De Vrienden van Hebban #20: Kees van Duyn
‘En dan ben ik zomaar genomineerd door Kristel van Oost. En het erge is dat me dat eigenlijk niet eens heeft verrast.
Ik ben dus Kees van Duyn en vanaf eind volgende maand hoor ik tot de zestigers. Officieel woon ik (nog) in de Noord-Nederlandse plaats Assen, maar verblijf vooral in Enschede waar ik ook opgegroeid ben. Sinds 1989 word ik betaald door KPN, maar vanaf 1 september zal dat niet meer zo zijn. Ik heb ervoor gekozen het bedrijf te verlaten en zal verplicht ander werk moeten zoeken. En sinds afgelopen 1 april hoef ik geen werkzaamheden meer uit te voeren, dus heb ik veel tijd om te lezen en achterstanden weg te werken. Dat lezen bestaat vooral uit thrillers voor een redactionele recensie, maar ook voor de Thriller Club. Maar af en toe een roman of reisboek vind ik ook niet erg. Naast lezen houd ik van fietsen, fotograferen (wat ik eigenlijk te weinig doe) en reizen. Vervelen doe ik me dus eigenlijk nooit.’
Voor mij is het beste boek allertijden:
‘Oef, daar vraag je me wat. Het beste boek allertijden. Er zullen ongelooflijk veel ‘beste’ boeken geschreven zijn, maar het merendeel daarvan heb ik niet eens gelezen. Maar van de boeken die ik wel gelezen heb, hebben verschillende een prima indruk op me achtergelaten. Mijn meest favoriete thriller is in ieder geval een al wat oudere en dat is De schreeuw van het lam van Thomas Harris. Ik heb het lang geleden gelezen en weet dat ik het vooral in de trein las en tijdens die reis niet af te leiden was. Niets om me heen kreeg ik mee en eigenlijk was ik het liefst blijven reizen om door te kunnen lezen. Zo bijzonder en zo bizar vond ik het boek. Van recenter datum is een roman die diepe indruk op me gemaakt heeft en dat is Schuim der aarde van Roxane van Iperen. Soms indrukwekkend, soms aangrijpend, maar ook een boek dat aanzet tot nadenken.’
Ik zou de volgende auteur weleens willen ontmoeten:
‘Oh jee, eigenlijk ben ik niet zo van de ontmoetingen met… Maar als ik dan toch een auteur zou moeten/willen ontmoeten, denk ik aan Arnon Grunberg. Ik heb diverse boeken van hem gelezen en die zijn me alle prima bevallen. Wat ik de beste man zou vragen… ik heb geen enkel idee, maar ik denk dat Arnon voldoende stof heeft waaruit een gesprek kan ontstaan. En dan zullen er ongetwijfeld ook vragen oprijzen. En misschien, bedenk ik net, vraag ik hem dan wel iets over Israël en wellicht de politieke situatie daar. Arnon heeft daar vast een mening over. Ja, dat lijkt me eigenlijk best wel interessant.’
Zo ziet mijn ideale leesdag eruit:
‘Eigenlijk vind ik iedere dag die ik kan lezen en lees ideaal. Natuurlijk, ook ik lees het liefst buiten in het zonnetje. Maar als dat niet kan, is het helemaal niet erg om binnen een boek op te pakken, in een gemakkelijke stoel te gaan zitten, een boek op te pakken en de letters tot me nemen. En dan moet/wil ik geen last van omgevingsgeluid hebben. Daarmee bedoel ik dan pratend stemgeluid. Muziek tijdens het lezen vind ik niet erg, maar dan niet Nederlandstalig of irritatie opwekkende hiphop. Nee, maar met lekkere rock of dance en trance op de achtergrond maakt het lezen voor mij er wel iets idealer op.’
