Dossier /
Dossier Moordliteratuur uit Italië
Traditie
De Italiaanse misdaadroman kent een lange traditie die teruggaat tot het eind van de 19e eeuw. In die tijd hield Eugene Sue lezers ruim een jaar aan haar krant gekluisterd met het vervolgverhaal Les Mysteres de Paris. Aangemoedigd door het succes van deze Franse feuilleton begonnen in Italië auteurs als Emilio De Marchi (Il cappello del prete, 1887) en Matilde Serao (Il delitto di via Chiatamone, 1892) zich in het genre te bekwamen, en daarnaast vonden ook steeds meer vertaalde Amerikaanse en Britse misdaadverhalen hun weg naar Italie. In eerste instantie in goedkoop gedrukte flodderboekjes, later in een stevige band. Maar in welke vorm de boekjes ook op de markt kwamen, het publiek was er dol op.
De giallo
In september 1929 startte uitgeverij Mondadori een detectivereeks onder de naam ‘I Libri Gialli’, De boekjes in de serie, die allemaal eenzelfde vormgeving kregen, waren herkenbaar aan de gele (giallo) kleur van de kaft, met daarop een illustratie, gevat in een rode cirkel. Na een korte aanloopperiode verschenen de gialli tweewekelijks en uiteindelijk zou ‘giallo’ de benaming worden voor de misdaadromans, policiers en detectives in de ruimste zin des woords. De serie van Mondadori was uitermate succesvol, maar kwam onder vuur te liggen van het fascistische regime, dat bezwaar maakte tegen het feit dat er in de serie met name boeken van Amerikaanse en Engelse auteurs werden gepubliceerd. In 1931 stelde het de eis dat minstens 15% van de gialli door auteurs van eigen bodem moesten worden geschreven en enige jaren later werd verordonneerd dat de moordenaar in het verhaal absoluut geen Italiaan mocht zijn. Het was de reden voor Italiaanse auteurs om hun misdaadverhalen in andere landen te situeren, zodat het wat logischer werd dat de moordenaars een andere nationaliteit hadden. In 1941 werd de reeks alsnog door de fascistische regering verboden. Het genre werd zedenbedervend bevonden en was volgens de machthebbers niet vaderlandslievend genoeg. Het zou vervolgens tot 1947 duren voordat er weer gialli Mondadori verschenen. Maar vanaf het moment van verschijnen waren ze weer even populair als vroeger.
Amerikaanse import
Waren het eerst vooral de Amerikaanse hard-boiled mysteries die in Italiaanse vertaling bij Mondadori verschenen, al snel stortten ook de Italiaanse auteurs zich weer op het genre. In 1957 kwam Carlo Emilio Gadda met zijn boek Die gore klerezooi in de Via Merulana, een ‘anti-detective’ die van grote invloed zou zijn op latere auteurs. Er tekende zich langzaam een scheiding af tussen traditionele giallo-auteurs en de zogeheten ‘literaire’ detectiveschrijvers. Belangrijk exponent van die laatste groep was de Milanees Giorgio Scerbanenco, die het genre in de jaren zestig een enorme impuls heeft gegeven. In 1961 zag Leonardo Sciascia’s De dag van de uil het licht, dat zich afspeelde op Sicilië.
In de jaren zeventig verscheen De Zondagsvrouw van het Turijnse duo Fruttero en Lucentini en in 1980 gaf Umberto Eco met De naam van de roos het startschot van een nieuw genre, de historische thriller, warmee onder anderen een schrijver als Giulio Leoni (De mozaïek moorden en De lichtmoorden), Robert Harris (Pompeii, Imperium) en het duo Monaldi & Sorti (Secretum, Imprimatur, De twijfel van Salai) recentelijk veel succes hebben geoogst.
