Interview /
Dubbelinterview Saskia Noort en Simone van der Vlugt
Wat kan er veel gebeuren in zes jaar. En wat is er veel gebeurd. Saskia schreef in die jaren twee literaire thrillers, beide enorme bestsellers: Nieuwe buren (2006) en De verbouwing (2010). De verfilming van Terug naar de kust met Linda de Mol in de hoofdrol trok meer dan 350.000 bezoekers naar de bioscoop (2009) en de film van De eetclub gaat op 25 november in première. Tussendoor nam ze nog even een prestigieuze Franse literaire prijs in ontvangst voor De eetclub, en werd ze twee keer genomineerd voor de NS Publieksprijs. De teller staat inmiddels op 1,5 miljoen boeken.
De reünie werd het succes waarvan Simone in eerste instantie niet durfde te dromen. In nog geen jaar tijd werden honderdduizend exemplaren verkocht. Het bleek het begin van een succesvolle carrière als auteur van literaire thrillers. Onlangs verscheen Op klaarlichte dag, haar zesde thriller, waarvan binnen vier maanden al 130.000 exemplaren over de toonbank gingen. Sinds ons vorige gesprek schreef ze dus vijf thrillers, maar daarnaast nog een historische roman voor volwassenen (2009), twee jeugdromans en twee historische jeugdboeken. Nee, Simone heeft niet stilgezeten. Vier van haar thrillers werden genomineerd voor de NS Publieksprijs.
FILM
Saskia verkeert momenteel in een rare fase van haar leven. Haar huis in Amsterdam is nog niet af, haar spullen zitten in de opslag en tussen de bedrijven door schrijft ze in haar ‘kantoor’ bij Spaces, een trendy kantorenverzamelpand in hartje Amsterdam.
Saskia: ‘Het werkt erg lastig nu. Als je wat wilt opzoeken, dan kun je er niet bij. Het boek zal dan ook wel wat vertraging oplopen. Geen maanden, maar ik houd er wel rekening mee dat het iets langer gaat duren. Of mijn uitgever moet me nu direct op een onbewoond eiland zetten en mijn verbouwing verder regelen, haha.’
‘Nou, dat zal wel niet,’ vult Simone lachend aan.
Saskia: ‘Ach, ik ben J.K. Rowling niet. Die sloot zichzelf op in een hotel met roomservice. En dan dag en nacht schrijven. Maar dat zou ik ook weer niet kunnen. Er zijn zoveel zakelijke dingen ook. De film, de optredens.’
Ja, de film. Tijdens ons interview die middag in Bergen vertelde Saskia al dat er interesse was voor de filmrechten van De eetclub. Zes jaar na dato komt er dan eindelijk díe film. Saskia heeft zich er niet al te veel mee bemoeid, iets wat ze in 2004 al verkondigde.
Saskia: ‘Een boek is een boek. Een film is een film. Ze zullen er altijd dingen mee doen die je als schrijver niet leuk vindt. Dan moet je ook maar loslaten. En anders moet je de rechten niet verkopen.’
Simone knikt instemmend: ‘Je kunt die tijd beter steken in een nieuw boek, dan continu met je oude werk bezig te zijn.’
Saskia: ‘Daarnaast is het ook niet echt in mijn belang of Bracha (van Doesburg, de hoofdrolspeelster van De eetclub, red.) de rol goed speelt. Het is voor mij vooral interessant dat mijn boek weer eens goed onder de aandacht komt.’
Simone: ‘Los daarvan lijkt het mij ook wel weer heel eervol. Toch wel een soort erkenning.’
Voor de boeken van de schrijfster uit Alkmaar zijn nog geen concrete filmplannen, maar er is altijd wel interesse geweest.
Simone: ‘Ach, ik geloof het pas als ik mijn handtekening ergens onder heb gezet. Ik weet van veel auteurs om mij heen, van wie de rechten ooit zijn verkocht, dat er even zo vaak niets van terecht komt. Ik focus op mijn boeken en komt er een film van dan is dat leuk, maar het zal niet zoiets als “de kroon op mijn werk” zijn. Dat blijft toch het boek.’
En bemoeit Saskia zich dan hélemaal nergens mee als het om de film gaat?
