Dossier /
Dossier Michael Connelly
Michael Connelly (1956) werd als tweede van zes kinderen geboren in Philadelphia. Zijn vader was aannemer. Doordat de familie tijdens zijn jeugd in vier jaar tijd vier keer verhuisde, bleef hij op elke school een outsider. Het maakte hem meer een observator dan een deelnemer. Een goede eigenschap voor een toekomstig schrijver. Michael groeide op in Fort Lauderdale. Naast zijn typisch Amerikaanse voorliefdes voor cheerleaders, hamburgers en Chevy’s, hield hij veel van lezen. Hij verslond de Engelse misdaadbibliotheek van zijn moeder (Agatha Christie en Conan Doyle) en ontdekte op de middelbare school de hard-boiled detectives van Ross McDonald en John Macdonald. Toch was het pas tijdens zijn studie aan de Universiteit van Florida dat zijn ogen werden geopend. Hij was diep onder de indruk van de verfilming van Raymond Chandler’s The Long Goodbye. Van een vriend leende hij alle boeken van Chandler. Hij las ze in twee weken en wist meteen dat hij ook schrijver wilde worden. Connelly koos op slag journalistiek en creatief schrijven als hoofdvakken. Nadat hij in 1980 was afgestudeerd, werd hij misdaadverslaggever voor kranten in Daytona Beach en Fort Lauderdale. “Ik heb altijd schrijver van misdaadliteratuur willen worden. Daarom werd ik politieverslaggever. Ik wilde de wereld waarover ik ging schrijven goed leren kennen.”
In 1986 bezorgde een diep menselijk artikel over de overlevenden van een vliegtuigongeluk hem een nominatie voor de Pulitzer Prize. Zijn aanzien als journalist steeg zodanig dat de toonaangevende Los Angeles Times hem inlijfde als misdaadverslaggever. Hij verhuisde naar L.A., de mythische stad van zijn idool Raymond Chandler. Na drie jaar criminele ellende in de stadsjungle was Connelly klaar voor zijn eigen boek. Het werd Black Echo (Tunnelrat) dat pas in 1992, twee jaar na voltooiing, werd gepubliceerd. Het won meteen de Edgar Award voor beste debuutroman. Het geld stroomde binnen. Toch nam hij pas na publicatie van zijn derde boek ontslag bij de krant. “Ik was gewoon niet zeker genoeg dat ik met het schrijven van boeken een lange, gezonde carrière voor de boeg had.”
Harry Bosch
Hoofdpersoon in Connelly’s debuutroman Tunnelrat is LAPD-rechercheur Harry Bosch, afdeling moordzaken van de Hollywood Divisie in Los Angeles. Een keiharde, niets en niemand ontziende politieman. In een rioolbuis vindt hij het lijk van Billy Meadows, destijds in Vietnam zijn mede-tunnelrat. Samen met hem vocht hij in een ondergrondse oorlog, een nachtmerrie die hem tot op de bodem van de hel bracht. Nu krijgt hij te maken met een criminele roof onder L.A. en wordt hij gedwongen de horror van Vietnam opnieuw te beleven. Bosch wordt door vriend en vijand gebruikt en verraden. Zijn overlevingsdrang wordt tot het uiterste getest. Connelly heeft de toon gezet voor zo’n beetje alle volgende boeken waarin Harry Bosch de hoofdrol speelt. Hij is held en antiheld tegelijk. Hij is cynisch en er kleeft een donkere kant aan zijn karakter. Hij komt vaak in conflict met zijn superieuren, hij maakt fouten en lapt alle regels aan zijn laars. Toch bijt hij zich keer op keer vast in schijnbaar onoplosbare zaken. Hij heeft veel vijanden, ook binnen het corrupte politiecorps. Bosch is de loner binnen het team, die zijn werk mee naar huis neemt. En dat ziet er ook niet al te florissant uit. Zijn geliefde huis in de heuvels van Hollywood wordt na een aardbeving onbewoonbaar verklaard. Het staat op instorten. Toch blijft hij er wonen. Het is kenmerkend voor de rest van zijn privé-leven dat omschreven kan worden als ‘puinhoop.’ Zijn vriendin loopt bij hem weg. Hij raakt stevig aan de drank. Hij komt als hoofdverdachte in het beklaagdenbankje wegens moord. Hij raakt levensgevaarlijk gewond. Zijn baas verbiedt hem een tijd lang op kantoor te komen. Hij moet met grote tegenzin verplichte sessies volgen bij een politietherapeute etc. etc. En dan is er nog de onopgeloste moord op zijn moeder die prostituee was. Het is een open wond die nooit geheeld is. Bosch heropent de zaak. Hij begint te graven aan de zelfkant van L.A. en komt uit in de duurste villa’s van Hollywood. Hij merkt dat de ethische normen van onderwereld of bovenwereld nauwelijks verschillen. Het versterkt zijn toch al aanzienlijke cynisme. “Elke actie lokt reactie uit,” zegt Connelly, “Bosch is zo vaak met misdaad en dood geconfronteerd, dat het zijn karakter onherstelbaar aantast. Als jouw werk bestaat uit het zoeken in de duisternis, wordt die duisternis een onderdeel van jou. Dat is de prijs die je moet betalen. Bosch leeft in het grote grijze gebied tussen goed en kwaad, optimisme en pessimisme. Vaak balanceert hij op het randje van het toelaatbare en dus ook het ontoelaatbare. Maar dat is de realiteit van het politiewerk.”
Veranderingen
In een later stadium levert Bosch, na een frustrerende zaak, vermoeid zijn badge in en trekt zich terug. Hij koopt een tweedehands Mercedes SUV, neemt saxofoonlessen en wordt privé-detective. Al snel weet hij dat het de zoveelste fout in zijn leven is. Gelukkig wordt hij in Slotakkoord, (de 11e roman met Bosch), teruggevraagd door de LAPD. Samen met zijn voormalige partner Kizmin Rider wordt hij op Onopgeloste Zaken (Cold Case Investigations) gezet. Maar omdat Connelly houdt van veranderingen, is ook die situatie inmiddels verleden tijd. In Echo Park leert hij de mooie FBI-agente Rachel Walling kennen met wie hij een relatie begint. Een relatie die niet van lange duur zal zijn. In het volgende boek Blind vertrouwen staan de voormalige geliefden, die voor hun werk opnieuw tot elkaar veroordeeld zijn, dan ook uitermate koeltjes tegenover elkaar Kiz is overgeplaatst en heeft een beleidsfunctie gekregen op het bureau van de hoofdcommissaris. De nieuwe collega van Harry wordt de piepjonge Ignacio Ferras die vrijwel alles wat Bosch doet ten strengste afkeurt. De plichtsgetrouwe rechercheur vindt Bosch veel te vrijzinnig omgaan met de regels. “Uiteindelijk heeft Bosch toch het gevoel dat hij God’s soldaat is. Dat hij op deze planeet is om zijn roeping te vervullen. Daarom heeft hij een compromis met zichzelf gesloten om te kunnen doen wat hij moet doen,” zegt Connelly ter verdediging van zijn hoofdpersoon.
In Blind vertrouwen werkt Bosch overigens voor de afdeling Beroving-Moord gewoon weer aan nieuwe zaken. De cold cases lijken voorgoed verleden tijd.
Middelbaar
Volgens Connelly is Harry Bosch een kruising tussen Philip Marlowe, Lew Archer, Dirty Harry en Frank Bullit met veel trekjes van de rechercheurs die hij tijdens zijn werk als misdaadverslaggever heeft ontmoet. “Maar,” zegt Connelly, “zo langzamerhand begint Harry steeds meer trekjes van mijzelf te vertonen. Zijn wereldvisie lijkt erg op die van mij. Het is onvermijdelijk. Als je veel tijd aan een karakter besteed, put je steeds meer uit jezelf.”