Italiaanse melancholie
In de jaren negentig kwam het genre andermaal tot wasdom met auteurs als Carlo Lucarelli, Marcello Fois, Massimo Carlotto en natuurlijk Andrea Camilleri, de schepper van de
Siciliaanse commissaris Montelbano, van wiens gialli er inmiddels vele miljoenen exemplaren zijn verkocht. Andrea Camilleri (Sicilie, 1925) is een van de belangrijkste misdaadauteurs van Italië. Zijn allereerste thriller De loop der dingen werd in 1968 geschreven en door 14 uitgeverijen afgewezen. In 2000 zou het alsnog worden gepubliceerd. Camilleri die vanaf dat moment de smaak te pakken had, schreef vrijwel elk jaar een thriller. In het begin stand alones. Maar met De vorm van water uit 2002 had hij eindelijk zijn draai gevonden, mede dankzij de introductie van de zeer aansprekende commissaris Montelbano, een laconieke speurder die, in de trant van Maigret, een rustige aanpak verkiest boven wilde schietpartijen en achtervolgingen. Enkele boeken met zijn avonturen zijn: De geur van de nacht, De stem van de viool, Het ronden van de boei, Het geduld van de spin en De maan van papier. Ze zijn allen uitgegeven door de in Amsterdam zetelende uitgeverij Serena Libri die al sinds 10 jaar ijvert de Italiaanse misdaadroman in Nederland gewaardeerd te krijgen. Bij deze uitgeverij verscheen ook het miniboekje Het medaillon (49 blz.) van Camilleri, waarmee hij aantoont niet alleen op de lange baan uit de voeten te kunnen, maar ook op de korte baan. Het Medaillon is een prachtig ontroerend verhaal. Het toont aan hoe emoties, trouw en liefde kunnen zorgdragen voor een perfecte combinatie tussen spanning en menselijkheid. Het Medaillon laat zien hoe een schrijver zijn publiek kan boeien met kleine gebeurtenissen van eenvoudige mensen. Hoe sentiment en melancholie de pijlers kunnen zijn voor een verstild verhaal waarin de vraag of elke handeling, door de wet omschreven als misdaad, ook wel echt misdaad is. Een verhaal vol stille hartstocht. Typisch Italiaans.
Poëtische misdaad
Een andere grootheid uit de Italiaanse misdaadliteratuur is Eraldo Baldini (1952), een schrijver die balanceert op de grens tussen gewone roman en misdaadroman. In zijn prachtige boek Nevel en As beschrijft hij het leven van een buschauffeur, een dromer die schrijver had willen worden, een moderne graalridder die verliefd is op een onbereikbare vrouw. Prachtige beeldspraken, subtiel beschreven emoties en meeslepende dromen en losse gedachten. Stap voor stap, onafwendbaar, voert het onvermogen van de chauffeur de situatie naar een gruwelijk einde. Baldini laat je de meest verontrustende kanten van de mens zien in een subliem proza. Dit is echt heel mooi. Maar een pure thriller? Opvallend is dat veel Italiaanse thrillers mooie beschrijvingen van innerlijk en emoties verkiezen boven het harde geweld.
Voor wie daar van houdt, is de wereld van de Italiaanse thriller een paradijs op aarde.
Passie leidt tot misdaad, onvervulde dromen leiden tot misdaad, onderdrukte emoties leiden tot misdaad. Het plegen van een misdaad waarbij het eigen leven of toekomst wordt opgeofferd is een poëtische daad. Een valentijnskaart in bloed gedrenkt.
Een ander opvallend feit is dat elke Italiaanse regio zo zijn eigen auteurs heeft: Lucarelli in Bologna, Fois en Todde op Sardinië, Farinetti in Turijn, Camilleri op Sicilië en Filasto in Florence. Vaak zijn karakteristieke elementen uit de regio in de gialli terug te vinden en wordt het gebruik van dialect niet geschuwd. Het meest opvallend is dit bij Camilleri, wiens personages een mengsel van Italiaans en Siciliaans praten.
