Dossier /
Een krankzinnig toeval. Twee boeken, één gebouw.
Eind januari verscheen bij uitgeverij Luitingh-Sijthoff Het Ronde Huis van Almar Otten. In zijn achtste thriller houdt Ottens protagonist, historica en bibliothecaris Lineke Tesinga, een lezing over een middeleeuws boek waarin bizarre Germaanse gebruiken worden beschreven. Sommige aanwezigen horen haar verhaal met meer dan normale belangstelling aan. Zoals rechercheur Jozef Laros, die een verband legt met een onopgeloste moordzaak. In de zaal zit ook een oudere vrouw die maar niet uitgepraat raakt over een verdwenen meisje. In de weken erna volgen er steeds meer aanwijzingen over gruwelijke gebeurtenissen die zich zouden hebben afgespeeld in het Ronde Huis, het jachtverblijf in de Veluwse bossen.
En half februari bracht uitgeverij Ellessy Crime de jongste misdaadroman van thrillerveteraan Jacob Vis op de markt. Aanvankelijk zou het boek ook de titel Het Ronde Huis dragen, maar de uitgever koos op het laatste moment voor De Zwarte Duivel. In zijn drieëntwintigste boek verhaalt Vis over de houtskoolbranders Gerrit en Benjamin Jonker en hun zus Geertje die een eeuw geleden betrokken raken bij bizarre zaken in het Ronde Huis. Het pand is eigendom van landheer Frank van Vloten die tegen grof geld orgieën organiseert voor hoge gasten. Anno 2013 vinden wandelaars bij de resten van het landhuis het onthoofde lijk van een jonge vrouw. Het moordonderzoek brengt commissaris Ben van Arkel, een oude bekende voor fans van Vis’ thrillers, in de doorgaans potdicht gesloten kringen van de Oekraïense maffia.
Een artikel in een regionale krant bracht Otten (1964) op het idee om een boek over het geheimzinnige cirkelvormige huis te schrijven. ‘Maar ik had er al eerder over gehoord,’ zegt hij. ‘In mijn vorige boek Jeugdzonde spelen de geschriften van Johannes van Vloten, een Deventer humanist, filosoof en Spinoza-fan, een rol. Van Vloten was eind negentiende eeuw een opmerkelijke man met een dito gezin met zeven kinderen. Zijn drie dochters zijn allemaal getrouwd met toenmalige BN’ers, één met de schilder Willem Witsen, één met de dichter Albert Verwey en één met schrijver Frederik van Eeden.’
‘Zoon Frank was het zwarte schaap van de familie. Hij kocht grote stukken waardeloze grond bij Nunspeet en bouwde het Ronde Huis en tuigde het op met Germaanse symbolen. Ik wist dus al dat er iets bijzonders aan de hand was met dat huis. Toen verscheen er in het dagblad De Stentor een groot artikel over bizarre gebeurtenissen die zich in het pand hadden afgespeeld. Een werkgroep uit Nunspeet had er een boek over geschreven, dat meer dan voldoende aanknopingspunten bevatte voor een thriller.’
Vis werd door een trouwe lezeres van zijn boeken op het spoor gezet, vertelt hij. ‘Zij had eind 2012 een lezing bijgewoond over het Ronde Huis en dacht: dit is een mooi onderwerp voor Jacob Vis. Maar toen was ik nog bezig met een ander boek, Moerta. Het voorwerk heb ik uitgesteld totdat dat boek in maart 2013 was verschenen. Op internet was vrij veel te vinden over het Ronde Huis: even sensationele als ongecontroleerde berichten, dus daar had ik niet zoveel aan. Niettemin was het een intrigerend onderwerp, dat goed zou passen bij mijn vaste held Ben van Arkel.’
SPOORLIJNTJE
De geheimzinnigheid waarmee het Ronde Huis wordt omgeven, maakt het voor zowel Otten als Vis bij uitstek geschikt voor een thriller. Vis: ‘Er zijn allerlei geruchten, onder meer over orgieën waaraan onder anderen onze toenmalige prins-gemaal Hendrik en de Duitse keizer zouden hebben deelgenomen. Niets is bewezen, dus alles is mogelijk en daar kun je als thrillerschrijver mooi je fantasie op loslaten.’