Connelly heeft inmiddels meer dan een miljoen woorden over Harry Bosch geschreven. Enkele jaren geleden zei Connelly: “Harry is op dit moment 55 jaar. In zijn vak gaat men maximaal tot zijn 60e door. Ik schrijf een boek per jaar. Dus heb ik nog vijf jaar om vijf boeken over Harry Bosch te maken.” Connelly heeft inmiddels een beetje met de tijd gesmokkeld om zichzelf meer armslag te geven. In zijn nieuwste boek Blind vertrouwen (The Overlook) is Bosch 56 jaar. Overigens worden de gevolgen van het klimmen der jaren wel aangestipt. Zo is Bosch een kluns op het gebied van elektronische hulpmiddelen en is hij niet van plan zich te gaan verdiepen in de wereld van computers, ipods, en BlackBerry’s.
Hieronymus Bosch
Harry Bosch heet voluit Hieronymus Bosch, een ongebruikelijke naam voor een politieman uit Los Angeles. Volgens Connelly koos hij de naam van deze 15e eeuwse Nederlandse schilder omdat hij zijn hoofdpersoon tot in de kleinste details inhoud wilde geven. Uit de gruwelijke afbeeldingen op de schilderijen van Hieronymus Bosch spreekt het gevoel dat de wereld gek is geworden, zoals op het schilderij “Hel” dat op de muur hangt tegenover de computer waar Connelly zijn boeken schrijft. “Ik dacht: het is de perfecte naam voor mijn hoofdpersoon. Het is een metafoor. De onbeschrijflijke gruwelwereld van Hieronymus Bosch is in principe het helse landschap van het hedendaagse Los Angeles van Harry Bosch.”
Werkterrein
Vrijwel alle verhalen van Michael Connelly spelen zich af in Los Angeles. Een stad die in het teken staat van Hollywood, maar die tevens het episch centrum is van de misdaad, met buurten die duisterder zijn dan die van New York.
De hoofdpersoon in de meeste boeken, Harry Bosch, opereert in de schaduwzijde van de glitter en glamour. Zijn wereld is de onderwereld met schreeuwerig neonlicht, goedkope straathoertjes, uitgestotenen, junks, straatdealertjes, Hell’s Angels, smoezelige stegen en broeierige achteraf kroegen. Om hem heen is uitbuiting, wanhoop, zelfdestructie en eenzaamheid. Zijn tegenstanders zijn psychopaten, seriemoordenaars, sadisten, drugdealers, zware criminelen en corrupte bovenbazen. Een mensenleven telt niet in de goten van de asfaltjungle. Toch vindt Bosch moeiteloos zijn weg in deze smeltkroes van moord, raciale spanningen en politieke intriges. De zelfkant zien is de zelfkant meemaken. En dat effect heeft de onderwereld op Bosch. Het wordt een deel van hem zelf. Af en toe dreigen zijn normen dan ook af te glijden. Hij is een loner tegen wil en dank die ook binnen zijn eigen organisatie de nodige weerstand oproept. Met zijn aangeboren antiautoritaire karakter maakt Bosch de spanningen voor iedereen, hem zelf incluis, af en toe ondraaglijk groot.
Verandering van point of view
De Harry Bosch verhalen zijn oorspronkelijk in de derde persoon geschreven. Maar in Verloren licht en Stroomversnelling stapt Connelly over op de ik-stijl. Geheel in de trant van Raymond Chandler’s private eye Philip Marlowe, wordt Harry Bosch onverwacht de verteller van zijn eigen avonturen. Na twee boeken keert Connelly terug naar zijn oude verteltrant. “Ik vond die twee boeken leuk, maar ik denk dat het publiek het liever anders zag. In de ik-stijl is er een erg grote rol weggelegd voor het gedachteleven van een personage. De lezer weet ook exact wat de ik-persoon weet. Dat maakt het voor een schrijver moeilijk om spanning op te bouwen. In de derde persoon kan je dingen verbergen en ze tevoorschijn halen wanneer je daar als schrijver behoefte aan hebt. De hoofdpersoon en de lezer hoeven niet alles te weten.”