Saskia: ‘Ik vind het wel belangrijk om een “veto” te hebben, daar waar het bijvoorbeeld gaat om de hoofdrolspelers. En als een filmmaker alleen maar de titel zou gebruiken als een soort van “Saskia Noort-vehikel” en er vervolgens een compleet eigen invulling aan zou geven, dan zou ik het zeker tegenhouden. De geest van het boek moet wel overeind blijven. Maar dan nog… als je eenmaal weer aan het schrijven bent, dan boeit het je allemaal ineens veel minder. Dan wil je gewoon een nieuw boek schrijven.’
Simone: ‘Ik kan me voorstellen dat als het zo lang duurt allemaal, dat je er ook niet zoveel zin meer in hebt.’
Saskia: ‘Tussen het boek De eetclub tot de film De eetclub zit zes jaar. Dat is best lang ja.’
Terug naar de boeken. Het grote verschil tussen de werkwijze van beide bestsellerauteurs zit ‘m voor een groot deel in de frequentie. Waar Saskia Noort ongeveer om de twee jaar met een nieuwe thriller komt, zit Simone op het schema van één per jaar.
YOUNG ADULT
Simone: ‘En dan heb ik in het begin ook nog een paar jeugdboeken er tussendoor gedaan, maar dat houd ik niet meer vol. Maar als er een leuk idee komt. Ach, dan weet je het nooit. Maar scholieren uit de bovenbouw lezen mijn boeken voor volwassenen natuurlijk ook gewoon. De oudere jeugd die heb ik al. En als ik lezingen geef voor de onderbouw, dan zie ik ze ook vaak al met mijn thrillers zitten. Dat is echt heel grappig.’
We zullen Simone dus niet echt boeken specifiek voor Young Adults zien gaan schrijven. Saskia begrijpt dat hele genre eigenlijk niet zo.
Saskia: ‘Jongeren willen uiteindelijk toch ook onze boeken lezen. Het is net zo als met tijdschriften. Je wilt als je jong bent niet geassocieerd worden met Young Adult. Je wilt volwassen zijn.’
Simone: ‘Ja, waarom zou je een boek richten op alleen Young Adults. Dan mis je weer die volwassen doelgroep. Want dat boek komt in de boekhandel namelijk op de jeugdafdeling te liggen.’
Ik vraag ze of ze tijdens het schrijven wel focussen op een bepaalde leeftijdsdoelgroep. Ze schudden heftig hun hoofd.
Saskia: ‘Ik richt me op helemaal niemand. Ik zoek niet naar een verhaal, of zo. Het verhaal komt naar me toe. Tijdens het schrijven van het ene boek groeit vaak al weer een nieuw idee. En als dat idee groot genoeg is, dan wordt dat wellicht het volgende boek.’
Simone: ‘Ja, zo werkt dat. De leeftijd van de hoofdpersoon is vaak wel bepalend voor het verhaal. In mijn volgende boek heb ik bijvoorbeeld een jonger iemand nodig, die nog niet in een relatie zit. Het is maar net waar een verhaal om vraagt. De doelgroep blijft dezelfde.’
Saskia: ‘In De verbouwing zit ook een jongen van zeventien. Kijk, de vrouwen die het boek lezen, in ieder geval de moeders, zullen het allemaal wel herkennen. Maar het is niet zo dat je een jongere hoofdpersoon kiest om dan ook díe doelgroep aan te willen spreken. Nee, zo werkt dat niet.’
Simone: ‘In mijn boek Jacoba, Dochter van Holland (een historische roman voor volwassenen, red.) begint het verhaal ook met een vijftienjarige Jacoba van Beieren. Ik was er in het begin ook wel even bang voor dat mensen zouden denken dat het weer een historisch jeugdboek zou zijn. Toch heb ik dit boek voor mijn gevoel heel anders geschreven dan mijn jeugdboeken. Of dat eruit komt, dat moet iedereen voor zichzelf bepalen. Soms zit het verschil in de keuze van woorden. Niet dat ik het voor kinderen nu heel gemakkelijk wil maken, ik vind dat ze ook wel iets mogen leren. Maar voor kinderen van dertien gebruik ik bijvoorbeeld niet het woord “tapisserie” maar gewoon “wandtapijt”. Dat soort keuzes maak je wel. En in jeugdboeken moet je de politieke en historische achtergronden niet te ingewikkeld maken. Je moet toch rekening houden met wat je vertelt en niet teveel uit hoeven leggen.’