Giulio Leoni: thriller is kunst
De misdaadroman in Italië lijkt langzamerhand tot een volwaardig genre te zijn uitgegroeid. Volgens Giulio Leoni die in 2000 de Premio Medusa won voor zijn debuutroman I delitti della Medusa, is dat waar, maar is de weg naar erkenning lang geweest. Terwijl hij zijn karakteristiek bebaarde hoofd lichtelijk opheft om de verslaggever extra scherp aan te kunnen kijken zegt hij met overtuigende, zware stem: “ In Italië wordt de traditionele misdaadroman nu wel degelijk beschouwd als literatuur. Maar lange tijd werd het gezien als volstrekt minderwaardig. De oorsprong ligt in het verleden. Een man als Dante, waar mijn boeken over gaan, schreef voor het volk. Maar vanaf Petrarca werd er uitsluitend geschreven voor belangrijke mensen die een positie hadden in de maatschappij. In wezen is het zo dat in Italië vrijwel alles dat geschreven werd, voor het hof bestemd was. Literatoren in die tijd hadden een grote minachting voor populaire boeken. Aan de universiteiten werd alleen gedoceerd in “hogere literatuur”. Vandaar dat genres als science fiction, fantasy en misdaadliteratuur later geen schijn van kans maakten serieus genomen te worden. Dat heeft er lange tijd voor gezorgd dat die genres niet tot bloei konden komen. De gialli bestonden, maar het was in de marge. Ze werden gelezen door het gewone volk en genegeerd door de critici. Pas vanaf de jaren tachtig (van de vorige eeuw) zijn er dingen veranderd. Het eclatante succes van Umberto Eco heeft daar zonder twijfel aan meegewerkt. Hij werd beschouwd als een serieus literator. Het moet gezegd worden, dat de critici verbijsterd waren en eigenlijk niet wisten wat ze met hem aanmoesten. Maar eind jaren tachtig kwam er een nieuwe generatie docenten aan de universiteit met andere inzichten. Veel meer open minded. Zij keken naar alles, dus ook naar wat er in de rest van de wereld gebeurde. Je ziet dat die houding zijn weerslag heeft op de materie waarin op de universiteiten gedoceerd werd en dat had weer invloed op de houding van critici. En volgens de goede traditie van de sneeuwbal was dat weer van invloed op de romanschrijvers. Kijk, populaire kunsten kunnen ook Kunst met een grote K zijn. Het beeldverhaal wordt in Europa gezien als kinderamusement. In Frankrijk wordt de tekstuele en grafische waarde onderkent en is het Kunst. Datzelfde geldt voor film. Je hebt populaire films maar ook Kunstfilms. Nu eindelijk is in Italië ook bij boeken het verschil tussen hoog en laag weggevallen. De thriller kan ook Kunst zijn en krijgt nu ook die waardering.”
Buitenlandse auteurs
Italiaanse misdaadschrijvers onderscheiden zich van hun Europese collega’s door hun boeken vol passie, sentiment en een warmbloedig melancholisch taalgebruik. Maar afgezien van die kwalificaties zijn er tal van buitenlandse auteurs die hun boeken graag in Italië situeren en die ook getuigen van een grote liefde voor het land en de bevolking. Zo spelen de lotgevalen van Highsmith’s talented Mr. Ripley zich meerdere malen af in Italië en situeerde Helene Nothenius haar thrillers in het 14e-eeuwse Toscane. Een inspirerende omgeving voor moord en mysterie want ook Mark Mills reisde voor zijn boek De Toscaanse tuin af naar Italië.
De Spaanse Julia Navarro koos Turijn als locatie voor Het Sindonecomplot waar de kathedraal waar de lijkwade (sindone) van Jezus bewaard werd, op verdachte wijze steeds in de brand vloog.
Wereldberoemd ook zijn de zachtmoedige politieromans van Donna Leon, de Amerikaanse die zo verliefd werd op Venetië dat ze zich er vestigde. Al haar politieromans spelen zich dan ook af in deze dogestad. Haar hoofdpersoon is commissaris Brunetti, een kalme Venetiaan die met hart en ziel van zijn stad houdt.
Een andere auteur die zielsveel van Italie, en met name Rome, is gaan houden is David Hewson (De Vaticaanse moorden, De Pantheon getuige, De engelen des doods). Hij schrijft zo beeldend dat je Rome ruikt, proeft en ademt als je zijn boeken leest. Hij weet de chaotisch Italiaanse sfeer perfect te treffen. Zijn hoofdpersonen Costa en Peroni zijn van het zeldzame soort rechercheurs dat zich grote en pijnlijke vragen stelt bij wat goed en kwaad is in een wereld waar alle grenzen vervagen. (“Eerlijkheid is alles wat we hebben.”) Een houding die hen, samen met hun baas Falcone en de dwarse patholoog anatoom Teresa Lupo, grote interne moeilijkheden oplevert. Dat getuigt van moed, in een organisatie waarin corruptie en hoogmoed royaler worden beloond dan integriteit.
