Dick Matena: ‘Werken houdt me in leven’
AMSTERDAM – Al vrij kort na zijn infarct in 2012 – midden in zijn bewerking van Turks Fruit – is Dick Matena terug aan het werk gegaan. 'Ik had vooral mentaal een flinke klap gehad: opeens was er geen toekomst meer. Alles kreeg een andere lading. Als ik het me kon permitteren, deed ik niks meer, maar ik moet mijn boterham blijven verdienen. Op mijn leeftijd heb ik het wat lastiger met vroeg en laat werken, maar voor de rest doe ik zo normaal mogelijk verder. Ik doe helemaal niet "alsof het mijn laatste dag is".'
U bent 73, veelvuldig gelauwerd en hooggewaardeerd, maar moet nog altijd uw dagelijks brood bij elkaar sappelen.
'In Nederland is het dedain tegenover strips nog altijd groot. In de jaren 1950 had je van die "beeldromannetjes" op zakformaat, die je eigenlijk niet mocht lezen. Er was toen een Amerikaans psychiater, Frederic Wertham, die beweerde dat jeugddelinquentie een rechtstreeks gevolg was van strips lezen. In de rest van Europa haalde men de schouders op, maar in Nederland ging dat erin als Gods woord in een ouderling.'
Vreemd, Nederland is toch een natie van grote schilders, van een beeldcultuur?
'Dat hebben we nog aan het katholicisme te danken. De auteur Jan Siebelink zei me: "Het is simpel: wij zijn van het woord, beneden de Moerdijk zijn ze van het beeld." Die beeldenstorm was er destijds niet voor niets. Begrijp me niet verkeerd, ik ben best gerespecteerd als tekenaar, maar mijn vak wordt ondergewaardeerd. Mijn "behoeftigheid" komt dan ook vooral door mijn soort werk; ik heb mijn vak altijd heel serieus genomen, wilde het op een hoger niveau tillen, en verliet dus al gauw het pad van de commerciële strips. Ik heb nooit stukwerk gemaakt. En dat vertaalt zich dus in een situatie waarin ik nog altijd moet werken. Ach, telkens ik me ’s morgens weer eens wanhopig daarover voel, ga ik lekker mijn ambacht uitoefenen. Ik geniet van mijn werk. Ik weet niet of ik die 73 ooit gehaald zou hebben zonder dat werkplezier: werken houdt me in leven.'
'Succes is een ketting waarin alle kraaltjes moeten passen.'
Marten Toonder was toch het bewijs dat commercieel en artistiek kunnen samengaan?
'Hij was een uitzonderling, één op de honderd. Artistiek op het niveau van een H.C. Andersen, met zijn meesterlijk satirische kijk op Nederland, en commercieel als een Vandersteen of Hergé. Je hebt die juiste balans nodig van zakelijk inzicht en artistieke integriteit, en die kun je niet bestellen, die moet je in je hebben. Zulke mensen creëren dan ook figuren als Bommel, Kuifje, Suske en Wiske, Guust Flater…'
Hebt u er spijt van nooit een reeks met zo’n tijdloos personage gemaakt te hebben?
'Nu ik ouder word toch wel, ja. Wat me troost, is het idee dat ik het wel gekund zou hebben, maar het ontbreekt mij gewoon de eigenschap met iets door te gaan, ik verveel me al na twee delen in een reeks. Succes is een ketting waarin alle kraaltjes moeten passen. Tja, ik heb andere dingen gedaan.'
Zoals bewerkingen van literaire meesterwerken. U hebt dan wel geen Bommel of Kuifje gecreëerd, maar mag u herinnerd worden als literaire bewerker?
'Graag, al vond ik mijn Mythen ook oké. Alleen spijtig dat ik pas op mijn 59ste met die bewerkingen ben begonnen, had ik er maar eerder aan gedacht. Het genre heeft ook geen school gemaakt. Begrijpelijk, want het is heel arbeidsintensief en ingewikkeld. Onder meer door het gebruik van de letterlijke tekst van het boek, omdat ik uit respect ervanaf wou blijven.'
'Ik kreeg bij De Avonden ooit het nijdige verwijt van een lezer dat ik "z’n boek had gestolen", zoals hij het zich verbeeldde dus. Ik ben er echter niet zo zeker van dat alle lezers zich beelden vormen bij literatuur. Heel wat mensen zijn niet zo visueel. Misschien hoort er hier een sticker op de cover: "voor visueel gehandicapten" (lacht).'
Anders dan in De Avonden, Kort Amerikaans, Kees de jongen of de Elsschot-bewerkingen, waarin de integrale tekst van de boeken geïntegreerd werd in de tekeningen - en al helemaal anders dan de interpretaties van (ouder) werk als de jeugdboeken Pietje Bel of Dik Trom – staat in uw versie van Turks Fruit de oorspronkelijke tekst onder een strook van drie of vier plaatjes. Zoals bij Tom Poes. Nochtans zegt u in Getekend Leven, uitgegeven bij een Matena-expo in het Museum Meermanno, een ‘balloontekenaar’ te zijn.