GEEN EENMALIG UITSTAPJE
Jacoba, dochter van Holland is voor Simone geen eenmalig uitstapje naar het historische genre.
Simone: ‘Ik wil dit heel graag uitbreiden. Alleen thrillers schrijven voldoet voor mij op den duur niet meer, denk ik. Het is niet makkelijker of moeilijker. Het is anders.’
Of een historische thriller meer research behelst valt volgens Simone te bezien.
Simone: ‘Je doet oneindig veel onderzoek voor een historische roman. Maar voor mijn nieuwe boek ben ik bijvoorbeeld al weken, al maanden, aan het lezen, en dat is gewoon een nieuwe thriller. Ik ben een voor mij hele nieuwe wereld aan het ontdekken.’
De nieuwe thriller van Simone belooft dus wel wat, maar als ik vraag of ze er iets meer over wil vertellen houdt ze de boot keurig af. Daar is ze nog niet aan toe. Ze wil ons wel wat vertellen als ik beloof dat het off the record blijft. En dat deed ik… Interessant wordt het wel.
Ook Saskia vindt research een leuk onderdeel van haar werk als auteur.
Saskia: ‘Doordat ik zoveel persoonlijke verhalen heb geschreven, heb ik een database vol aan ellende. Dat partnerruil-gedoe in Nieuwe buren is ook niet bepaald mijn hobby (lacht). Maar dat is het mooie van internet. Je vindt er mensen die je anders veel moeilijker zou vinden. Er zijn sites waar mensen zich aanbieden voor dat soort dingen. Daar heb ik er een aantal van gesproken om er achter te komen hoe dat dan gaat op zo’n avond. Ik vind het fascinerend dat je door een boek weer in werelden terecht komt die je eigenlijk niet kent. En dan ontdek je ook, dat het helemaal niets voor jou is.’
HET SCHRIJFPROCES
Na afronding van het boek werkt Saskia een jaar lang niet aan een boek. Dat jaar wordt bijna volledig ingenomen door de promotie.
Saskia: ‘Daar ga ik dan vol voor. In dat jaar doe ik echt alles. Als ik optreed op bijvoorbeeld “Nightwriters” of een lezing houd, dan kan ik de volgende dag niet schrijven. Je zit dan in zo’n extraverte periode. En ik kan niet introvert en extravert zijn op één dag.’
Simone: ‘Ik werk sowieso heel anders. Ik kan mezelf niet dagenlang opsluiten om te schrijven, want dan krijg ik last van mijn gewrichten. Ik schrijf ’s morgens en ’s middags een uur. Meer kan dan eigenlijk niet. Maar de rest van de dag kan ik dan gebruiken om promotie te doen. Ik combineer dat veel meer.’
Saskia: ‘Als ik eenmaal begin heb ik de outline van het verhaal en de research voor het grootste deel wel gedaan. Maar dan wil ik vaak ook niets anders meer doen dan schrijven en ben dan ook in staat om interviews af te bellen. Het loket staat een jaar lang open en is dan dicht. Ik heb dan ook niet de fysieke beperking.’
Simone: ‘Als ik het zou kunnen, dan zou ik waarschijnlijk ook zo schrijven. Vroeger schreef ik wel hele dagen. Maar ik merk wel dat ik nu scherper blijf op het verhaal. Als je lang achtereen schrijft, dan word je toch moe en ik merkte dat ik de stukken die ik aan het eind van de dag schreef vaak opnieuw moest doen. Nu heb ik veel meer rust om het verhaal netjes op te schrijven. Ik hoef bijna niets meer te herschrijven.’
Saskia: ‘Mijn target ligt op 1.000 woorden per dag, ik vind het heerlijk om in de cocon te zitten. Maar soms krijg ik toch last van een soort vernauwing… dan ga ik ineens heel experimenteel schrijven. Dat is meestal niet goed en zo is het ook nooit goed om tijdens het schrijven te drinken. Het schrijven wordt er meestal niet beter op.’
Simone: ‘Ik wil ’s avonds in de commercial break van een film nog wel eens een paar zinnen “klaarzetten” voor de volgende dag. Dat vind ik zo heerlijk. Dan kun je tien minuten nadenken over een of twee zinnen. Daar heb ik ’s morgens als ik maar een uur achter mijn computer kan zitten de tijd niet voor.’