Ook wijlen Michael Dibdin was een groot Italie-liefhebber. Zijn creatie Aurelio Zen lost misdaden door heel Italie op, dat wil zeggen hij begeeft zich naar diverse streken in Italie waar misdaden opgelost moeten worden. Terwijl Aurelio Zen het druk heeft met allerlei problemen en probleempjes van geheel andere aard, wordt de misdaad vaak zonder zijn inmenging opgelost. Ook hier wordt de Italiaanse landsaard getypeerd door de liefdevolle blik van een vreemdeling, maar leuk is het wel.
Maar er zijn meer auteurs die Italie tot hun favoriete misdaadlocatie hebben uitgekozen, zoals Margreet Hirs die haar carabinierei Neonato door heel Italie misdaden laat bestijden, terwijl politiechef Guarnaccia van Magdalen Nabb met name in Florence opereert. Tot slot houdt inspecteur Proteo Laurenti van Velt Heinichen zich bezig met de misdaad in en rond Triest.
Italiaanse speurder & vrouw
Veel Italiaanse speurders hebben gemeenschappelijke kenmerken: zo zijn het zonder uitzondering mannen, al spelen er op de achtergrond altijd wel vrouwen een rol. Donna Leon’s commissaris Brunetti gebruikt zijn zelfstandige vrouw veelvuldig als klanbord.
Livia, de vriendin van Camilleri’s commissaris Montelbano weet, ook als ze niet bij hem is, vaak een stempel op zijn gedachten te drukken. Heinichens inspecteur Laurentini worstelt met een slecht huwelijk, Fois’ advocaat Bastianu zit klem tussen zijn moeder en zijn verloofde Clorinda en Michael Dibdins Aurelio Zen laat zich graag koeieneren door zijn ex, al brengt zijn nieuwe liefde Gemma rust in zijn bestaan.
Italiaanse speurder & eten
Een tweede element dat bij vrijwel alle detectives een zeer elangrijke rol speelt, is eten. Hoe het onderzoek ook verloopt, er is altijd wel een aanleiding te vinden om uitgebreid te tafelen, waarbij steevast de lof wordt gezongen van en uitgebreid wordt ingegaan op diverse regionale specialiteiten die met smaak worden verorberd. Ook het aantal keren dat de Italiaanse speurder zich aan tafel zet is vele malen hoger dan het aantal van drie maaltijden die het Nederlandse voedingscentrum voorschrijft. Italianen gebruiken veel olijfolie en eten veel vis, dat gecombineerd met een flinke dosis wijn, schijnt vetzucht doeltreffend te bestrijden.
Dante’s Divina Comedia
Omdat Italianen trots zijn op hun verleden en omdat ook buitenlanders niet heen kunnen om het belang van het Romeinse rijk van weleer worden er tal van historische romans geschreven met historische figuren in de hoofdrol.
Robert Harris heeft na zijn roman over Pompeii jaren geïnvesteerd in de research naar alles wat met de Romeinse redenaar en staatsman Cicero te maken had. In zijn eerste boek over Cicero, (tevens 1e deel van een gepland drieluik) het prachtige Imperium beschrijft hij op sfeervolle en levendige wijze het oude Rome, de oorlog tegen de piraten en de machtswellust van senatoren en bloeddorstige legerleiders, de leef- en woonomstandigheden van gewone burgers en natuurlijk het leven en werk van de intelligente en ijdele Cicero. Imperium is dan ook een rijke roman over een rijk leven uit een rijk gedocumenteerde periode.
