Interview /
Esther Gerritsen is tevreden: ‘Dit is het, meer kan ik niet’
Je bent de eerste vrouwelijke boekenweekgeschenkauteur sinds Anna Enquist, die het geschenk in 2002 schreef. Hoe voelt dat?
‘Ik vind het droevig dat dát nieuws is en dat iedereen dat gewend is. De Lezeres des Vaderlands turft elke week hoeveel vrouwelijke auteurs in kranten worden gerecenseerd, hoeveel vrouwen een column hebben geschreven en hoeveel door vrouwen geschreven boeken getipt worden. De uitkomsten zijn choquerend. Er zijn zeventig Boekenweekauteurs geweest. Er was een lange periode dat er geen vrouwen werden gevraagd. Dat begon natuurlijk wel op te vallen.’
Wat kunnen wij, vrouwen, daar aan doen?
‘Dit is al goed. We moeten het signaleren en benoemen, zodat je je er bewust van wordt. Ik was eens met mijn nichtje naar de portretgalerij in het Letterkundig museum. Zij vroeg me: 'waar hangen de vrouwen?’ Het was mij helemaal niet opgevallen. Ik vond het vroeger heel normaal om mij met mannen te identificeren. Eigenlijk is mijn generatie schizofreen opgevoed. Als meisje leerde je je te identificeren met je vader. Denk alleen maar aan het geven van een spreekbeurt. Allemaal gaven we een spreekbeurt over het beroep van onze vaders. Maar ook jongens hebben het niet makkelijk. Meisjes mogen in jongenskleren naar school, maar een jongen zal nooit in meisjeskleding naar school mogen. Een jongen die meisjeachtig is wordt minder snel geaccepteerd dan een meisje dat jongensachtig is.’
Welke vrouwelijke auteur zou een volgend Boekenweekgeschenk moeten schrijven?
‘Annelies Verbeke, Mensje van Keulen en Manon Uphoff.’
Hoe ben je met dit geschenk te werk gegaan? In korte tijd heb je toch een boek moeten neerzetten. Wist je meteen waarover het geschenk moest gaan?
‘Vorig jaar maart kreeg ik de vraag of ik het geschenk wilde schrijven. Dat moest half oktober af zijn. De eerste twee maanden heb ik niets geschreven, maar heb ik langzaam het verhaal laten ontstaan. Het bedenken van een thema, een hoofdpersoon, een tegenspeler, hun beroepen, een beginsituatie en van daaruit werkte ik verder. Het was voor mij al vrij snel duidelijk dat de hoofdpersoon een sterke vrouw moest zijn die geen fervent voorstander is van het uiten van te veel emoties. Het schrijven van een geschenk is heel anders dan het schrijven van een roman. Het is lekker overzichtelijk. Dat klinkt heel romantisch, maar je hebt maar een beperkt aantal woorden. Onbewust houd je daar rekening mee, anders gebeurt er iets veel groters. Ik hoefde dan ook niet nog meer lijnen uit te werken. Voordat ik het wist was ik al aan de 96 pagina’s.’
Familie is vaak een thema in jouw boeken. Wat heb je met familie?
‘Heb ik niets mee.’ Gerritsen lacht. ‘Nee, hoor dat is niet waar. Ik heb heel veel met familie. Iedere keer als ik aan een nieuw boek begin, denk ik: 'dit keer ga ik het anders doen, ik ga het over familie hebben' en dan zeggen anderen: 'maar al je boeken gaan over familie.' '
Wat is dat toch?
‘Een familie is de ideale constructie om verschillende persoonlijkheden tegenover elkaar te zetten. Je moet een reden hebben waarom mensen dingen bij elkaar doen. Je kan dan een lift gebruiken, maar dat is zo’n flauwe oplossing. De onderlinge verhoudingen tussen familieleden maakt het mogelijk om alles te laten zien wat er tussen karakters kan gebeuren.’
Het begint met de broer die zijn zus opbelt met de mededeling dat zijn been wordt geamputeerd. Hoe is die aanleiding ontstaan?