‘Het bijzondere huis met de bijzondere eigenaar, Frank van Vloten, heeft echt bestaan,’ vult Otten aan. ‘Niemand weet wat er precies is gebeurd. In de loop der jaren is duidelijk geworden dat de berichten over occulte Germaanse riten, mensenoffers, betrokkenheid van hooggeplaatste personen en geheime beraadslagingen op feiten zijn gebaseerd. Zo heeft Van Vloten een spoorlijntje aangelegd van station Nunspeet naar het Ronde Huis. Met een treintje zouden jonge meisje zijn aangevoerd. Kortom, het was voor mij een uitdaging om dit soort verhalen op een spannende manier tot leven te brengen.’
Otten vindt dat zijn boek ook het verhaal vertelt van een elite die zich verheven voelde boven de rest van het volk en zich ‘schaamteloos’ liet leiden door oerdriften. ‘Onze eigen prins Hendrik, echtgenoot van koningin Wilhelmina, hoorde daar ook bij. Hij was regelmatig te gast op het Ronde Huis. Ik ben nieuwsgierig naar het morele kompas waardoor deze mensen zich hebben laten leiden. Ook dat probeer ik bloot te leggen.’
De link met de historie was voor Vis een tweede belangrijke reden om zich op het ‘huis’ te storten. ‘Hiervoor heb ik twee literaire romans geschreven die zich afspelen in het voormalige Nederlands-Indië. Dat is me zo goed bevallen – zowel de historie als het schrijven van een literaire roman – dat ik in dit boek een belangrijke verhaallijn heb ontwikkeld die zich afspeelt in 1913, de glorietijd van het Ronde Huis. De personages die daarbij horen, de broers Gerrit en Benjamin Jonker en hun zus Geertje, zijn uitgesproken ronde karakters, die je in een misdaadroman niet zo vaak tegenkomt. Ze zijn me net zo dierbaar geworden als de personages uit mijn Indische romans.’
Al met al heeft Vis zo’n vijfhonderd uur in het maken van De Zwarte Duivel gestoken. Daarvan ging ongeveer driehonderd uur zitten in het schrijven. Veertig uur aan research ter plekke, veertig uur aan voorwerk op internet, in de bibliotheek, et cetera en ten slotte dertig uur aan redactie van het manuscript voordat het naar de redactrice ging. Dan zijn nog niet de uren meegerekend waarin het schrijfproces ‘voortschrijdt’ tijdens wandelingen of op andere momenten waarop Vis niet achter de pc zit. ‘Zo’n verhaal zit tijdens het schrijven eigenlijk permanent in je hoofd en wat je bedenkt, komt eruit zodra je gaat schrijven.’
Otten begon in november 2012 met een nieuwe Tesinga-thriller. Als onderwerp koos hij de Malleus Maleficarum, ook wel de Heksenhamer genoemd, een vijftiende-eeuws handboek voor de heksenjacht. Maar de Deventer auteur had wat moeite om de historische feiten op een logische, maar ook verrassende manier actueel te maken. Toen las hij dat bewuste artikel in De Stentor en wist hij wat hem te doen stond. ‘Het uitzoek- en denkwerk over de Heksenhamer is zeker niet voor niets geweest. Stukken daarvan zijn in Het Ronde Huis terechtgekomen.’
Begin april 2013 hield Otten zich tien dagen lang verborgen voor de buitenwereld. ‘In een huisje in de Ardennen heb ik alleen maar geschreven, slechts onderbroken door een dagelijkse fietstocht van een kilometer of zestig. Ik ben nog nooit zo productief geweest in zo’n korte tijd. Toen ik thuiskwam, stond de teller op 60.000 woorden, dus nog ongeveer 40.000 te gaan.’ Thuis moest het schrijfwerk in de avonduren en het weekend gebeuren, maar begin juli kon Otten het manuscript naar de uitgever mailen. Daarna volgde het proces van redactie, correcties en fijnslijpen. Otten: ‘Rond de kerst kreeg ik het voor de laatste keer onder ogen.’
OPGERICHTE PENIS
Vis deed research voor zijn boek door urenlang rond te banjeren op ‘de plaats delict’: de plek waar het Ronde Huis heeft gestaan. Als oud-bosbouwer kon de auteur uit Kampen uit het bosbeeld herleiden waar een en ander had gestaan. ‘Als je daar bent, komt de historie als vanzelf op je af,’ zegt Vis. ‘Ik heb op die plaats voor beide verhaallijnen (uit 1913 en 2013) veel aanknopingspunten gevonden, zoveel zelfs dat ik dacht: zo zou het gegaan kúnnen zijn.’