Ik hecht totaal geen waarde aan dit boek:
‘In principe hecht ik waarde aan ieder boek. Ondanks dat het eventueel een slecht boek is. Toch is er een boek dat ik wel kan noemen en dat is Fantasiejagers van Mel Hartman. Het is een boek uit het genre Fantasy, waar ik toch al niet van houd. Ik heb dat boek een aantal jaren geleden gewonnen, waarmee weet ik niet eens meer. Op een dag besloot ik het te gaan lezen. Dat heb ik geweten. Wat een ellende vond ik het, allerlei vage termen waardoor ik niets van het verhaal begreep. Het sprak me helemaal niet aan en boeiend was het al helemaal niet. Het zal dus niemand verbazen dat ik het boek niet uitgelezen heb. Verre van zelfs. Als er dus één boek is dat ik met terugwerkende kracht wil weggeven, is het dit boek wel.’
Mijn eerste baan in het boekenvak was:
‘Specifiek in het boekenvak heb ik nooit gewerkt. Jammer, want zoals ik er nu tegenaan kijk, had ik dat best gewild en wil ik dat nog wel. Toch heb ik wel met boeken gewerkt. Dat is wel erg lang geleden, ik zat nog op school en werkte dus vooral op zaterdagen, koopavonden en wanneer ik eventueel kon. Waar ik destijds een paar jaar werkte, was Boek en Plaat, een boekenclub die diverse winkels in Nederland (en misschien ook wel Vlaanderen) had. Ik werkte er nog voor de winkel geopend was. Het uitpakken van de vele dozen, het inrichten van de winkel, het overwerk en het eten bij de Chinees… dat vond ik toen best wel leuk en kijk er met een goed gevoel op terug. Ik stond overigens voornamelijk bij de platen, maar ook regelmatig bij de boeken en heb er wel goedkopere lp’s en boeken aan overgehouden. Later is deze club trouwens overgenomen door ECI, waren er geen winkels meer en moesten ze het hebben van de online-verkoop. Als ik nu de kans zou krijgen om in een boekenwinkel of het boekenvak aan de slag te gaan, neem ik de baan bij wijze van spreken al gisteren aan.’
Deze overeenkomst heb ik met mijn favoriete boekpersonage:
‘Komt mijn favoriete personage uit een boek? Ja, maar eigenlijk ook weer nee. Want er zijn boeken, maar ook strips van dit personage. Ik keer weer terug naar lang geleden, naar opnieuw het moment dat ik op school zat. En natuurlijk moest ook ik voor de Nederlandse les boeken lezen. Een van de boeken die ik koos om te gaan lezen was Geld speelt geen rol van Marten Toonder. En daarin, maar ook in zijn vele andere boeken, komt mijn favoriete personage voor: Ollie B. Bommel. Een beer in een geruit jasje, rijdend in zijn Oude Schicht en bevriend met Tom Poes. Tot zover geen enkele overeenkomst, maar wel dat hij mooie uitspraken hanteert zoals ‘zoals mijn goede vader zei’, ‘een eenvoudige doch voedzame maaltijd’ en zo zijn er nog wel meer. Van dergelijke uitspraken houd ik wel en gebruik ze zelf ook wel eens. Bommel is een heer van stand, maar eigenlijk heel gewoon. En gewoon vind ik mezelf ook wel. Hoewel ik dan weer niet van stand ben. En eh… Bommel houdt wel van een glas wijn. Dat doe ik ook, al is het alweer een halfjaar geleden dat ik mijn laatste heb gehad.’
