Lezen /
Een kort verhaal van Tess Franke
EMDR - een verhaal van Tess Franke
Zo onmogelijk als een spin door een scheurtje in een plank kan kruipen. Zo gaat het. Zo gaat het voortdurend. Onverwacht, ongewenst en zo goed als overal. Het is een plaag, een gifgas dat onder deuren door kan en door sleutelgaten.
-En?
Overal. Snap je? Ik sta doodsangsten uit. Hij kan elk moment toeslaan. Zelfs als ik hem niet zie, voel ik zijn aanwezigheid. Ik word zwetend wakker en op straat loop ik de hele tijd achterom te kijken.
-Maar eerder vertelde je toch dat hij dood is?
Het lijkt niet uit te maken. Ik weet me geen raad. ’s Nachts niet, overdag niet. Het idee dat hij…
-Dat hij wat?
Ja. Dat hij wat… Daar sta ik niet eens bij stil. Hij heeft me bedreigd. Hij heeft mijn auto opgeblazen. Hij had het helemaal op me voorzien, maar gek genoeg kan ik daar rustig over vertellen. Het is gebeurd en het is lang geleden. Op een of andere manier heb ik dáár geen last van.
Maar dat hij Ben raakte. Ben aanschoot.
-Is dat het?
Het heeft Bens leven verwoest. Hij was een vrolijke en gezellige man, ondernemend, eigenwijs. Nu is hij een schim van wie hij was. Hij verraste me dagelijks, maar ik kan je nu al vertellen hoe hij straks achter de voordeur staat te wachten als ik thuiskom. Een lief bezorgd kind in het lijf van een middelbare man.
Onze relatie is zo voorspelbaar als de volgorde van de dagen, maar het gekke is dat ik alleen maar méér van hem ben gaan houden. Misschien moet ik er zelfs wel dankbaar voor zijn. Hij zal me ook nooit verlaten of bedonderen. Dankbaar. Nou ja…
-En jouw leven?
Nou, eigenlijk niet. Niet daardoor. Ik kan beeldje voor beeldje navertellen hoe ik er getuige van was dat Ben geraakt werd. Als zo’n boekje met verspringende tekeningen. Doet me niks. Nou ja, het maakt me verdrietig, maar ik ben er niet bang van of zo.
Je hebt gelijk. Hij is dood. Hij kan me niks meer doen, maar hij kruipt door elke kier mijn bewustzijn binnen. Ik slaap er slecht van, ben ongeconcentreerd, maak fouten, ben angstig.
-Is er een bepaald beeld dat je het meeste hindert?
Ik…
-Als het is terug te brengen tot één beeld, één gebeurtenis, dan is er een goede kans dat ik je kan helpen het te verminderen. Er is een techniek die EMDR heet en…
Ik ben gek op jam. Kersenjam. Helderrode kersenjam op witbrood. En dat heb ik nu al vier jaar, zes maanden en drie dagen niet gegeten. Vier jaar, zes maanden en drie dagen. Omdat het vier jaar, zes maanden en drie dagen geleden is dat ik… Dat hij…
De therapeute legde in kalme bewoordingen uit dat Femke leed aan een enkelvoudig trauma. Het was goed mogelijk dat een eenvoudige therapeutische ingreep haar in luttele minuten van de ergste angst af kon helpen. Desnoods konden ze in de volgende weken de behandeling herhalen. Doorgaans hielp het.
De therapie leek qua werking op wat ze wist van hypnose in tekenfilms. Een dokter met een Duitse tongval slingert een zakhorloge voor de ogen van de patiënt. Volgens de therapeute stimuleerde dat om de beurt beide hersenhelften en dat zou de gestokte verwerking van de emoties opnieuw op gang brengen. Alleen gebruikte ze een koptelefoon met piepjes op de oren in plaats van een zakhorloge.
Ze moest een cijfer geven aan de impact, aan de ernst van de klacht. Hoe erg was het op een schaal van één tot tien. Ze gaf het een negen.
Ze begonnen met het beeld van de bloedspetters op de trouwjurk van haar vriendin. De drukte in de kerk, de gewaden, de muziek, de spanning, het schot, het gillen en de politie. Alles klonterde samen in de bloedspetters op de trouwjurk.
Sake Boersma*. Ze had hem zelf…
Ze pauzeerden, Femke met het zweet prikkend in haar ooghoeken en haar oren broeiend van de koptelefoon. Ze gaf het nog steeds een negen.
In de tweede ronde zag ze zijn gezicht. De priemogen waarmee hij haar op de korrel had genomen. Het rood geworden oogwit. De trillende neusvleugels. De wrede mond met het spuugbelletje in de linkerhoek. De boersrode wangen. De ongelijk behaarde kin. Ze slaagde er niet in de bloeddorst te beschrijven die uit al zijn poriën spatte. Het gevoel zeker te weten dat hij haar wilde pijnigen, wilde kwellen en uiteindelijk wilde verwoesten.
Ze zag het. Ze zag hèm. Ze huiverde, voelde haar bloed verkillen en haar oren gloeien. Maar ze zág hem.
Na afloop gaf ze het zuinig een acht-en-een-half. Misschien wel een acht.
De bom die haar auto had opgeblazen was een waarschuwing geweest. De kogel die Ben trof was wraak. Maar de aanslag tijdens de bruiloft… die was vanwege haar. In de derde ronde rook ze zijn vernietigingswens. De zekerheid dat hij zoveel mogelijk leed wilde toebrengen. Aan haar. Dat hij alle talenten die hij bezat inzette om haar daar, toen uiteen te rijten.