‘Die scène kreeg ik in mijn schoot geworpen, omdat het in mijn eigen leven twee uur heeft gespeeld. Mijn vader had kanker – het gaat goed, dus we kunnen daar luchtig over blijven doen – en kreeg een bloedprop in zijn been. Ik kreeg een telefoontje dat ze hem gingen opereren en zouden kijken of ze zijn been konden behouden. Kanker blijft een vaag gevaar dat je bedreigt tot het mis is. Maar het verliezen van een been is zo concreet. Ik flipte helemaal uit. Ik was erg verbaasd over mijn eigen emoties. Het ging niet eens om mijn eigen been. Mijn vader heeft zijn been nog, maar ik wist meteen 'zo begint het dus – het boek, middenin de hysterie.' ’
Het wel of niet geamputeerde been van broer komt keihard bij zijn zus binnen, de sterke vrouw die niets van emoties moet weten.
‘Het breekt door haar pantser heen. Ze is geobsedeerd door haar broer. Het verhaal is vanuit haar perspectief verteld. Wat de broer bij haar teweeg brengt, haar verantwoording naar hem toe.’
Het is algemeen bekend dat je jouw eigen broer aan kanker hebt verloren. Lijkt hij op de broer in Broer ?
‘Mijn broer is dertien jaar geleden overleden, maar hij lijkt in niets op de broer uit het boek. De broer in mijn boek is bijvoorbeeld nogal huilerig, maar bij ons was het eerder andersom. Ik ben de huilebalk. De meeste personages lijken niet op mensen uit het echte leven. Ik ben dan ook niet de zus in dat boek. Ik vind mezelf juist heel emotioneel. Sommigen dagen klopt daar niets van en is dat helemaal niet waar. Dan ben ik huilerig en ontken ik dat het wat met me doet.’
Het thema van de Boekenweek is Duitsland. Was ich nog zu sagen hätte. Was hast du selbst nog zu sagen? Heb jij iets met Duitsland?
‘Ik zie Duitsland toch als onze grote broer. Vroeger luisterden we thuis veel Duitse muziek en ik keek veel Duitse televisie. Ik woonde in de buurt van Nijmegen dan daar spraken we ook Duits. Het voelt wel vertrouwd.’
Een groter publiek dan je gewend bent, gaat met jou kennismaken. Heb je daar tijdens het schrijven rekening mee gehouden?
‘Nee, niet echt. Publiek moet je dan toch negeren, anders krijg ik niets op papier.’
Wat vind je zelf van Broer ?
‘Ik ben er zelf heel tevreden over. Beter kan het niet. Dit is het, meer kan ik niet.’
Vind je dat je in de afgelopen jaren anders bent gaan schrijven?
‘Vroeger schreef ik veel voor het toneel en ik schreef proza. Het zijn twee verschillende genres. Toneel is heel luchtig en schrijf ik met het publiek in mijn hoofd. In de proza schreef ik helemaal geen dialogen, maar voerde ik oeverloze gedachtegangen uit. Ik denk dat mijn proza inmiddels wat luchtiger is geworden.’
Kijk je uit naar de Boekenweek: een afpeigerend gekkenhuis vol afspraken?
‘Ik heb er wel zin in. Het is een afgesloten hysterische periode. Het is veel lastiger om alles te combineren. Dat soort dingen zijn veel stressvoller. Ik zie deze week als een schoolreisje. Ik word opgehaald en iemand zegt mij wanneer ik op moet en waar we zijn. Lekker door het land toeren. Leuk en feestelijk.’
Broer
Van 12 tot en met 20 maart krijg je het Boekenweekgeschenk van Esther Gerritsen cadeau in de boekhandel, bij besteding van een bedrag van €12,50 aan Nederlandstalige boeken. Zondag 20 maart kun je op vertoning van Broer een dag gratis reizen met de trein.
Meer Boekenweek op Hebban
- Boekenweek: een vooruitblik
- Het Boekenweek-geschenk: Broer van Esther Gerritsen
- Het Boekenweek-geschenk besproken - de Hebbanrecensie
- Duitsland in YA-boeken