DE REALITEIT IS SOMS ERGER
Ik hoor vaak van auteurs dat ze dat wat ze ontdekken tijdens hun research vaak niet eens op een-op-een kunnen gebruiken voor hun boek. De realiteit is soms vele malen erger dan de fictie die ze schrijven.
Saskia: ‘Ik heb nu wel in de research voor mijn nieuwe boek een verhaal van iemand opgeschreven waarvan ik nu al weet dat ik dát niet kan gebruiken. Dat is gewoon te erg. Niemand zou het geloven. Je ziet dan al de recensies voor je: “Nu schiet die vrouw echt door, nu is het echt klaar met haar”. Dat is jammer, want het is zo’n bizar verhaal.’
Ook Saskia krijgen we niet zo ver om het verhaal van haar nieuwe thriller uit de doeken te doen. Zelfs niet buiten dit interview om, dus we blijven in spanning wachten. Er zit niets anders op.
Saskia: ‘Ach, en je weet hoe het zit. Alles wat je schrijft als vrouwelijke auteur in Nederland, er zit altijd te veel seks in. Dat was al met De eetclub, maar daar zat goed en wel een halve pagina seks in. Als ik dan Joe Speedboot lees van Tom Wieringa daarin wordt bijna alleen maar gerukt. En daar hebben ze het niet over!’
Simone: ‘Ik schrijf echt nooit over seks, maar ik word voor het gemak ook altijd meegenomen in die lijstjes. Ik word altijd genoemd, maar ik vind het niks om daarover te schrijven en laat liever de slaapkamerdeur op tijd dichtvallen. De rest weet je wel.’
Saskia: ‘Het is ook heel moeilijk. Dat is precies de reden waarom ik het in Nieuwe buren wel deed. Ik vond het een enorme uitdaging om een seksscène te schrijven vanuit twee perspectieven, die het allebei op hun eigen manier beleven. Een spannende, bijna gewelddadige scène, dat was mijn doel en dat heb ik voor mezelf wel bereikt. Ik ga dat niet doen omdat ik dan meer boeken dan Heleen van Royen probeer te verkopen, waarvan ik toen weer werd beschuldigd.’
NS PUBLIEKSPRIJS
Simone van der Vlugt werd begin deze maand met Op klaarlichte dag voor de vierde keer genomineerd voor de NS Publieksprijs. Precies zes jaar geleden was het Saskia Noort die voor het eerst op de shortlist stond met De eetclub.
Simone: ‘De nominatie is een bevestiging van waarmee je bezig bent. Maar de verkoopcijfers zeggen mij eigenlijk veel meer. Er zit toch een zekere willekeur in de nominaties. Vorig jaar werd ik niet genomineerd, maar Saskia (Noort), Esther (Verhoef) en Herman Koch wel. Allemaal van dezelfde uitgeverij. Ik had daar met Herfstlied ook tussen kunnen staan, maar dan werd het waarschijnlijk te veel van het goede. Dit jaar zit ik er dan weer wel bij, want nu zijn zij er ook niet.’
Ik vraag ze of het nu eindelijk dan eens staat te gebeuren dat de prijs naar een thrillerauteur gaat.
Simone: ‘Ik zie het niet gebeuren.’
Saskia: ‘Maar dat hoeft ook niet. De impact van een thriller is toch anders dan die van een boek als Mama Tandoori, wat ik echt een goed boek vind. Het blijft je uiteindelijk minder lang bij, denk ik. Ik wist vorig jaar al precies dat Koch de prijs zou gaan winnen. En de NS Publieksprijs gaat zoals altijd weer naar een man, want vrouwen stemmen liever op mannen. Dat zie je al bij Idols en dat soort programma’s. Het is een psychologisch iets.’
Simone: ‘Plus dat boekhandelaren de neiging hebben liever voor iets literairders te kiezen.’
Saskia: ‘Een publieksprijs zegt uiteindelijk ook niet zoveel over het boek zelf. Het zegt meer over je fans en of je ze zover krijgt om op je te stemmen.’
Simone: ‘Aan de andere kant is een juryprijs ook weer een lot uit een loterij. Bij de Gouden Strop wisselt de jury steeds, dus is het altijd de vraag of jouw boek toevallig in hun smaak valt.’
