Interview /
Deon Meyer: ‘Als Griessel de pagina binnenloopt dan gebeurt er iets.’
Driemaal is scheepsrecht
De Nederlandse lezer kon al in 1999 kennismaken met de Zuid-Afrikaanse thrillerschrijver. Toen verscheen Feniks, Meyers tweede, bij uitgeverij Van Buuren. Een klein jaar later gevolgd door Orion. Daarna werd het stil. Van Buuren ging failliet en Meyers Nederlandse kaarsje doofde. Tot uitgeverij De Fontein het in 2005 opnieuw zou proberen. Maar na Dodemansrit (een jaar later omgedoopt tot De Proteus diskette) en De Artemis affaire (2006) werd het wederom stil rondom de Zuid-Afrikaan.
Deon: ‘Ik heb wat pech gehad in Nederland. Mijn eerste uitgeverij ging failliet. En bij De Fontein lukte het gewoon niet. Na twee boeken besloten ze ermee op te houden. Soms gaat dat zo. Ik ben daarom ook zeer vereerd dat A.W. Bruna het zo groots oppakt.
Zuid-Afrika
13 uur speelt zich, net als zijn andere boeken, af in Zuid-Afrika. Een interessante setting door haar gelaagdheid en de vele verschillende bevolkingsgroepen die het land rijk is.
Deon: ‘Het is het land waarin ik woon en natuurlijk een fantastische setting voor spannende boeken. Veel interessanter dan vele andere plaatsen in bijvoorbeeld Europa. De diversiteit en multiculturele aspecten van het land zijn natuurlijk boeiende ingrediënten. Maar verwacht niet van mij dat ik alles uitleg wat er in Zuid-Afrika gebeurt. Dat is mijn taak niet. Ik wil mijn lezers entertainen met een spannend verhaal. Ik probeer menselijke personages te creëren waardoor mensen zich er overal ter wereld mee kunnen identificeren. De rest maakt niet uit.’
Voordat Deon Meyer fulltime schrijver werd, werkte hij als journalist en later als copywriter bij een reclamebureau. De wens om te gaan schrijven zat diep. Deon: ‘Ik was in de twintig toen ik voor het eerst wat begon te schrijven. Maar tot het einde van de Apartheid was het gewoon niet mogelijk om een thriller te schrijven met een politieagent als hoofdpersoon. De boeken die ik nu schrijf zouden toen verboden zijn geweest. Uiteindelijk ben ik een jaar nadat de Apartheid was afgeschaft echt begonnen. Dat werkte voor mij als een katalysator.’
Benny Griessel
In zijn eerste thriller die hij schreef speelde detective Benny Griessel slechts een bijrol, maar inmiddels speelt hij al in drie boeken de hoofdrol. Deon Meyer wil echter niet spreken van een serie.
Deon: ‘Ik schrijf boeken waarin af en toe dezelfde hoofdpersoon zit, maar het zijn allemaal opzichzelfstaande verhalen. Dat mag je ook geen serie noemen, vind ik. Benny Griessel was nooit bedoeld als hoofdpersoon. Hij speelde maar een klein rolletje in het eerste boek. Hij was daarin een alcoholist, dat is natuurlijk een beetje een cliché, maar uiteindelijk vond ik het zo leuk om met hem te werken. Als Griessel de pagina binnenloopt dan gebeurt er iets. Hij moest uiteindelijk wachten tot Duivelspiek voordat er een verhaal was waarin hij paste. En toen dacht ik: of ik moet zijn alcoholistische verleden vergeten, of ik maak er een feature van. Ik heb me goed verdiept in alcoholverslaving. Ik heb zelfs een aantal Alcohol Anonymous Meetings bijgewoond. Het is zo treurig om te zien. Elke dag is een gevecht voor ze. Diezelfde strijd voert Benny Griessel, dag in dag uit.’
Op reis
Deon Meyer reist veel en dat maakt schrijven soms wel lastig. Hij redt het tegenwoordig ook niet meer om een boek per jaar te schrijven.
Deon: ‘Afhankelijk van de fase waarin het boek zich bevindt kan ik wel of niet eraan doorwerken als ik op reis ben. Nu ben ik bezig met het opzetten van een nieuw verhaal, en dan lukt het me niet. Daarvoor zijn dagen als deze te hectisch. Maar tijdens mijn laatste promotietoer in de VS heb ik veel kunnen schrijven.’
Het vele reizen heeft hem nog niet op het idee gebracht om Benny Griessel internationale avonturen te laten beleven. Of stiekem toch?
Deon: ‘Hoe zeg ik dit op de alleraardigste manier… Europa is zo saai. Zoveel saaier dan een Zuid-Afrikaanse setting. Ik durf bijna te zeggen dat wij de spannendste, meest interessante setting ter wereld hebben om thrillers te laten afspelen. Dus waarom zou ik Benny naar het buitenland brengen? Toch denk ik er wel over na. Als ik hier uit het raam naar de gracht kijk, denk ik wel eens “wat zou Benny Griessel over deze stad zeggen”. Dat zou interessant kunnen zijn. En er valt ook vast wel iets te bedenken waarom Griessel in Amsterdam terecht zou kunnen komen. Maar nee, ik zie me dat voorlopig in ieder geval nog niet doen.’
