Fiona Mozley verovert literaire wereld met debuut
Het moet een achtbaan zijn geweest sinds Elmet is verschenen?
'Het begon zelfs al voor publicatie! Het boek was nog niet eens uit, toen ik een telefoontje kreeg met het nieuws dat Elmet op de longlist van de Man Booker Prize zou komen. Ik begreep niet hoe dat kon: het boek was niet eens gepubliceerd en in de literaire wereld was ik een absolute nobody. Tot op de dag van vandaag is het een raadsel voor me hoe de jury mijn boek heeft opgepikt en hoe ik op die lijst ben beland.'
Als debutante op de shortlist van de Man Booker Prize terechtkomen, dat is inderdaad heel bijzonder.
'Ja, die nominatie heeft mijn leven op z’n kop gezet. Elmet zou in september uitkomen in Engeland, maar de publicatie is vanwege die nominatie vervroegd naar juli. Zelf kreeg ik twee dagen voor de officiële bekendmaking te horen dat ik op de longlist stond en een dag later werd ik al geïnterviewd door de Daily Mail. Dus op de dag van de bekendmaking stond er een groot interview met mij in een van de grootste kranten van Engeland. Andere landelijke media volgden: The Guardian, The Independent, Skynews… Niet lang daarna meldden buitenlandse uitgeverijen zich, omdat ze geïnteresseerd waren in een vertaling en nu zit ik te praten met Nederlandse journalisten. Dat was zonder die Booker-nominatie nooit gebeurd. Binnen no-time ging ik van ‘iemand die toevallig een boek schreef’ naar ‘iemand die de wereld over reist om haar boek te promoten’.'
Iemand die toevallig een boek schreef? Was het niet je ambitie om schrijver te worden?
'Ik vond schrijven en lezen altijd al leuk, maar ik zag romanschrijver niet als serieuze carrièremogelijkheid. Het leek een beetje op een fantasiebaan, zoals superheld of zo. Toch voelde ik de drang om een boek te schrijven. Natuurlijk droomde ik ervan dat het gepubliceerd zou worden, maar ook als dat niet zou gebeuren wist ik dat ik een grote prestatie had geleverd. Het feit dat ik überhaupt een boek heb afgerond, vervult me al met trots. Sterker nog, het afronden van het boek was het beste gevoel dat ik heb gehad in dit hele proces. Het voelde beter dan op de shortlist komen van de Booker Prize. Alles wat gebeurde na het afronden van de roman, was de kers op de taart. Al moet ik zeggen dat het een hele grote, lekkere kers is!'
Eigenlijk was je bezig met je PhD in middeleeuwse geschiedenis aan de Universiteit van York en op zaterdag werkte je in de lokale boekhandel…
'Mijn PhD is even op pauze gezet, al sta ik nog wel ingeschreven bij de universiteit. Gelukkig vonden ze het geen probleem dat ik er even tussenuit ben. Toch wil ik zo lang mogelijk in de boekhandel blijven werken. Het leven als schrijver kan namelijk erg eenzaam zijn. Zelfs nu ik rondreis om Elmet te promoten en veel mensen ontmoet, kan het eenzaam zijn. Je bent immers alleen onderweg en je zit alleen op de hotelkamer. Daarom vind ik het fijn om in de boekhandel in contact te blijven met collega’s. En het is belangrijk om ook over andere dingen na te denken dan alleen schrijven.'
Maar dat betekent dat je je eigen boek verkoopt?
'Ja, dat is echt gênant! Ik vind het vreselijk om mijn eigen boek te verkopen. Het is natuurlijk heel erg leuk als mensen mijn boek kopen of het gelezen hebben en er over willen kletsen, maar ik krijg een vuurrood hoofd als dat gebeurt. Maar het komt natuurlijk ook voor dat ik het verkoop aan mensen die niet weten dat ik het ben. Dat is het grappigst, want ik weet iets wat zij niet weten.'
De internationale interesse is bijzonder, omdat het boek erg Brits aandoet…
'Ik was ook verbaasd dat het boek werd opgepikt voor vertalingen, want het is inderdaad erg Engels. Zo heb ik bijvoorbeeld veel Yorkshire-dialect geschreven, wat niet vertaald kan worden. En de obsessie met landeigenaarschap is volgens mij typisch Engels: grote, rijke landeigenaren die op grote landgoederen wonen, zorgen over al het bos dat er was, maar nu verdwenen is. Ik denk dat deze fascinatie komt doordat de middeleeuwse verhalen van Robin Hood zo verankerd zijn in onze cultuur.'
Het landschap speelt inderdaad een belangrijke rol.