Saskia: ‘Alle rompslomp eromheen is voor mij de reden geweest om mijn boeken niet meer in te sturen voor de Strop. Als je je boek instuurt en je zit niet bij de shortlist dan is het verkeerd. Als je je boek niet instuurt dan zou je er zelf niet in geloven. Al die aannames rond de Gouden Strop. Nee, de keren dat ik heb meegedaan vond ik dermate onplezierig, dat ik er niet meer aan mee doe. Het brengt mij niets als schrijver. En ik vind het ook niet fijn dat er steeds een juryvoorzitter een praatje komt houden dat begint met “Ik houd eigenlijk niet van thrillers…” en “Dit jaar was nog slechter dan vorig jaar”, wat moet ik daar mee?’
Simone: ‘Het is zo negatief allemaal.’
Saskia: ‘Precies. Wees toch eens blij met wat we allemaal bereikt hebben met het Nederlandse thrillergenre. Dat er zoveel aandacht voor is.’
DE LITERAIRE THRILLER
We gaan het er nog één keer over hebben. Ja, nog maar één keer. De discussie over de literaire thriller.
Simone: ‘Ik heb nooit beweerd dat ik literair ben. Dat zal ik ook nooit beweren. Aan mij gaat die hele discussie zo voorbij. Ik hoef geen erkenning uit die hoek. Dat is niet mijn streven.’
En het label “literaire thriller” dan op de boeken?
Simone: ‘Dat is ook zo raar. Niemand schijnt dat te snappen. Geen journalist begrijpt het, maar het publiek had dat bij het eerste boek al door.’
Saskia: ‘Ja, dat heeft niets met ons te maken. Dat is een keuze van de uitgever.’
Simone: ‘Maar recensenten snappen het niet. Je wordt bijna gedwongen om maar te zeggen dat jij niet literair bent. Het is een andere vorm van literatuur dan de Literatuur met een hoofdletter “L”. Een vorm van literatuur binnen dat thrillergenre. Je kunt het er nu net zo goed afhalen, want het heeft zijn werk wel gedaan.’
Saskia: ‘Dat heb ik een keer voorgesteld op de uitgeverij. Haal het eraf. Het is gewoon “een boek”, maar daar wilden ze niet aan. Wat zullen ze dan weer zeggen: “Oh, Saskia Noort vindt dit boek slechter dan…”. Nee joh, laat maar gaan. Je wilt al die discussies helemaal niet. Ik schrijf dat boek wat ik wil schrijven en dat is nu toevallig spannend. Ik weet helemaal niet of ik de rest van mijn leven thrillers zal blijven schrijven. Het kan best zijn dat mijn volgende idee niet zo spannend is. We hadden het er destijds ook al over, die vraag “Wanneer ga je nou eens een echt boek schrijven?”. Die vraag krijg ik nog steeds vaak.’
Simone: ‘Het is ook allemaal zo Nederlands. Toen ik in Milaan was voor promotie van de Italiaanse editie van Schaduwzuster zat ik met mijn oren te klapperen. Wat ze er daar allemaal niet uithaalden aan symbolieken. Toen dacht ik nog, wat knap eigenlijk dat ik dat er allemaal in heb gestopt, haha. Dat heb ik in Nederland nog nooit teruggehoord.’
Saskia: ‘In Frankrijk wint De eetclub zelfs een grote literaire prijs. Dan krijg je ook zo’n enorm juryrapport waarbij je denkt “oh, okee”. In Frankrijk leven die discussies onder Franse auteurs natuurlijk ook, maar als buitenlander ben je niet besmet. Je hebt geen label. In eigen land word je van te voren in een hokje gestopt. Ik heb weleens gedacht: laten we er een andere naam op zetten, met een foto van een wat oudere man erop.’
Simone: ‘Ja, dat zou een interessant experiment zijn.’
Saskia: ‘Ik ben dan zo benieuwd hoe het dan gelezen wordt. Of het dan gelezen kan worden “op zichzelf” en niet van “oh, het is van een blonde bimbo, die Heleen van Royen-achtige thrillers gaat schrijven omdat ze ook geld wil verdienen”. Daar ben ik weleens benieuwd naar.’