Ook Otten deed ter plekke onderzoek. Samen met een jeugdvriend, die werkt bij de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. ‘Wij zijn allebei opgegroeid op de Veluwe. Hij was net als ik gefascineerd door deze geschiedenis en heeft toegang tot nog weer andere informatiebronnen, met name oude kranten.’ In mei gingen de twee op zoek naar restanten van het huis en het bijbehorende park. Otten: ‘Bijzonder detail is dat de padenstructuur van het park een reusachtige afbeelding vormt van de god Wodan, compleet met staf en opgerichte penis. Een Wodan van twee kilometer lengte met een oog dat wordt gevormd door het Ronde Huis. Helaas lag een belangrijk onderdeel, de Mythstee, een oud Germaans bouwwerk, op privéterrein. De aanwezigheid van dit relict was voor Frank van Vloten reden om het huis daar te bouwen.’
In december werd bekend dat zowel Otten als Vis een thriller over het Ronde Huis aan het schrijven was. ‘Ik was geschokt toen bleek dat Otten hetzelfde onderwerp, dezelfde titel en vrijwel dezelfde cover had gekozen,’ zegt Vis. ‘Ik denk dat bij hem hetzelfde het geval was. Je werkt je een slag in de rondte en komt tot je verbijstering tot de ontdekking dat iemand anders met precies hetzelfde bezig was. Een krankzinnig toeval, temeer nu beide boeken bijna tegelijk zijn uitgekomen.’
‘Ik sta vierkant achter mijn verhaal,’ vervolgt Vis. ‘Maar er is iets weggenomen: de vreugde die je hebt als je verhaal klaar is en het manuscript naar de drukker gaat. Die vreugde is uniek en nu ik haar moet delen met iemand die – volkomen te goeder trouw, laat daar geen misverstand over bestaan – met een soortgelijk boek komt, is die uniciteit weg.’
‘Het was zo’n krankzinnig toeval, dat mijn enige emotie verbazing was,’ reageert Otten. ‘En wij zijn beiden bodemkundige, nóg een toeval. Verder zag ik vooral kansen. Hoe bijzonder het verhaal over het Ronde Huis ook is, de kans dat ik in mijn eentje mag aanschuiven bij De Wereld Draait Door is te verwaarlozen. Het feit dat twee gerespecteerde auteurs op hetzelfde moment over hetzelfde onbekende, maar opzienbarende onderwerp een boek hebben geschreven, is wel een verhaal dat interessant is voor de televisie. Ik weet het: de kans is klein, maar toch aanmerkelijk groter dan in mijn uppie.’
Ottens uitgeverij Luitingh-Sijthoff was eveneens hogelijk verbaasd. ‘Ook al omdat ze de titel al zo lang geleden had vastgesteld en in de openbaarheid had gebracht.’
De reactie bij Vis’ uitgeverij Ellessy Crime was ‘aanvankelijk laconiek’. ‘Zo een van “het is niet anders”,’ aldus Vis. ‘Maar later, toen bleek dat Luitingh-Sijthoff de titel een maand eerder had gedeponeerd bij ISBN, ontstond een probleem. We hebben een andere titel gekozen. Formeel hoeft dat niet, maar het is een kwestie van fatsoen om het wel te doen als iemand anders dezelfde titel eerder heeft aangemeld. Mijn boek heet nu De Zwarte Duivel. Dat was de naam waaronder de landheer van het Ronde Huis, die in mijn boek Frank van Vliet heet, bekend stond bij zijn ondergeschikten. De tekst is onveranderd gebleven.’
De beide auteurs houden zich op de vlakte als gevraagd wordt waarom het ene ‘Ronde Huis’ beter is dan het andere. Otten: ‘Jacob en ik schrijven goede, spannende en inhoudelijke boeken. Ieder heeft natuurlijk een eigen stijl en verhaaltechniek. En de lezer mag op grond van persoonlijke smaak beoordelen waar zijn of haar voorkeur naar uitgaat.’ Vis bestempelt zijn boek als ‘anders’, omdat de historie er zo’n belangrijke rol in speelt. ‘En welk boek beter is, beoordeelt de lezer, niet de schrijver.’