Andere hoofdpersonen
Connelly heeft ook een aantal misdaadromans geschreven waarin anderen dan Harry Bosch de hoofdrol spelen. “Niet omdat ik genoeg had van het personage, maar omdat ik de tijd wilde nemen om na te denken over het karakter van Bosch. Ik wilde hem interessant houden.”
In Bloedbeeld (Blood Work) bijvoorbeeld is ex-FBI agent Terry McCaleb de hoofdpersoon. Hij heeft net een hartoperatie ondergaan en moet het kalm aan doen. Uiteraard een illusie voor iemand met het plichtsbesef van McCaleb. Blood Work werd succesvol verfilmd met Clint Eastwood in de hoofdrol.
McCaleb treedt ook samen met Harry Bosch op in Connelly’s tiende boek, Donkerder dan de nacht. Bosch speelt een ondoorgrondelijke rol in dit verhaal, zodat McCaleb zich aan het einde van het verhaal genoodzaakt ziet tegen hem te zeggen: “Ik kan je vriend niet meer zijn Harry.” Het is een meesterzet van Connelly om de loyaliteit en integriteit van vrienden en wetsdienaren ter discussie te stellen. Maar Connelly heeft ook een aantal echte stand-alone thrillers geschreven, zoals Maanstand met de sympathieke Cassie Black in de hoofdrol, een dievegge die casinogokkers berooft.
In De jacht introduceert Connelly de eigenaar van een revolutionair computerbedrijf, Henry Pierce, die op zoek naar ene mysterieuze Lilly, wordt meegezogen in de duistere wereld van escortservices, obscure websites en virtuele seks. Pierce was overigens de naam die Connelly oorspronkelijk voor Harry Bosch in gedachten had.
In een van zijn beste boeken, De dichter, laat Connelly misdaadverslaggever Jack McEvoy proberen om de dood van zijn broer te onderzoeken. McEvoy stond zo dicht bij Connelly’s eigen karakter, dat hij hem niet snel zal laten herleven in een nieuw boek.
En tot slot is er Connelly’s nieuwste hoofdpersoon Mickey Haller uit De Lincoln advocaat. Hij is een man die voornamelijk spreekuur houdt op de achterbank van zijn Lincoln. Een advocaat die werkelijk bestaat. Hij is een van de vele kleurrijke figuren uit L.A. die Connelly als voorbeeld heeft genomen voor zijn boeken.
Saillant detail is overigens dat alle stand-alone boeken van Connelly beter verkopen dan zijn veelgeroemde serie met Harry Bosch.
Inspiratie
Connelly is een schrijver die zich graag laat inspireren door de dingen die om hem heen gebeuren. Zijn debuut Tunnelrat was geïnspireerd door een misdaad die op dat moment in LA speelde. Blood Work was geïnspireerd door een vriend van Connelly die pas een hartoperatie had gehad. In het boek volgt Connelly vrij nauwgezet de medische en emotionele reis die zijn vriend maakte. “Ik gebruik steeds actuele gebeurtenissen voor mijn plots. In bijna al mijn boeken staat er wel iets van de actualiteit centraal.”
Het idee voor Stad van beenderen kreeg hij bijvoorbeeld toen hij een symposium bijwoonde. “In het lokaal naast dat van mij was men bezig met forensische antropologie. Men analyseerde de beenderen van een 12-jarig kind. Ik wist op hetzelfde ogenblik dat ik over die vorm van wetenschap een boek zou schrijven.” In Blind vertrouwen speelt Connelly volledig in op de angst voor moslimterrorisme in Amerika.
“Je moet het zo zien. Entertainment (boeken, films en tv) volgen altijd de trends uit het dagelijks leven. Toen de Amerikaanse politie een enorme belangstelling ontwikkelde voor “cold cases” volgden film en tv razendsnel. En ook ik liet Harry Bosch terugkeren naar de LAPD om onopgeloste zaken, ‘cold cases,’ter hand te nemen. Ik volg gewoon de meute.”