Mijn boekenkast is ingedeeld op:
‘Chaos. Maar dat is eigenlijk wel heel zwart-wit. Het komt er dus vooral op neer dat mijn boekenkast niet gesorteerd ingedeeld is. Op een kleine Billy in de huiskamer na. Daar heb ik boeken van enkele auteurs in staan. Meer om die boeken bij elkaar te hebben, dan om een bepaalde sortering te creëren. In mijn andere boekenkast in de huiskamer staan de boeken ongesorteerd en dus door elkaar heen. Het merendeel van de boeken die ik gelezen heb liggen op een tafel in mijn slaapkamer stof te vangen, andere gelezen boeken staan in een boekenkast in diezelfde slaapkamer, soms een dubbele rij op een plank en ook nog eens in stapels op die boekenkast. En dan heb ik in die slaapkamer ook nog eens ongelezen boeken in dozen liggen en op de grond staan. Soms is het even zoeken om een bepaald boek te vinden. Mijn ideaal is om een afzonderlijke ruimte in huis te hebben met langs de muren gevulde boekenkasten. Een eigen bibliotheek dus. Met een gemakkelijke stoel, een muziekinstallatie en een tafeltje. En misschien dan zal mijn boekenkast anders ingedeeld worden. Maar eerst dat ideaal maar eens zien te verwezenlijken.’
Dit boek zouden ze echt moeten verfilmen:
‘Het eerste boek waaraan ik moest denken, was Ik ben pelgrim van Terry Hayes. Maar toen ik ging zoeken, bleek dat dit al de bedoeling is. Hoe het ermee staat? Geen idee, want dit plan is alweer een paar jaar oud. Omdat dit al in de planning zit, kom ik met een ander boek en dat is De amandelboom van Michelle Cohen Corasanti. Het boek draait voor een groot deel om het conflict tussen Israël en Palestina, maar met een jongen als belangrijkste personage. Het beschrijft ongeveer iedere levensfase van de jongen (Ichmad) en hoe hij met zijn schuldgevoel over de dood van zijn vader gaat. Het boek is indrukwekkend en aangrijpend en ik denk dat een eventuele film dat ook zal zijn. Ik zou er erg benieuwd naar zijn hoe dit boek verfilmd zou worden.’
Het slechtste boek dat ik ooit las is:
‘Wat is een slecht boek? De een vindt dit van een boek, de ander dat. Dat betekent nog niet dat het per definitie slecht is of hoeft te zijn. Wel is het zo dat het ene boek je meer aanspreekt dan het andere. Een boek dat je persoonlijk ‘slecht’ vindt, ligt je dan gewoon wat minder. Een dergelijk boek is voor mij Gare du Nord van Philip Freriks. Ook dit boek heb ik ooit gekregen. Vol goede moed begon ik er een lange tijd geleden in te lezen. In de verwachting dat ik het redelijk snel uit zou hebben, het telt maar 198 bladzijden. Ik ben niet verder gekomen dan pagina 88. Toch nog een hele prestatie zeg ik nu. Ik vond het saai, er gebeurde helemaal niets en daardoor sleepte het zich voort. Voor mijn gevoel deed ik weet-ik-hoe-lang over het door mij gelezen aantal bladzijden. Het heeft me dus absoluut niet kunnen boeien.’
Zo zorg ik ervoor dat lezen leuk blijft:
‘Eigenlijk hoef ik daar niet voor te zorgen. Want lezen is en blijft gewoon leuk, erg leuk! Af en toe zie ik wel eens berichtjes dat mensen een leesdip hebben. Ik ken dat gevoel niet en kan me er eigenlijk ook niets bij voorstellen. Afwisseling is vaak een goed medicijn, maar doordat ik redactionele recensies schrijf en ook voor de Thriller Club lees, lees ik eigenlijk vooral thrillers. Dat verveelt me eigenlijk nog steeds niet. Misschien komt dat door de enorme variëteit in boeken die ik daarvoor onder ogen krijg.’
Volgende week:
‘Als volgende nomineer ik Gerrie van den Berg. Gerrie kom je regelmatig tegen, hij is bij mijn weten af en toe deelnemer aan leesclubs, schrijft wel eens een blog en ook recensies van de boeken die hij gelezen heeft. Hij is van (vroeger) niet-lezer veranderd naar veellezer. En dat triggert. Ik denk dat hij mooie antwoorden op de vragen kan en zal geven.’