Daar, toen. Hier, nu.
Hij had tientallen slachtoffers gemaakt. Dacht ze. Echte tellingen waren er niet, alleen schattingen. Was huurmoordenaar geweest. Berekenend, kil en toch ongekend wreed. Letterlijk slachtoffers. Geschoffeerd en verminkt, daarna pas afgemaakt.
Ze had het allemaal geweten toen ze met getrokken pistool tegenover hem stond. Oog in oog, loop gericht op loop, verbonden door de aanstaande dood.
Hoe hij langs zijn tanden had gelikt, zijn tong lustvol alsof hij haar bloed al kon proeven. De intensiteit van zijn handelingen, onstuitbaar en vernietigend als een dieseltrein op volle snelheid. Ze rilde, maar bleef recht voor zich uit kijken. Achter zijn bezeten ogen dacht ze zijn rottende hersenmassa te kunnen zien. Gek, ziek, oncontroleerbaar barbaars.
Ze durfde het wel een acht te geven. Eigenlijk nog wel minder.
Lichter van tred ging ze behandelkamer uit. De week erop herhaalden ze het ritueel met de piepjes. Haar handpalmen waren halverwege de behandeling klam van de spanning, maar het werd beter. Femke vertrok met de woorden ‘Ik hoop tot nooit.’
Drie weken later was ze terug.
Ik heb me vergist.
-Hoe bedoel je?
Het was Sake niet. Ik voelde me bekeken, achtervolgd, maar niet door Sake. Die was immers dood?
-Je gaf het trauma anders wel een hoog cijfer. Een negen, als ik het me goed herinner.
Hij was het niet.
-Heb je erbij stilgestaan dat we die herinnering hebben uitgedoofd en dat het zou kunnen zijn dat er nu ruimte is voor een vergelijkbaar geval?
Het was hem niet. De klachten zijn ook nauwelijks weggeweest. Ik slaap net zo beroerd als eerst en ik slik tranquilizers om in slaap te komen. Het was een ander.
-Kun je wat meer over hem vertellen?
Hij was een klant. Of misschien kan ik beter ‘opdrachtgever’ zeggen. Op het oog een aardige en goed verzorgde man. Gebronsd, grijzend, atletisch. Het prototype van een plastisch chirurg.
-Hoe bedoel je?
Zo’n man die zich plaatsvervanger van God voelt. Zou zich ‘lichaamsarchitect’ noemen als hij niet wist dat dat marketingtechnisch onhandig is.
Ja, lach maar. Ik ben gewend met klootzakken om te gaan. Als strafrechtadvocaat heb je zo je eigenaardige clientèle. Dit was een kaliber dat ik nog niet kende.
-Elitair?
En arrogant, pervers en vervelend amicaal.
-Je lijkt ze aan te trekken.
Ja, wat ik zeg, een eigenaardige clientèle. Maar doorgaans redelijk of in elk geval in staat om op tijd de redelijkheid van de dingen in te zien.
Deze alleen niet. Een pure sociopaat. Type Hannibal Lecter. Hij heet Jost van zijn voornaam**. Moest wraak, moest bloed zien. Had minstens twee moorden gepleegd en die weten weg te moffelen. Allebei voor de kick.
-Sociopaat is de Engelse term. Wij gebruiken psychopaat, maar het beeld is hetzelfde: begrijpt andermans emoties en geniet ervan die te manipuleren.
Zoiets, maar dan ook nog wraakzuchtig en erger dan dat monster van een Sake.
-Is er een bepaald beeld?
Hoezo?
-Eet je alweer kersenjam?
O zo, bedoel je. Ja. Maar bij deze engerd is het niet één beeld. Het is angst. Allesoverheersende panische angst die me geen moment verlaat. Ik heb het gevoel dat ik hem de hele dag zie, tegenkom. Ik ruik zijn dure eau de toilette.
-Waar?
Op straat, in de winkel, in de tram. Eén keer zelfs voor het keukenraam, bij ons op zeshoog.
-Is hij ook dood?
Niet dat ik weet.
-Dus het zou kunnen?
Je bedoelt… ikke eh… Nou, ik ga er niet vanuit dat hij echt…
-Maar het zou kunnen.
Ja, het zou kunnen.
-En er is geen eenduidig, enkelvoudig beeld dat we kunnen aanpakken?
Niet zoals bij die bruidsjurk, nee. Is dat erg?
-Erg niet, maar dan kunnen we geen EMDR toepassen. Dat werkt alleen bij enkelvoudige trauma’s en dit klinkt meer als iets anders.
Als wat? Bedoel je dat ik paranoïde ben?
-Nee, dat zeg ik niet, al sluit ik het ook niet uit. Het kunnen wanen zijn, maar ik kan me ook voorstellen dat het een reële angst is. Voordat ik tot behandeling overga moet ik een heldere diagnose hebben; dat begrijp je.
Ze spraken tot het einde van de sessie over de ernst van de klacht – minstens een negen -, waarbij Femke benadrukte dat het geen leven was onder de dreiging dat deze Jost werkelijk op een dag zou opduiken om haar iets aan te doen. Ze maakten een reeks afspraken voor de volgende weken en namen afscheid.
Nadat Femke was vertrokken , riep de therapeute de volgende cliënt uit de wachtkamer: een gebronsde, grijzende man met een atletische bouw die op uiterst welsprekende manier informeerde naar het beroepsgeheim van de behandelaar en vervolgens verklaarde last te hebben van extreme wraakgevoelens.
Utrecht, februari 2016
*Zie: Maskerade
**Zie: In haar eer