De Pennen zijn Geslepen: de W's, de P's en de S'en
Vroeger, ja vroeger had je nog het toonaangevende Hier is… Adriaan van Dis, op het scherm gebracht in de tijd dat Nederland het nog met twee publieke netten moest doen. De gastheer van destijds treedt nog sporadisch op met zijn programma, voorafgaand aan de Boekenweek in zendtijd ter beschikking gesteld door De Wereld Draait Door. Dat laatste programma heeft nog regelmatig auteurs aan tafel en boekverkopers die hun favoriet van de maand belichten, maar dan heb je het wel zo’n beetje gehad.
Boeken zijn ook niet echt bij uitstek een onderwerp waarover je spraakmakende tv kunt maken, tenzij je een van woede stomende auteur aan je tafel hebt genood, zoals destijds Willem Oltmans bij Van Dis. Alleen daarom al getuigt het van lef van AVRO/TROS om met de reeks De pennen zijn geslepen te komen. Een programma over spannende boeken. Maar dat krijg je alleen spannend door er een competitie-element aan toe te voegen, moeten de makers gedacht hebben.
Min of meer bekende Nederlanders
Zeven afleveringen lang doen min of meer bekende Nederlanders hun best om tot (de aanzet van) een literaire thriller te komen. Literair agenten Paul Sebes en Willem Bisseling geven uitleg over de techniek van het schrijven en vormen samen met Saskia Noort de jury die zich over de pennenvruchten van modeontwerper Hans Ubbink, Penoza-godmother Monic Hendrickx, actrice Gerda Havertong, oorlogsjournalist Arnold Karskens, psycholoog Steven Pont, kunstenares Tinkebell en bioloog Kees Moeliker gaan buigen. ‘Het wordt een snelkookpan van zeven weken’, aldus een theatrale Sebes.
Vooraf werden alvast wat stellingen betrokken. ‘Ik moet erop letten of ik meteen vanaf de eerste zin wordt meegetrokken in een verhaal’, zei Saskia Noort deze week bij Pauw, die wannabe-auteurs adviseerde: ‘Je moet als schrijver over je schaamte heen durven stappen. Je moet vooral heel veel zelfonderzoek doen. Ga na wat jou onderscheidt van andere auteurs.’ Je moet ook vooral niet hopen dat je met een origineel verhaal komt, want er is een beperkt aantal plots, volgens kenner Rinus Ferdinandusse bestaan er maar 127. Alles wat je bedenkt heeft iemand anders al bedacht. Over het beperkte aantal thema’s maakt Noort zich niet zo druk. ‘Ik wil gewoon schrijven, want dat ambacht is het leukste dat er is.’
Hendrickx waarschuwde in het AD dat er vooral geen hoge verwachtingen over haar moesten worden gekoesterd. ‘Door de vele deadlines in het programma vertoon ik nogal wat stresskippengedrag.’ En ontwerper Hans Ubbink liet in de Telegraaf optekenen: ‘Ik ben er trots op dat het me zelfs een keer is gelukt om een van de juryleden te misleiden. Hij had tot de laatste bladzijde niet door wie de dader was.’
Literaire competitie
De literaire competitie vindt plaats in een gerieflijke villa, waar voor iedere deelnemer wel een plek is waar hij of zij zich kan terugtrekken om te schrijven. De pennen zijn geslepen begint zoals bijna ieder volwassen crimeprogramma nodig denkt te hebben: met spannende, aanzwellende muziek, snelle beelden, veel bloedvlekken en rode vegen. Niks mis mee, alleen gaat de muziek op den duur irriteren, het blijft bijna geen moment stil.
De deelnemers worden welkom geheten door thrillerauteur Noort die ze het grote genoegen van het schrijven voorhoudt: ‘Je bent baas van je eigen universum. Alleen, je hebt wel een hele lange adem nodig.’ Literair agenten Sebes en Bisseling staan als strenge schoolmeesters naast haar. ‘Kies niet voor een personage dat je niet kent, blijf bij jezelf’, doceert Sebes. En Bisseling: ‘Je moet een innerlijke noodzaak voelen.’