'Ik ben opgegroeid met die typisch Nederlandse tekststrips als Erik de Noorman, Kapitein Rob en natuurlijk Bommel, waaraan ik uiteindelijk ook ging meewerken. Behalve het werk van Toonder, dat echte literatuur is, en van de wagneriaanse Hans Kresse vond ik echter dat andere tekststrips weinig recht van bestaan hadden in die vorm. Voor een stripbewerking is een tekststrip met een duidelijk onderscheiden tekst makkelijker te lezen dan met balloons. Bij mijn versie van De Avonden kreeg ik van lezers, die nooit eerder strips hadden gelezen, te horen dat ze niet wisten hoe ze die ballonnetjes moesten lezen. Dus dacht ik: ik doe ’t eens een keer met tekststrips. En ook omdat ik wou dat de lezer het boek weer eens goed gaat lezen zoals het geschreven is. De film van Paul Verhoeven heeft het boek vertekend. "Benieuwd wat jij met Monique van de Ven gaat doen", zei men mij dan. Helemaal niks dus, ik teken háár niet, maar Annemarie Nauta, Jan Wolkers’ Olga. Turks Fruit is bekend als een seksboek en dat deed het goed verkopen, zeker in die tijd (1969, de film dateert uit 1972, red.), maar was niet gemaakt om op te winden. Als je ‘t herleest, blijk je veel vergeten te zijn, behalve de seks natuurlijk, die achter elkaar gezet maar een pagina of drie vult. Dat het boek voornamelijk over rancune en wrok ging, zijn de mensen vergeten.'
Wat voegt volgens u de tekening toe aan de tekst?
'Critici zeggen van mijn bewerkingen soms dat ze "onnodig" zijn. Helemaal niet, de oorspronkelijke werken krijgen door de tekeningen een ander ritme. Ik kreeg bij De Avonden ooit het nijdige verwijt van een lezer dat ik "z’n boek had gestolen", zoals hij het zich verbeeldde dus. Ik ben er echter niet zo zeker van dat alle lezers zich beelden vormen bij literatuur. Heel wat mensen zijn niet zo visueel. Misschien hoort er hier een sticker op de cover: "voor visueel gehandicapten" (lacht).'
Het valt me op dat in Turks Fruit uw stijl wat ruwer, ongepolijst is. Ook een effect van het infarct?
'Misschien, maar het was ook zo mijn plan om het niet te ingewikkeld te maken. Alleszins heeft deze manier van werken er niet voor gezorgd dat ik er korter of langer over gedaan heb. Ook in mijn kleurgebruik ben ik sober gebleven: louter bruine tinten. Felle jaren ’70-kleuren passen hier niet. Zo zie ik het toch. Dit is dan ook mijn versie, zoals Paul Verhoeven zijn versie maakte. Ik heb me in mijn tekeningen niet bewust gedistantieerd van de film. Ik heb die zelfs nooit goed gezien.'
'Ik heb een boontje voor werk met veel weemoed en zwarte humor (waar Reve in uitblonk), ik ben melancholiek, hou van huilmuziek: blues, country… ’t Is een echte afwijking… Maar tegelijk hou ik ook wel af en toe van een glimlach. Als het een boek is met alleen maar verschrikkelijke toestanden, haak ik af.'
Wat was destijds de invloed van het boek op u?
'In 1969 was ik 26 en al jaren getrouwd, dus de seks maakte niet meer zo’n indruk op me – dat zou anders geweest zijn als ik 17 was geweest (lacht) - ook al omdat ik uit een vrijgevochten milieu kwam. Nee, ik was een Jan Wolkers-fan: ik las het boek gewoon als een nieuw boek van een schrijver die ik bewonderde. De stijl en inhoud maakten meer indruk op me dan het schandaalkarakter.'
U maakte van Jan Wolkers eerst Kort Amerikaans…
'Dat is mijn favoriete Wolkers-boek. Daarom had ik dat gekozen. En Jan was er zeer voor te vinden, al wou hij dat ik de verkorte versie gebruikte die hij maakte na het succes van Turks Fruit. Wat ik dan ook maar deed, al vind ik de oorspronkelijke versie beter. Maar Jan had dan ook een groter commercieel vernuft dan ik.'
Wolkers, Reve, Elsschot… Hebt u een voorkeur voor het zwaardere werk? Of zijn dat juist de meesterwerken van de literatuur die een bewerking waard zijn?
'Ik heb een boontje voor werk met veel weemoed en zwarte humor (waar Reve in uitblonk), ik ben melancholiek, hou van huilmuziek: blues, country… ’t Is een echte afwijking… Maar tegelijk hou ik ook wel af en toe van een glimlach. Als het een boek is met alleen maar verschrikkelijke toestanden, haak ik af.'
Gelukkig bent u momenteel bezig met de lichtvoetiger cursiefjes van Simon Carmiggelt.
'Dat levert stukjes op van één tot vier pagina’s, in verschillende stijlen: de hilarische Kronkels teken ik wat karikaturaler, de weemoedige wat realistischer.'
Hoe zit het met de halfgetekende, halfgeschreven autobiografie die u wou maken?
'Dan moet ik aan het schrijven geraken, en dat doe je niet zomaar tussendoor. Al moet dat schrijven wel lukken, ik heb al wat columns gemaakt - herinneringen aan de stripwereld – en die zijn aardig bevonden. Ik hoop dat ‘t me nog lukt. Sommige projecten komen er gewoon niet meer van, zoals mijn bewerkingen van Roald Dahl-verhalen of Joyces Ulysses, ook al is dat rechtenvrij nu. Van Willem Elsschot wil ik zeker nog Lijmen doen en De verlossing; eigenlijk zou ik al zijn werk wel willen bewerken, maar daarvoor heb ik geen tijd van leven meer. En je moet het ook gefinancierd krijgen: van voorschotten alleen kan ik niet leven en de subsidiekranen zijn overal dichtgedraaid.'
Zoals Elsschot al zei: ‘Tussen droom en daad staan wetten en praktische bezwaren.’
Sneak Preview én winactie
Ben je nieuwsgierig geworden naar Dick Matena's Turks fruit, dan kun je alvast een Sneak Preview bekijken. Word je daar helemaal enthousiast van? Dan kun je hier kans maken op het boek.
Bekijk een voorpublicatie van Turks fruit - de strip
Meer voorpublicaties lezen? Je vindt ze allemaal hier terug.