Debuteren kun je leren!
Bijzonder idee
Freek van Kraaikamp koos voor zijn debuutroman een uitdagende setting: de ruwe voetbalcultuur. ‘Vanaf het moment dat Elitepauper in de winkels lag heb ik me verzet tegen de stempel van ‘hooligan-boek’. Ik vind het nogal kort door de bocht, te simplistisch. Een beetje alsof je Trainspotting een “heroïne-boek” kunt noemen. Al snap ik natuurlijk wel dat het in het oog springt, zo eerlijk moet je ook zijn. Zelf zie ik het meer als ode aan de ruwe voetbalcultuur. Rouwdouwende jongens op de voetbaltribune. Die grenzen opzoeken en er soms faliekant overheen gaan.’
Van Kraaikamp dacht echter verder dan alleen een boek uitbrengen, hij lanceerde een complete lijn rond Elitepauper met shirts, aanstekers, petjes en andere accessoires: ‘Een half jaar voordat Elitepauper gelanceerd werd hing ik in de Jaarbeurs, waar die nacht het 25-jarig bestaan van Thunderdome werd gevierd, mijn jas op. ‘Mag ik met je op de foto?’ klonk er vrijwel direct over mijn schouder. Ik keek de jongen wat verbaasd aan. ‘Ik vind je t-shirt zo tof’. Die nacht droeg ik voor het eerst een totaal voor de grap gemaakt Elitepauper t-shirt. Het was een begin van een bizar avontuur.’
Anderhalfjaar later kijkt de auteur terug op een avontuur dat is uitgegroeid tot een beweging: ‘Elitepauper is een geuzennaam geworden, die heel veel mensen met trots dragen. Inmiddels hebben we veel, véél meer kleding verkocht dan dat we boeken hebben verkocht. Niet dat het boek slecht verkoopt, want we schuren inmiddels tegen een vierde druk aan. Maar de petjes, t-shirts, truien en zwembroeken zijn niet aan te slepen. Het meest trots ben ik nog wel op de 20 tot 25 dames en heren met een Elitepauper tatoeage op hun lijf. Ik denk dat we gerust kunnen zeggen dat uitgeverij Prometheus niet zo goed raad weet met deze movement. Dit hadden ze met Connie Palmen nog nooit gehad natuurlijk. Ik zie Tom Lanoye niet zo snel een sponsordeal met Meiden van Holland of Thunderdome aangaan. Wat overigens prima is, ieder zijn eigen ding. De boeklancering in het marmeren met goud behangen grachtenpand van Prometheus met zo’n kleine honderd voetbaljongens in Australian trainingspakken en bomberjacks, trays met halve liters en knallende hardcore-muziek uit de boxen deed de wenkbrauwen bij menig, soms toch wat stoffige, boekenvakker wel fronsen. Ik ben Prometheus ontzettend dankbaar voor de kans die ze mij hebben geboden en de hulp bij het ontstaan van Elitepauper. Maar ik denk dat we na boeklancering ieder onze eigen weg zijn gegaan. Ik geloof heilig dat Elitepauper ook in de boekenverkoop nooit zo’n succes was geweest zonder het ontstaan van de movement. Dus op de Herengracht zullen ze zich ook wel in de handen wrijven. Laat dat jong maar lekker ravotten.’
Met haar debuutroman Concept M schetst Aafke Romeijn een toekomstvisie waarin de maatschappij er anders uitziet. Naast haar schrijverscarrière is ze muzikant en baseerde ze haar meest recent verschenen album M op dit universum. ‘Toen ik klaar was met het schrijven van Concept M wilde ik heel graag weer tijd steken in een album. Ik had alleen het gevoel dat ik nog lang niet uitgekeken was op de wereld die ik voor mijn boek verzonnen had,’ vertelt Romeijn. ‘Uiteindelijk heb ik daarom besloten om mezelf als songwriter te verplaatsen in de wereld van Concept M, om daar vervolgens een album over te schrijven.’
Sleutel naar succes?
‘Dat verschilt nogal per genre,’ zegt literair agent en schrijver Willem Bisseling. ‘Maar ruwweg kun je denk ik zeggen dat een debutant vooral een ontzettend goed idee moet hebben en dat ontzettend goed moet opschrijven. En met goed bedoel ik dan: goed in het genre. Elk genre heeft immers zijn eigen codes. Het is handig als je een netwerk hebt voor publiciteit, of als je een breed bereik hebt op social media. Dat helpt in ieder geval je boek onder de aandacht te brengen. De tijden dat een boek zichzelf verkoopt als het heel goed is zijn voorbij (of zijn er misschien wel nooit geweest). Het is belangrijk dat je boek aandacht krijgt. Als je daar niet zelf voor kan zorgen, is een uitgever die dit goed kan essentieel. Of een goede publicist.’ Bisseling publiceerde onlangs zelf een boek, Vader op komst, waardoor hij dus de rol van auteur aannam: ‘Ik ken het boekenvak op mijn duimpje en werk dagelijks met auteurs. Ik dacht altijd redelijk goed te begrijpen wat het is om auteur te zijn, maar zelf auteur zijn is voor mij een enorme leerschool geweest. Je gaat door alle processen waar een auteur ook doorheen gaat en het is heel erg fijn om alles een keer van de andere kant te hebben gezien. Ook is het goed te weten wat er allemaal gebeurt als je boek eenmaal gepubliceerd is. Ik zeg vaak tegen auteurs: 'Bedenk dat wanneer het boek er is, iedereen er iets van vindt.' en 'Maak je niet te druk om recensies in kranten, of om wat mensen over jou of je boek zeggen op social media'. Grappig genoeg heb ik dat nooit echt tegen mezelf gezegd en heb ik hier door alle publiciteit rondom mijn boek toch wel echt even aan moeten wennen... En ja, ik ben mijn eigen agent, ben er de afgelopen 13 jaar achtergekomen dat ik dat prima kan. Hoewel voor jezelf onderhandelen altijd moeilijker is dan voor een ander. Gelukkig deed Meulenhoff/Boekerij een keurig voorstel, dus echt onderhandelen hoefde ik niet, haha.’