Schrijven is vechten
Connelly heeft het zelfbewustzijn van een vakman. Zoals een meubelmaker weet dat hij een keukenstoel kan maken, zo weet Connelly dat hij een verhaal kan vertellen. De verkoopcijfers en de prijzen die hij heeft gewonnen bewijzen dat keer op keer. Zijn grootste zorg gaat uit naar het vormgeven en uitdiepen van karakters. “Ik kan het alleen maar opbrengen om een jaar aan een boek te werken, als ik niet hoef na te denken over het maken van een intelligent plot. Ik wil kunnen nadenken over de karakters. Anders zou ik niet in staat zijn te schrijven. Een goed plot is bloedeloos totdat het gevuld wordt met het bloed van de karakters. Zonder goede karakters, geen goed boek.” Ondanks alles vindt Connelly schrijven een kwestie van hoogtepunten en dieptepunten. “Je voelt je euforisch als je op papier krijgt wat je wilt zeggen, maar als het een keer minder gaat, raak je behoorlijk depressief. Writin’ is fightin.”
Als motto heeft hij de uitspraak van Kurt Vonnegut Jr. omarmd die zegt: ”Zorg ervoor dat er op elke pagina iemand is die iets wil, al is het maar een glas water.”
Entertainment
Michael Connelly is een schrijver die schrijft met de lezer in gedachten. “Natuurlijk schrijf ik in de eerste plaats misdaadromans, maar op een bepaald niveau moeten mijn boeken ook entertainment bieden. Daar ben ik me heel erg van bewust. Ik schrijf voor een groot publiek. Met mijn taalgebruik houd ik daar terdege rekening mee.”
Amerikaanse onderzoekers hebben vastgesteld dat Connelly het zijn lezers niet moeilijk maakt. Hij gebruikt woorden met gemiddeld slechts 1.4 lettergreep. Per zin gebruikt hij 10.1 woord en van die woorden is slechts 7% als moeilijk te omschrijven. Ofwel 93% van de woorden is gemakkelijk te begrijpen. Een duidelijke erfenis van zijn werkzaamheden voor een grote krant, waar begrijpelijkheid voor iedereen de allerbelangrijkste eis was.
Verandering
Connelly is met zijn familie van L.A. naar Tampa, Florida verhuisd. Hij vindt dat het zijn gezinsleven ten goede komt. Om inspiratie op te doen voor zijn boeken, reist hij regelmatig naar L.A. om samen met privé-detectives of politiemannen op stap te gaan. Connelly houdt van verandering. Daarom wisselt hij de ruimte waarin hij schrijft steeds af. Van jaar tot jaar, van boek tot boek. Zo zat hij een jaar te schrijven in een kamer zonder raam en zonder bureau, zittend op de bank met zijn laptop op schoot. Een ander jaar zat hij aan een monumentaal bureau in een enorme ruimte met uitzicht op water. “Normaliter verander ik een aantal dingen, voordat ik aan een nieuw boek begin. Soms neem ik een nieuwe computer, maar soms wil ik een compleet andere omgeving. De enige constante in het leven is veranderen.”
……………………………………………………………………………………………….
Bibliografie: De hieronder genoemde jaartallen zijn van de verschijningsdata in Nederland.
De Lincoln-advocaat (2006, Confessions of A Lincoln Lawyer)
Slotakkoord (2005, The Closers)
Stroomversnelling (2005, The narrows)
Cielo Azul (2003, Cielo Azul)
Verloren licht (2003, Lost light)
De jacht (2003, Chasing the dime)
Bloedbeeld (2002, Blood Work)
Stad van beenderen (2002, City of bones)
Donkerder dan de nacht (2000, A darkness more than night)
Maanstand (2000, Void moon)
Spoordood (1999, Angels Flight)
Tunnelrat (1999, The black echo)
De dichter (1997, The Poet)
Kofferdood (1997, Trunk music)
Nachtgoud (1995, The Black ice)
Betonblond (1995, The Concrete Blond)
Hartzuur (1995, The Last Coyote).
Awards:
Edgar Award, Anthony Award, Macavity Award, Dilys Award, Nero Award, Barry Award, Audie Award, Ridley Award, de Maltese Falcon(Japan), .38 Caliber (Frankrijk), de Grand prix (Frankrijk) en de Premio Bancarella (Italië).