Giulio Leoni heeft voor zijn spannende thrillertriologie Dante Alighieri als hoofdpersoo genomen. De boeken (De Mozaiekmoorden, De Lichtmoorden) spelen zich af in het Florence van het jaar 1300. Dante werkt aan het laatste deel van zijn Goddelijke komedie. Zijn mandaat als prior van de stad Florence loopt bijna, maar toch moet hij een aantal raadselachtige moorden zien op te lossen. Leoni is een stijlvol man met een grote literaire kennis. Zijn verhalen over Dante zijn zowel poëtisch, leerzaam als spannend. Zelf verklaart hij zijn keuze voor zijn historische onderwerp niet zo bijzonder te vinden: “Ik beschrijf een intrigerende periode. Florence was in die tijd een van de grootste steden van Europa, met meer dan 100.000 inwoners. Groter dan Rome. Het liep in alles voorop. En Dante, was niet alleen dichter, maar ook een van de hoogste ambtenaren van Florence. Je moet niet vwergeten dat Dante in Italië een nationale held is, een begrip en dat geldt ook voor zijn meesterwerk de Divina Comdia. In de rest van Europa is het misschien anders, maar in Italië is de Divina Comedia van Dante verplichte kost. Op de middelbare school wordt het geanalyseerd en uitvoerig verklaard. Voor Italianen is Dante dus een oude bekende. Dat neemt niet weg dat de mensen die van mijn boeken houden meestal wel enige opleiding hebben genoten en dat die mensen iets van de 14e eeuw snappen. In mijn boeken verwijs ik regelmatig naar de Divina Comedia. Ik laat mijn hoofdpersonen ook handelen en spreken zoals in die tijd het geval was, volgens mijn bronen. Ik laat hen bijvoorbeeld gokken. Het was verboden, maar het gebeurde welEnige kennis is dus absoluut een voordeel. Maar ik probeer zoveel sfeer te geven en het tijdsbeeld zo duidelijk neer te zetten, dat ook de leek er plezier aan kan beleven.
Gebrek aan tolerantie
Ook het duo Monaldi & Sorti hebben voor hun boeken gekozen voor het verleden.
Momenteel zijn er drie eken van hun hand verschenen waarin abt Atto Melani de hoofdrol speelt.(Imprematur, Veritas en Secretum. Hoewel de serie in het buitenalnd een succes was, zijn de boeken in Italie, het thuisland van de auteurs niet leverbaar. Door sommige Roomse lezers werd de eersteling van het schrijversduo minder gewaardeerd. Toch waren Monaldi & Sorti oprecht verbaasd toen bleek dat de Italiaanse uitgever opeens geen belangstelling meer had voor hun werk. Een Italiaanse editie van Imprematur is derhalve verschenen bij de Nederlandse uitgever Cargo en moet verkocht worden via internet. Voor deze Italiaanse editie schreven de auteurs een voorwoord waarin zij hun verbazing en ongeloof kenbaar maken.
In het drieluik van Monaldu & Sorti is abt Atto melani de hoofdrolspeler. Hij is een voormalige castraatzanger en geheim agent van de zonnekoning in Frankrijk.
Bij hun research voor Imprimatur vonden Monaldi & Sorti in de archieven in Rome dat de toenmalige paus voor eigen gewin de protestantse Willem III van Oranje financieel steunde in zijn strijd tegen de katholieke Zonnekoning. In hun tweede boek, Secretum, ontdekten zij dat het testament van de kinderloze Spaanse koning was vervalst. De hele Spaanse successieoorlog was daarmee gebaseerd op een leugen. Het Vaticaan en de Italiaanse overheid waren niet blij met de boeken en hoewel censuur in Italië officieel niet bestaat, bleek de uitgever plotseling niet meer bereid hun goed verkopende boeken uit te geven. Ook toen zij later hun boek via internet wilden verkopen, waren er plotseling merkwaardige gebeurtenissen die dat verhinderden. Een hacker blokkeerde hun website. De verkoop werd geblokkeerd via een site in China.
Het is Italië, ten voeten uit, Het land van de heerlijke zon, de fraaie vergezichten en het goede eten. Maar ook het land van Berlusconi, Het Vaticaan, de mafia, in willekeurige volgorde.
Meningen die indruisen tegen de heersende machten worden nog steeds bestreden met middelen die ook in de jaren dertig gebruikt werden. Toen heette het “publicatieverbod” en nu heet het “publicatie onmogelijk maken”.
Gelukkig heeft het merendeel van de moderne Italiaanse misdaadroman niets te maken met politieke of religieuze bemoeienissen. Het is een wereld vol sentiment, melancholie en passie die brak ligt om ontdekt te worden. Een heel aparte wereld, even mooi en met evenveel tegenstellingen als het land zelf. Gun uzelf eens een ontdekkingsreis.
Met dank aan Italie Magazine, Yond Boeke en Gulio Leoni.