Veel debutanten overwegen tegenwoordig ook om hun debuut via selfpublising beschikbaar te stellen aan lezers. Frank Krake heeft al meerdere bestsellers op zijn naam gezet met Menthol en De laatste getuige, en koos voor selfpublishing. Wat is dan de sleutel tot het succes van zijn boeken? ‘Ambitie,’ antwoord hij. ‘Daar hoort bij het beter te willen doen dan een reguliere uitgever, je moet een kwalitatief topproduct willen leveren. Je staat als Self Publisher namelijk met 10-0 achter. Je moet eerst de achterstand wegwerken met een top redacteur, vormgever, eindredacteur, corrector, verkoopteam, drukker etc. Daar bespaar ik niet op, de kost gaat voor de baat uit. De boekhandel zit niet op je te wachten, die moet je echt overtuigen dat je iets bijzonders te bieden hebt. Dan mag er niets op of aan te merken zijn aan je boek. Dan pas is het 0-0 en sta je enigszins gelijk met de ervaren uitgevers. Het verschil kun je maken door je persoonlijke betrokkenheid. Als de eerste bestelling van een boek binnen komt als voorintekening in het CB systeem, dan bel ik die boekhandel op en feliciteer ze maar bedank ze ook voor het vertrouwen. Bij het bereiken van een echte mijlpaal, het 50.000e boek van De laatste getuige bijvoorbeeld, dan bel ik de bewuste boekhandel en stel een feestelijke overhandiging voor aan een passende trouwe klant van ze. Daarvoor kom ik naar ze toe met een bos bloemen en een grote kaart met opdruk 50.000e boek. Als het boek net uit is dan trek ik door Nederland, spontaan zonder afspraak en bezoek de boekhandels om te vragen hoe het gaat en wat boeken te signeren. Waarom? Omdat ik daar plezier aan heb en de ambitie heb er een absoluut succes van te maken.’
Blijf realistisch
Het uitgeefcontract is getekend, het manuscript geredigeerd en het boek ligt klaar bij de drukker. Een spannende tijd breekt aan. Hoe ervaar je zoiets en wat zijn de beste tips? ‘Stel voor jezelf een aantal realistische verwachtingen op,’ zegt Aafke Romeijn. ‘Zelf stelde ik als doel: een positieve recensie in een krant, minimaal 10 enthousiaste reacties van lezers, en het uitverkopen van mijn eerste druk. Dat lijkt niet veel, maar het is al heel wat. Natuurlijk hoop je meteen de Libris Literatuurprijs binnen te slepen, maar de kans dat dat lukt is erg klein. Als je er stiekem toch op hoopt dan bestaat de kans dat je debuut heel erg gaat tegenvallen, en dat is jammer. Je hebt immers een boek geschreven, dat is sowieso al iets om heel trots op te zijn en om van te genieten! Omdat ik kleine doelen had gesteld waren alle dingen die daar bovenop nog gebeurden als extra snoepjes.’
En wat komt er allemaal op je af als je de weg van selfpublishing besluit in te slaan? ‘Ga bij jezelf te rade. Ben je echt bereid en in staat om een half jaar lang vol gas te geven om jouw boek tot een succes te maken?,’ legt Frank Krake uit. ‘Ben je bereid je spaarpot stuk te slaan, misschien zelfs geld te lenen mocht die al leeg zijn, om daarmee je nek uit te steken en dwars door muren te gaan om jouw boek in heel Nederland op het schap te krijgen? Wil je echt ieder weekend en vele avonden door heel Nederland reizen om je boek fysiek te promoten? Ben je in staat om minstens tien keer per dag van pet te wisselen? Van auteur naar uitgever, naar verkoper, naar marketeer, naar administrateur en naar inpakker? Je moet immers alles zelf doen. Als je om 14.00 uur vertrekt van huis voor een lezing 250 km verderop en dan ’s nachts om één uur thuis komt, ben je dan bereid en in staat achter je laptop te kruipen en de vragen van de Hebban leesclub te beantwoorden, journalisten een antwoord te sturen en de speciale orders van die dag te verwerken om het overzicht te houden wanneer je eventueel een nieuwe druk moet aanzetten? Zo zijn er honderden zaken die op je af komen. Als je liever gewoon lekker wilt schrijven op je zolderkamer en je liever al die rompslomp en het keiharde werken aan je voorbij wilt laten gaan, zoek dan een reguliere uitgever. Wees eerlijk naar jezelf. Maar heb je hier plezier in en krijg je daar juist energie van, stap er dan voor de volle 200% in en beleef het avontuur!’