'Ja, dit was een bewuste keuze. Toen ik begon met schrijven, heb ik het plot gemodelleerd naar een western. Ik keek veel westerns toen ik opgroeide: Clint Eastwood-films, spaghettiwesterns… Ook ben ik fan van auteurs als Cormac McCarthy, die veel schreven over de ‘American West’. In dat genre speelt het landschap altijd een sleutelrol, omdat de hoofdpersoon probeert te overleven in een vijandig landschap. Ik weet niet zeker of het landschap in Elmet ook een vijand is, of juist een vriend, maar het is zeker een personage. Het voelde heel natuurlijk om het verhaal zich in Noord-Engeland, mijn thuisregio, te laten afspelen, ondanks dat ik in Londen woonde en dagelijks forensde. Eigenlijk miste ik thuis heel erg, wat het gemakkelijker maakte om de natuur en het landschap te beschrijven. Het kwam vanzelf terug. Eigenlijk is Elmet een ode aan de plek waar ik ben opgegroeid.'
Wat betekent Elmet eigenlijk?
'Elmet is de naam van een oud Keltisch koninkrijk in het noorden van Engeland, waar nu Yorkshire is, in de buurt van Leeds en York. Het koninkrijk bestond voordat de Romeinen over een deel van Groot-Brittannië regeerden (van 43 tot 410 na Christus, WM.), maar ook weer daarna. Er is niet veel over bekend en het rijk is totaal verdwenen, maar de naam is blijven hangen. Zo is er bijvoorbeeld een dorp dat Sherburn-in-Elmet heet. Met de titel wilde ik Elmet een gevoel van oudheid en geworteldheid meegeven, maar ook duidelijk maken dat grenzen door de jaren heen veranderen en het landschap niet altijd hetzelfde is geweest.'
Naast het landschap zijn er drie hoofdpersonages: Daniel, Cathy en hun vader. Het gezin woont in de bossen, op land dat niet hun eigendom is, in een huis dat ze eigenhandig hebben gebouwd. Hoe kwam je erop om deze drie figuren af te zonderen in dat landschap?
'Ik wilde onderzoeken hoe dit gezin in die afzondering zou functioneren. De personages zijn louter verbonden door hun familieband: ze houden van elkaar en zorgen voor elkaar, maar voor de rest zijn ze heel erg verschillend. Ze hebben verschillende lichamen, zijn fysiek anders en hebben een heel ander temperament. Die relatie tussen lichamelijkheid en temperament is ook iets dat ik wilde onderzoeken: ik wilde bekijken hoe het hebben van een bepaald lichaam - en dat bedoel ik niet alleen met betrekking tot gender - invloed heeft op de manier waarop je in de wereld staat en op de manier waarop mensen je zien. Op welke manieren bepaalt je fysieke uitstraling hoe je leven zal zijn?'
Daniel worstelt met die lichamelijkheid: hij is niet zoals andere jongens en zeker niet zoals zijn vader, een boom van een vent die geld verdient met illegale gevechten. Wilde je met deze roman genderissues aankaarten?
'Dat wilde ik wel aanstippen, maar het ging me er vooral om hoe gender beleefd wordt door een 14-jarige jongen die er niet de taal voor heeft. Hij gebruikt geen woorden als gender, want hij kent ze simpelweg niet omdat hij door hun afzondering nooit is blootgesteld aan de discussie. Voor mij was het interessant hoe hij manieren vindt hiermee om te gaan, met slechts zijn karakter en zijn lichaam in die specifieke omgeving.'
Hoe verhoudt die lichamelijkheid zich tot het landschap?
'Ik wilde een parallel maken tussen het landschap en lichamelijkheid, in relatie tot eigenaarschap. Daniel, Cathy en hun vader zijn geen eigenaar van het land waarop ze wonen, maar ze leven er wel van. Tegelijkertijd zijn er mensen die ‘leven’ van andermans lichamen, zoals de aardappelboer, die winst maakt door de fysieke kracht van zijn arbeiders in te zetten, maar niet dat van zijn eigen lichaam. Of het lichaam van de vader, aan wiens fysieke kracht grof geld wordt verdiend door op hem te wedden tijdens illegale gevechten. Hiermee wilde ik het idee van ‘een lichaam bezitten’ aan de kaak stellen: in een kapitalistische samenleving worden lichamen net zo goed uitgebuit als land. Dus wiens bezit is het dan werkelijk?'
Is het boek een kritiek op bezit van land, op grootgrondbezitters?
'Dat denk ik wel. In Engeland is bezit iets waar mensen heel erg mee bezig zijn. Kijk bijvoorbeeld naar mensen die in steden wonen: als je in Londen geen woning bezit, dan gaat vijftig tot tachtig procent van je inkomen rechtstreeks op aan huur. Huurbazen verdienen enorm veel geld aan huur: mijns inziens stimuleert dat de Britse economie op een manier die problematisch is. Op het platteland gaat het om landeigenaren met enorme landgoederen, terwijl dat niets meer is dan een overblijfsel van het middeleeuwse feodalisme. Maar de archaïsche wetten die daarbij horen hebben nog altijd een enorme impact op waar iemand kan wonen, wie wat kan gebruiken en waar je kan gaan en staan. Engeland is een van de rijkste landen ter wereld, maar bepaalde groepen mensen worden achtergesteld. Ik denk dat het aan ons is om dat te bekritiseren.'
Elmet is 19 februari verschenen bij Hollands Diep.