Interview /
Even mailen met...Thomas Heerma van Voss
'Het leven van anderen observeren en vastleggen in een poging tot controle’ is een van de grondthema’s van je nieuwste verhalenbundel De derde persoon. Hoe ontstaat zo’n grondthema? Bedenk je eerst het thema en schrijf je aan de hand daarvan de verhalen?
Nee, ik heb geen enkel verhaal geschreven met het idee dat ik een bepaald thema moest volgen of dat het handig zou zijn voor een bundel om enigszins verwante situaties op te voeren. Sterker nog, geen enkel verhaal uit De derde persoon is geschreven met de gedachte dat ik het zou bundelen. Ik heb de afgelopen jaren gewoon vrij veel verhalen geschreven, bijna allemaal onuitgebracht, te lang ook voor korte verhalen, maar te kort voor literaire tijdschriften - en toen ik er een stuk of twintig had dacht ik: het lijkt me mooi hier een bundel van te maken. Daarna, toen alles dus al geschreven was, ging ik pas kijken naar thematische verwantschappen en tegenstellingen.
In hoeverre ben jij zelf iemand die andermans leven observeert en controle wil houden?
Ik betwijfel of dit relevant is voor mijn schrijven - bij veel auteurs die ik zelf bewonder probeer ik juist zo min mogelijk autobiografische feitjes te achterhalen, die komen dan vaak tussen mij en hun verhalen in te staan. Maar, om de vraag niet geheel te omzeilen, ik zal niet ontkennen dat ik een vrij teruggetrokken iemand ben. Regelmatig heb ik de neiging me meer terug te trekken dan ergens aan deel te nemen; om te observeren in plaats van me ergens in te storten. Een van de grote voordelen daarvan is dat ik het overzicht bewaar, wat niet helemaal maar wel grotendeels hetzelfde is als controle bewaren. Ik ben echter niet iemand die onrustig wordt als hij iemand anders moet volgen die de route meent te kennen, of als een ander al helemaal heeft uitgedacht hoe een avond eruit ziet. Op zulke momenten ben ik heel ontspannen, misschien nog wel meer ontspannen dan wanneer ik zelf geacht wordt iets te beslissen of verzinnen.
Na De Allestafel (2009) en Stern (2013) is dit je eerste verhalenbundel die wordt gepubliceerd. In hoeverre verschilt voor jou het schrijven van een bundel ten opzichte van het schrijven van roman?
Dit was een geheel ander proces. Bij 'De Allestafel' en 'Stern' schreef ik, hoe verschillend de totstandkoming van beide boeken ook waren, vanaf het begin een duidelijk verhaal over één personage: ik wist waar het verhaal op uit zou draaien en wat er in de tussentijd ongeveer ging gebeuren. Bij deze bundel ging het veel minder gestroomlijnd. Ik heb verhalen geschreven over allerlei totaal verschillende omstandigheden - soms gooide ik die halverwege weg, andere keren groeiden fragmenten waarvan ik niets verwachtte toch juist uit tot volwaardige verhalen. Het ging dus veel onvoorspelbaarder en minder doelgericht.
Kun je iets vertellen over het samenstellen van de bundel?
Tussen 2009, vlak nadat ik debuteerde, en deze zomer heb ik een stuk of dertig, veertig verhalen geschreven. Bij sommige wist ik meteen al dat ik er niets mee zou doen. Andere zijn gepubliceerd in literaire bladen maar vond ik toch niet de zeggingskracht hebben om ze nu al uit te brengen. Uiteindelijk bleef er een selectie van zo'n 15, 20 verhalen over waarvan ik dacht: die zou ik nu wel naar buiten willen brengen. Maar ik wilde nadrukkelijk geen bundel met bijeengeschraapt werk, het moest wel op een of andere manier een eenheid vormen, en ook iets van exclusiviteit hebben. Daarom heb ik ervoor gekozen om zeven over het algemeen lange verhalen in de bundel op te nemen: ze zijn thematisch verwant, maar belichten - volgens mij - toch steeds net iets anders, of in elk geval vanuit een ander perspectief. En ze zijn niet eerder gepubliceerd, dat vond ik ook belangrijk.
Je studeerde onlangs af als Neerlandicus, wat was het grootste aandeel van de studie Nederlandse taal en cultuur voor jouw schrijverscarrière?
Aan mijn studie heb ik, zeker voor het analyseren van teksten, wel een en ander gehad. Maar voor mijn schrijverscarrière niet.
Op 7 september sta je op Manuscripta in Utrecht. Wat kunnen literatuurliefhebbers daar van Thomas Heerma van Voss verwachten?
Ik word samen met Philip Huff en Hanna Bervoets geïnterviewd. Tegelijk, volgens mij vanwege onze leeftijd, want in de aankondiging lees ik: "Als geen ander begrijpen zij de jonge generatie, zijn ze kritisch en creatief en durven ze vooruit te kijken." Ik weet eerlijk gezegd niet waar dat vandaan komt, volgens mij weet ik weinig tot niets van deze generatie, voor zover je überhaupt van een generatie kan spreken, maar ik zal een poging wagen.
Thomas' verhalenbundel De derde persoon verschijnt op 5 september bij uitgeverij Thomas Rap.