Omdat vijftig minuten schrijfonderricht wellicht kijkers snel laat wegzappen, hebben de makers ook voor de nodige praktijklessen gezorgd. De eerste hakt er meteen in: de zeven mogen in gesprek met Willeke Meijer, die met vele messteken haar man vermoordde, nadat hij haar dochter meerdere malen had misbruikt. Ze moest er twaalf jaar voor zitten. ‘Ik kon er toen niet zijn voor mijn kind.’ Heel plastisch beschrijft ze het geluid van een mes dat een lichaam binnendringt. ‘Dof. Alsof je met een puntschoen in een kartonnen doos trapt.’
Lesje forensisch speuren
Een andere les wordt gegeven door thrillerschrijfster Carina van Leeuwen. Naast een auteursleven leidt ze ook het leven van een forensisch rechercheur. Zij troont de groep mee naar een plaats delict: een rommelige garage waar bloedvegen te over zijn, maar ook een plukje haren op een krik, een knoop op de grond en een verfrommelde factuur. Op een stapel banden lag ook nog een mansgroot pakket, maar had niets met de sporen van doen. Een wapenexpert liet de zeven vervolgens op de schietbaan hun gang gaan, maar vertelde dat er ook andere mogelijkheden zijn om iemand van het leven te beroven. ‘Met een aardappelschilmesje wil het ook lukken.’
Dan is het tijd voor de theorieles. Sebes en Bisseling houden de aspirant-schrijvers voor dat je structuur in je verhaal moet aanbrengen. ‘Houd je aan de vijf W’s, de drie P’s en de vier S’en, oftewel wie, wat, waar, wanneer, waarom, perspectief, plot, personages, structuur, stijl, sfeer en spanning. Je kunt niet zomaar wat schrijven.’ Karskens verzucht later: ‘Komen ze met een heel schema aanzetten, het is toch geen wiskunde?’
Maar de zeven zetten zich vol goede moed aan het werk. Ze voltooien allen voor de deadline hun opdracht: schrijf in 750 woorden een geloofwaardige moord. Tinkebell verwerkt die in een brief aan haar vader. De jury is vol lof: ‘Sfeer goed getroffen’. Moeliker ziet in een penisbot van een walrus een moordwapen, hetgeen Sebes doet opmerken: ‘Kan een thriller grappig zijn?’ ‘Ja’, zegt Noort.
Praktisch onuitvoerbaar
Havertong brengt iemand om zeep met een wok en een frituurpan vol heet vet. ‘Lijkt me praktisch onuitvoerbaar’, zegt Bisseling, ‘die pannen zijn zwaar.’ Pont gebruikt in zijn moordverhaal iets te veel bijvoeglijke naamwoorden, terwijl Karskens op het terrein blijft dat hij als oorlogsverslaggever goed kent: een moord gepleegd door een sniper. Hendrickx kan stilistisch heel mooi schrijven vindt de jury. ‘Er zit meer intrige in dan spanning.’ Ubbink tenslotte schrijft ‘bizar goed’, zijn verhaal had een kop een romp en een staart.’
De driekoppige jury zegt aangenaam verrast te zijn door de verhalen. Noort besluit dan ook niet de formule van Heel Holland Bakt te volgen en meteen een deelnemer naar huis te sturen. Ze mogen allemaal blijven.
De pennen zijn geslepen mag vooralsnog ook blijven. Deze kijker is ook aangenaam verrast. Misschien de volgende keer iets meer van het schrijfambacht tonen, het was deze keer behoorlijk fragmentarisch. Dat mag best ten koste gaan van de praktijklessen, die wel een heel groot deel van de zendtijd opsnoepten. Wat vooral minder mag is die vreselijke achtergrondmuzak. De eerste aflevering van De pennen zijn geslepen krijgt een 7+.