Verfilming
Het succes van de Benny Griessel-boeken wordt nog eens onderstreept door de vergevorderde plannen van de producenten Malcolm Kohll, Michael Murphey en Ofir Kedar, die de volledige Griessel trilogie (Devil’s Peak, 13 Hours en 7 Days) willen gaan verfilmen. Kohll: ‘Ik geloof dat Deon Meyer voor de Zuid-Afrikaanse thriller zal doen wat Stieg Larsson deed voor de Scandinavische misdaadroman.’
Eerder deze week werd bekendgemaakt dat Sean Bean (bekend van o.a. de televisieserie Game of Thrones en Lord of the Rings) in de huid kruipt van de sympathieke detective. De opnamen van de eerste film, Devil’s Peak, zijn gepland voor september 2012 in Zuid-Afrika.
Deon: ‘Ik bemoei me daar verder niet mee. Ik kijk er vooral naar vanuit een zakelijk perspectief. Of het nu een goede of een slechte film wordt, het helpt mij mijn boeken te verkopen, en vooral op plaatsen waar ze nu nog niet verkrijgbaar zijn.’
Ondanks dat Deon Meyer de nodige ervaring heeft als scenarioschrijver, ligt het niet voor de hand dat hij het scenario van zijn eigen boek gaat schrijven.
Deon: ‘Een scenario schrijven vind ik heel erg leuk, maar dan wel van scratch af aan. Maar van een boek een scenario maken is een ander verhaal, en al helemaal als het over je eigen boek gaat. Ik kan er natuurlijk niet objectief naar kijken. Er moet altijd gesneden worden in de personages. Kijk, in een boek kun je een scène schrijven met honderden mensen zonder dat het een cent kost. Maar om dat in een film te doen kost ontiegelijk veel geld. In een boek kun je oneindig veel personages opvoeren en een rol laten spelen. In een film moet je iedere acteur betalen. Je moet dus snijden in je eigen idee. Dat wil ik niet, daarvoor houd ik te veel van mijn eigen personages.’
Hard werken
Deon: ‘Ken je het verhaal van de man die met zijn hoofd tegen de muur aan het bonken is? Iemand vraagt hem: Waarom doe je dat? Zegt hij: Omdat het zo’n lekker gevoel geeft als ik ermee stop. Dat is schrijven voor mij, haha. Het is altijd hard werken, maar als het boek weer af is, dan ben ik zo euforisch.’
Wanneer heeft hij dát gevoel? Na de eerste versie van het verhaal? Of pas als het boek in de winkel ligt?
Deon: ‘Mijn eerste versie is eigenlijk ook de versie die naar mijn uitgever gaat. Ik herschrijf elke dag wat ik de dag ervoor heb geschreven. Dus als ik mijn laatste woord op papier heb gezet, dan ren ik meestal naar boven en roep tegen mijn vrouw, terwijl ik op bed spring: “Ik ben klaar! Ik ben klaar!”, haha.’
Een la vol ideeën
Na het schrijven neemt Deon Meyer een paar weken vrij. Meestal zijn deze alweer gevuld met promotiereizen. Daarna begint hij met research. Heeft hij inmiddels een lade vol met ideeën verzameld voor nieuwe boeken?
Deon: ‘Nee. Vroeger schreef ik elk idee, elke ingeving, op. Dan kom je erachter dat 90 procent waardeloos is. Ik heb de ideeën in mijn hoofd zitten. De beste onthoud ik. Ik heb wel een bestand waarin ik interessante nieuwsberichten bewaar. Een oude gewoonte. Maar in de praktijk bekijk ik zelden wat erin zit.’
13 uur
Deon Meyer werd voor 13 uur genomineerd door de Britse Crime Writers’ Association voor een Dagger Award, werd in Amerika bekroond met een Barry Award en nam in eigen land de Boeke Prize in ontvangst. Het is een thriller met een zenuwslopend tempo, een gevecht tegen de klok. Waarom heeft Deon Meyer gekozen voor een tijdsbestek van dertien uur?
Deon: ‘Het is een ongeluksgetal, met de nodige bagage. Het is een lange werkdag. Het boek ervoor speelde zich in vier of vijf dagen af. Korter dan dat had ik nog niet gedaan in een thriller. Ik raakte gefascineerd in het tijdsaspect tijdens het schrijfproces. Ik houd een spreadsheet bij met de leeftijden van mijn personages, zodat dat altijd klopt. Maar ook een spreadsheet waarin ik vastleg wanneer er iets gebeurt in het boek. Als het begint op een maandag, dan is twee dagen later een woensdag. Dat zijn typisch van die dingen die je tijdens het schrijven kunt vergeten.
Ik ben me extreem bewust van tijd. Ik gebruik “tijd” ook om de spanning te verhogen. Voordat ik aan dit boek begon vroeg ik mezelf af wat het kortste tijdsbestek zou zijn om een complete thriller te laten afspelen. Ik noemde het manuscript 13 uur, maar ik was gaarne bereid het te veranderen in bijvoorbeeld "17 uur" of "18 uur", als ik voor het verhaal meer tijd nodig zou hebben. Het was een mooie uitdaging. Ook omdat de korte tijd een beperkende factor is voor nieuwe technologieën als DNA-onderzoek en forensische wetenschap.’