‘Ik denk dat je als een auteur vooral realistisch moet zijn en niet te hoge verwachtingen moet hebben,’ vult Willem Bisseling aan. ‘De boekenmarkt is een niche. En ook nog een die super competitief is. Er zijn maar een paar boeken die boven komen drijven, en dat zegt echt niet altijd wat over de kwaliteit. Dus niet te hoog van de toren blazen en je de hele dag afvragen waarom andere boeken wel een succes zijn. En vooral ook anderen hun succes niet misgunnen en verongelijkt doen. Dat staat een auteur nooit goed.’
Lezen is leren!
De allerbeste les voor een beginnend schrijver is toch wel lezen; leren van auteurs die al een groot oeuvre op hun naam hebben staan of kijken hoe een andere debutant zijn eerste boek vorm gaf. Welke boeken mag een debutant of beginnend schrijver niet missen? Aafke Romeijn: ‘Zijn of haar eigen lievelingsboek! Vraag je af waarom dit het boek is dat je steeds weer wil lezen en kijk wat je ervan kunt leren.’ ‘Dan moet ik oordelen over het werk van een ander, dat vind ik erg lastig,’ geeft Frank Krake toe. ‘Wat werkt voor de één werkt misschien helemaal niet voor een ander. Ik geniet van boeken waar fictie en non-fictie dwars door elkaar heen lopen. Dat vind ik ontzettend knap om te kunnen bedenken en het goed te schrijven. Ik denk dan aan boeken als Daar is hij weer van Timur Vermes en De ondergrondse spoorweg van Colson Whitehead. Boeken met een hoog geschiedkundig non-fictie gehalte die met zo’n dikke saus fictie zijn overgoten dat ze belachelijk absurd zijn. Maar toch je ziel raken, dat vind ik mooi en leerzaam tegelijk.’
Voor Willem Bisseling bijna een onmogelijke keuze: ‘Aangezien alle debuten die ik de afgelopen jaren heb begeleid (en dat zijn er meer dan honderd) op hun eigen manier indruk hebben gemaakt. Jeetje... Verloren grond van Murat Isik, Paaz van Myrthe van der Meer, Toen ik je zag van Isa Hoes, De wezenlozen van Wytske Versteeg, Een uur en achttien minuten van Peter Zantingh en ga zo maar door. Heel erg verschillende boeken, maar ik herinner me van allemaal precies de eerste leeservaring. Maar dat geldt voor elk debuut waarbij ik betrokken was, anders zou ik ze niet hebben vertegenwoordigd. Misschien is het leuk een recent debuut te noemen: Honden huilen niet van Anne Moraal. Anne werkte ooit bij ons en had mij wel eens verhalen laten lezen. Ik was daar altijd zeer van onder de indruk en heb haar destijds gezegd: 'als je ooit een roman gaat schrijven, ben ik je agent.' Het duurde zeker vijf jaar, na herhaaldelijk aandringen, voordat ze een stuk tekst stuurde. Ik las het en was verkocht. Het duurde niet lang of ik had na een kleine submission aan slechts vijf uitgevers een recordbedrag voor een nog onbekende debutant. En het uiteindelijke resultaat is echt fantastisch.’
‘Zelf had ik vooral een idee hoe ik moest schrijven, niet wat ik wilde schrijven. Ik las literatuur vol zwaaiende, zwierige zinnen. Maar als je een passage over een rauwe voetbaltribune, een vechtpartij of een bad trip van de XTC en ketamine op die manier wilt beschrijven, dan gaat dat niet werken,’ zegt Freek van Kraaikamp. ‘Zeker toen ik mijn contract bij Prometheus had getekend dacht ik dat ik ineens vol dure woorden en betamelijke taal mijn verhaal moest vertellen. Toen raakte ik echt volledig verstrikt in mijn eigen verhaal en wat er ineens van me verwacht zou worden als auteur bij één van de grote literaire uitgevers. Tot ik in één weekend met een fikse sloot alcohol Fightclub van Chuck Palahniuk en American Psycho van Brett Easton Ellis uitlas. Als iets Elitepauper heeft gemaakt, dan is het dat weekend. Door het lezen van die twee boeken, later kwam daar ook Trainspotting van Irvine Welsh bij, viel bij mij het kwartje dat niets moest, maar alles mocht.Je hoeft niet te schrijven zoals Connie Palmen doet, je hoeft geen tweede Herman Brusselmans te zijn. Je moet vooral je eigen verhaal vertellen, op je eigen manier.’