Willem Elsschot, terug van nooit echt weggeweest
Elsschot: zakenman en schrijver
Wie las niet Kaas of Villa des Roses voor de verplichte literatuurlijst? Willem Elsschot heeft een aantal stevige klassiekers op zijn naam staan. Deze rasechte Antwerpenaar heette officieel Alfons De Ridder. Hij studeerde af als Licentiaat in de Handelswetenschappen en woonde later in Parijs, Rotterdam en Brussel. Elsschot was onder andere actief als loopjongen, boekhouder en handelscorrespondent. Nadien werd hij reclameman met een eigen reclamebureau (in die tijd een zeer modern beroep). Zo bedacht hij bijvoorbeeld het volgende mosterdvers voor de Gentse fabrikant Tierenteyn:
Geen mostaard is zoo fijn
als die van Ferdinand Tierenteyn.
Alle lekkerbekken weten:
er is geen smakelijk eten
als er geen mostaard wordt bijgedaan.
Dan pas is men voldaan.
Maar wat ik nog zeggen wil:
in mostaard is er veel verschil.
Die van Tierenteyn Ferdinand/ is de beste van heel het land.
Toch stond Elsschot zeer kritisch tegenover de commerciële zakenwereld. Hij was - uiteraard - niet alleen zakenman, hij publiceerde een tiental romans/novellen, alsook gedichten (onder andere het opvallende ‘Het huwelijk’). Zijn prozadebuut was Villa des Roses (1913). Zijn bekendste werken zijn: Lijmen (1924), Kaas (1933) en Het Been (1938). Na Het dwaallicht (1947) stopte Elsschot met schrijven, hij was van mening dat hij 'uitgeschreven' was.
Het 'gewone' woord
Kenners omschrijven de stijl van Willem Elsschot als realistisch en sober (het ‘gewone woord’), tragikomisch/cynisch, zakelijk, beknopt, maar toch gevoelig. Ook zijn taal wordt nog steeds als modern ervaren. Het is moeilijk om Elsschot duidelijk te plaatsen binnen een bepaalde stroming: hij heeft immers een heel unieke, individuele en vernieuwende stijl. De schrijfterm ‘Elsschotproef’ is naar hem vernoemd: zoveel mogelijk woorden schrappen uit een tekst, zonder dat de inhoud verloren gaat; om de leesbaarheid te verhogen.
Het menselijk falen als thema
Thema’s die vaak weerkeren in Elsschots werk zijn: het zakenleven, het gezinsleven, religie (de katholieke kerk), menselijk falen, de kleine kantjes van de mens, de stad vs. het platteland, oorlog en oorlogsdreiging, de tijdgeest van het interbellum in Vlaanderen, België en Europa. Hij integreert eveneens voortdurend autobiografische elementen in zijn romans, zoals zijn professionele en persoonlijke ervaringen, de zakenwereld, zijn huwelijk (met Fine), zijn gezin en familie (zijn zonen, zijn dochters, zijn kleinzoon ‘Tsjip’ uit de gelijknamige roman), ... Belangrijke personages die vaak terugkeren in zijn boeken: de sluwe, harde zakenman Karel Boorman en de brave, gevoelige huisvader Frans Laarmans. Beide personages belichten andere facetten van de mens Elsschot.
Literatuurcriticus Menno ter Braak (van het invloedrijke tijdschrift Forum) was sinds de jaren 1930 een groot liefhebber van Elsschot en was ook van groot belang voor het succes van de auteur. Uit hun onderlinge correspondentie blijkt dat Menno ter Braak zelf ook invloed had op het werk van Elsschot: zo vond hij dat de schrijver opnieuw het personage Boorman moest gebruiken in Het Been (als vervolg op Lijmen) en in zijn latere werk (onder andere ook Het tankschip uit 1942). Meer achtergrondinformatie daarover vind je hier.
Lees verder op pagina 2