Lezen /
Feuilleton Loes den Hollander en Marjan van den Berg (4)
Ha Marjan,
Of ik wel eens iemand definitief het zwijgen heb willen opleggen? Reken maar van yes! Maar sinds ik een middag in een gevangenis heb doorgebracht (research voor Genadeklap) zal ik er toch voor blijven kiezen om fictieve personen het zware werk te laten opknappen. Die middag, daar moet ik je even wat meer over vertellen.
Ik wilde in Genadeklap beschrijven hoe het leven in een gevangenis eruit zag. Daar vind je weinig over op internet, daarom zocht ik contact met een gevangenisdirecteur. Degene die ik trof bleek zelf een schrijver te zijn, dus het was meteen raak. Ik werd uitgenodigd voor een bezoek en ook al is dat nu al ruim driekwart jaar geleden, ik ben er nog steeds van onder de indruk. Zodra je daar binnen bent, is de wereld weg. Er zijn dichte deuren, hoge ramen en je bent je er onmiddellijk van bewust dat je alleen nog naar buiten kunt komen als iemand je eruit laat. Wist jij dat gedetineerden iedere dag ‘s middags om half vijf worden ingesloten en pas de volgende ochtend om acht uur hun cel weer mogen verlaten? In de tussenliggende uren kijkt er één keer iemand naar binnen, om te controleren of iedereen nog leeft. Wist je ook dat ze maar één uur per dag, op een tijdstip dat voor hen wordt bepaald, naar buiten kunnen en dat ze, als ze niet naar buiten willen/kunnen, een uur extra in hun cel zitten?
Natuurlijk zit niemand daar voor het stelen van een fiets, ik heb levenslang gestraften de hand geschud, dat zijn beslist geen lieve jongens. Ik pleit dus niet voor een aangenaam gevangenisleven. Maar neem van mij aan dat een gevangenis geen hotel is, zoals je dat vaak hoort beweren. Je kunt er beter niet in terechtkomen! Nu even iets heel anders. Ik sprak onlangs een man die het een en ander met iemand had af te rekenen en zich machteloos voelde. Hij vroeg me of ik misschien nog een naam zocht voor een foute vrouw in mijn nieuwe manuscript. Dan mocht ik de naam van zijn kwelgeest wel gebruiken. Dat is dus afgesproken.
Doe jij dat wel eens in je boeken of columns: namen van mensen die je niet aardig vindt koppelen aan de foute persoon? En voelt dat dan voor jou ook zo lekker?
Ha die Loes!
Ja zalig is dat! Vervelende mensen kunnen mooie namen soms zo verpesten. Dat vind ik ook ellendig. Ik heb ooit een heel akelig kind in de klas gehad dat Eva heette. Beeldschone naam. Draak van een kind. Ik had graag één van mijn dochters Eva genoemd. Maar die snotvervelende oud-leerling heeft dat decennialang in de weg gestaan. Toch gaat m'n nieuwe boek straks Eva heten. Dus ik heb een hoop van het verleden blijkbaar verwerkt! Dat is nog eens stappen maken, hè?
Ik heb bij veel namen meteen een beeld. Kloris is een sul. Frits is een studiehoofd. Jacob praat altijd met zijn moeder mee en krijgt daardoor ruzie met z'n vrouw. Jantien is te dik en Ghisele gaat vreemd. Mijn moeder wilde me eigenlijk Tetje noemen, naar m'n overgrootmoeder. M'n vader koos voor Marjan, net als de vaders van mijn halve generatie. We heten allemaal Marjan, Marian, Marianne, Marion, Marjo of Marja. Terwijl ik me eigenlijk diep van binnen een echte Tetje voel. M'n achternaam is altijd Van den Berg gebleven. Ik kwam nooit een man tegen met de naam Van Nispen tot Sevenaer, anders had ik bij een eventueel huwelijk misschien toch die Van den Berg aan de kant gezet. Tetje Van Nispen tot Sevenaer, dat klinkt super, vind je niet?
Ben jij een echte Loes den Hollander? Of had je ook liever een andere naam gehad? Misschien een naam uit één van jouw thrillers?