Otten ziet naar aanleiding van deze affaire wel enige mogelijkheden om met Vis in de toekomst een vorm van samenwerking aan te gaan. ‘Beroepsmatig komen wij uit dezelfde hoek. Wij hebben beiden veel verstand van de bodem. Misschien is dat een onderwerp om het eens samen over te hebben.’
Maar Vis moet er niet aan denken. ‘Ik houd van mijn vrijheid.’
HET RONDE HUIS
In de afgelopen jaren zijn diverse artikelen gepubliceerd over het Ronde Huis in Nunspeet. Verhalen van complotdenkers, maar ook van historici. Het ene speculatiever en sensationeler dan het andere. De naakte feiten en hardnekkige geruchten op een rijtje.
NAAKTE FEITEN
- Het Ronde Huis was, zoals de naam al aangeeft, een cirkelvormig landhuis dat in de bossen nabij het Gelderse Nunspeet stond. Het is in 1967 afgebroken.
- Frank van Vloten (1858-1930), zoon van de filosoof Johannes van Vloten, kocht in 1893 het landgoed Groeneveld bij Hulshorst. Vanaf 1895 volgt de aankoop van gronden in Nunspeet. In 1902 werd 173 hectare bos en heidelandschap ten zuiden van Nunspeet gekocht. Van Vloten liet vanaf 1906 het Ronde Huis bouwen.
- Het landgoed omvat het gebied tussen station Nunspeet en Vierhouten. Bij de plaats waar het Ronde Huis stond zijn nog de resten van parkaanleg herkenbaar. Vanaf station Nunspeet liep een spoorlijntje naar het Ronde Huis.
- Tijdens de Tweede Wereldoorlog is het huis in gebruik geweest als werkkamp van de Nederlandse Arbeidsdienst. Met zo’n 200 arbeiders werd in het bos gewerkt en werden wegen aangelegd. Op het terrein werd een installatie geplaatst vanwaar V4-raketten werden afgevuurd op de Antwerpse haven. Aan het eind van de oorlog werden er in barakken bij het Ronde Huis evacués opgevangen.
- Na de oorlog raakte het bouwwerk steeds verder in verval. Het huis was in bezit gekomen van Staatsbosbeheer. Tot 1960 werden de barakken gebruikt als woon- of gezinsoord. Van 1961 tot 1966 werden er vakantiekampen georganiseerd. Eind jaren zestig werd tot afbraak besloten.
- Feit is dat prins Hendrik, echtgenoot van de toenmalige koningin Wilhelmina, te gast is geweest in het Ronde Huis. Er is geen enkel direct bewijs dat hij daar aan orgieën meedeed.
HARDNEKKIGE GERUCHTEN
- Landeigenaar Frank van Vloten wordt ook wel De Zwarte Duivel genoemd. Die bijnaam zou hij hebben te danken aan het feit dat hij soms op zijn pikzwarte paard door de bossen rond zijn huis reed. Zelf was hij ook in het zwart gekleed en hij droeg een zwarte Spaanse sombrero. Hij zou ook weleens zijn zeer jonge, tweede vrouw (Zwartje genoemd omdat ze uit Nederlands-Indië kwam) op zijn paard hebben meegenomen. Hij dropte haar dan naakt tussen de arbeiders die in het bos aan het werk waren. Ze mochten met haar doen wat ze wilden.
- Er zouden via het smalspoorlijntje jonge meisjes zijn aangevoerd bij het Ronde Huis, die tijdens wilde orgieën werden misbruikt.
- Er zouden in het Ronde Huis heidense rituelen zijn uitgevoerd en meisjes zijn geofferd aan de Germaanse god Wodan. De offers zouden als doel hebben Duitsland succes te bezorgen tijdens de Eerste Wereldoorlog. Bij deze sessies zouden meerdere meisjes in de ongebluste kalk zijn verdwenen.
- Arbeiders in de bossen bij het Ronde Huis zouden rond 1917 het lijk van een jong meisje hebben gevonden. Haar identiteit is nooit vastgesteld.
- Een uitgraving in het bos bij het Ronde Huis dat nu op privéterrein ligt, zou de vorm van een penis hebben. Even verderop zou een uitgraving in de vorm van een vulva liggen.