sfeer, net zoals ik vroeger naar Italic en met name Rome ging om me in te leven voor het schrijven van mijn boeken rond Nic Costa. De sfeer van The Killing is somber en grijs, donkere tinten. In de tijd dat ik er was regende het constant. De hele atmosfeer, de lucht, de huizen, de mensen waren grijs van kleur. Een totaal verschillende wereld als ik beschrijf in mijn Italië-boeken waar de zon altijd schijnt, waar veel licht is en de kleuren bont en vrolijk zijn. Maar voor de verandering was de Killing-sfeer erg leuk. Ik heb het overigens wel nodig om een tijd lang in een land te verblijven om goed de sfeer te kunnen opsnuiven en te beschrijven.”
Wanneer kwam hij op het idee zijn nieuwe serie in Amsterdam te laten spelen?
“Toen The Killing II af was wilde ik weer een boek schrijven dat helemaal van mij was. Maar wel een boek dat meer in de sfeer van de Killing ligt dan in de sfeer van mijn Nic Costa-boeken. Ik wilde geen Italië-boek meer schrijven. Daar heb ik er al twaalf van geschreven. Ik wilde een soort Copenhagen-boek schrijven, maar dan met kleur. Zodoende kwam ik op Amsterdam.
Twintig jaar geleden kwam ik voor het eerst naar Amsterdam, in de tijd dat ik nog voor The Times werkte. Sindsdien ben ik regelmatig hier geweest om mijn Nic Costa-boeken te promoten. Ik logeerde steevast in Het Ambassade-hotel. Een mooi hotel en een ideale vertrekplaats voor uitstapjes naar het centrum, de Kalverstraat, De Dam, het Red Light District. Maar op een dag besloot ik mijn focus te verleggen en vanuit mijn hotel de tegenovergestelde richting op te lopen. Zo kwam ik via allerlei bruggetjes en kleine straatjes op de Elandsgracht terecht. Ik ging een kop koffie drinken in het café op de hoek, De Eland, en keek naar die standbeelden buiten, van Johnny Jordaan en Tante Leen. Het café stroomde vol en vrijwel iedereen kende elkaar. Men omhelsde elkaar en gaven elkaar drankjes. Fascinerend. En als ze een liedje hoorde die uit de geluidsboxen kwam, zongen ze allemaal mee. Dat was de aanzet om na te denken over een nieuwe serie boeken, die in Amsterdam spelen. Het is op deze plek in de Jordaan een stad in een stad. Bovendien kan je vanuit het café naar de grachten kijken, met die vreemde woonboten. Ik besloot dat mijn held op een woonboot gaat wonen. Iedereen kent hem en hij kent iedereen. Ook mooi is, dat eventjes verder op een politiebureau is. Het is een perfecte setting voor een thriller.”
Waarom is David Hewson vrijwel gestopt met de social media?
“Ik heb het gezien als een leerproces. In het begin ben ik zeer actief geweest op Facebook en twitter. Niet dat ik veel van mijn privéleven prijs gaf. Dat niet. Maar ik ontdekte dat het een ideale manier is om reclame te maken voor een nieuw boek. Helaas merkte ik ook dat het een schaduwzijde heeft. Mensen begonnen me allerlei flauwekul berichten te twitteren. Ze gingen me als een vriend zien aan wie ze ongevraagd hun mening en onrijpe manuscripten konden toesturen. Daarom ben ik nu weer gewoon ouderwets geworden en beperk het gebruik van de social media tot een minimum. Laat ik me maar gewoon bezig houden, met dat waar ik goed in ben: schrijven!”
Het eerste deel in de Amsterdam-reeks van David Hewson verschijnt in juni 2014 bij uitgeverij Boekerij.