Debutant Frank Norbert Rieter: liever een eigen niche aanboren dan een bestsellerkanon op dag één
Even voorstellen...
'Toen ik in de eerste klas van de lagere school leerde lezen en schrijven, besefte ik meteen: dit biedt eindeloos veel mogelijkheden. Ik heb sindsdien altijd geschreven. Verhalen, gedichten en toneelstukken. Schrijven is ontzettend leuk om te doen. Ik kan het niet laten. Kunst is voor mij een manier om me uit te drukken en om de wereld te duiden en betekenis te geven. En wie ik ben? Ik woon in Nijmegen, ben getrouwd met mijn man Mel. Ik studeerde Algemene Literatuurwetenschap, maar verdien de kost als manager. Wie me echt wil leren kennen leest het beste mijn werk.'
Wat is het eerste boek dat je las waaraan je nu nog steeds levendige herinneringen hebt?
'Het sleutelkruid van Paul Biegel. Of eigenlijk alle boeken van Paul Biegel. Hij schrijft zo beeldend, de wereld waarin zijn verhalen spelen kwamen helemaal tot leven. Mede met dank aan de prachtige tekeningen van Carl Hollander.'
Wat is jouw persoonlijke favoriete boek en wat maakt dat boek zo bijzonder?
'Mag ik er echt maar één noemen? Als hoe vaak ik het herlezen heb een goede maatstaf is: De Silmarillion van Tolkien, in die prachtige vertaling van Max Schuchart. Wat het bijzonder maakt is de verscheidenheid aan verhalen, de epische schaal van wat verteld wordt. Uit de samenhang van alle losse verhalen rijst een groter beeld op, het verhaal van die wereld. Als ik iets geleerd heb door mijn voorliefde voor fantasy is dat ieder verhaal in een wereld speelt, met een eigen sfeer en eigen wetmatigheden. De dundenker lijkt voor de oppervlakkige beschouwer in onze 'normale' wereld te spelen, maar het is eerder een 'alternate history'; een parallel universum met een eigen identiteit en eigen karakteristieken.'
Weet je nog wanneer je voor het eerst aan iemand hebt verteld dat je bezig was met het schrijven van een boek?
'Op mijn 18de schreef ik voor het eerst een wat langer werk. Een novelle van ca 30.000 woorden. Ik vertelde het aan een vriendin, de meteen wilde weten waar het over ging. Ik las de hele tekst in één keer voor. Ze vond het geweldig. Ik vond het zelf toen ook geweldig. Nu niet meer. Als ik het nu terug lees vind ik het niet eens heel slecht, maar ik snap heel goed dat ik er alleen maar afwijzingsbrieven op kreeg. Ik ben inmiddels 44 en vier boeken (en vele korte verhalen en toneelstukken) verder. De dundenker is het eerste boek dat via een uitgeverij de weg naar een breder lezerspubliek vindt.'
Hoe ben je aan het onderwerp van je debuut gekomen?
'De dundenker vertelt het verhaal van Aloïs Hartman. Hij is te dik en hij worstelt daar enorm mee. Als politicus vind hij dat hij op alle vlakken het goede voorbeeld moet geven en niet mag falen. Als hij op een ochtend wéér is aangekomen wordt het hem te veel en mikt hij zijn weegschaal het raam uit. Vanaf dat moment ontspoort stap voor stap zijn hele leven. De problemen en dilemma’s van hoofdpersoon Aloïs Hartman liggen mij na aan het hart. Ik ben zelf van kinds af aan te dik en heb pas de afgelopen jaren enig grip gekregen op mijn eetgewoontes. Ik ben niet de hoofdpersoon, maar veel van mijn eigen ervaringen heb ik in deze novelle verwerkt. En als ikzelf in de politiek had gezeten, dan was ik een soort Aloïs Hartman geweest. Verder gaat het boek eigenlijk over de psychische bagage die we met ons mee torsen. Dat thema zit in vrijwel al mijn werk.'
Wat is de openingszin? En zit er een bepaalde gedachte achter?
"Als u het nieuws een beetje volgt dan kent u mij."
'Het boek start met een inleiding op het verhaal door de ik-persoon Aloïs Hartman. Ik wilde dat het zou voelen als een politieke biografie, zoals die na iedere kabinetsperiode bij stapels in de boekhandel liggen. Maar het mocht ook beetje grotesk zijn; je mocht meteen vermoeden dat je de hoofdpersoon niet helemaal serieus moest nemen, zijn pogingen om tot de waarheid te komen ten spijt. Ik schreef die inleiding laat in het schrijfproces. Vrij lang was de eerste zin die waarin de weegschaal het raam uit vliegt. Ik dacht: dan begin je meteen in de actie. Maar om het boek niet net als de weegschaal een harde landing te geven, was een beetje omlijsting nodig. Van de omfloerste inleiding tot het vurige slotbetoog.'
25 woorden-pitch: Vertel in max 25 woorden waarom we jouw debuut moeten lezen.
'Om de herkenning en het meeleven. Om de wereld beter te begrijpen. Omdat het zal bijblijven. Om de kabouters. Om mij een plezier te doen.'
Hoeveel brieven/manuscripten heb jij naar uitgeverijen gestuurd om ze van jouw boek te overtuigen?
'Na twee jaar stond het verhaal op papier. Ik stuurde het naar Paul Sebes en na een vlotte afwijzing stuurde ik het in de drie jaar daarna naar een tiental uitgeverijen. Ik bleef ondertussen aan het verhaal schaven. Het opsturen van een manuscript naar uitgeverijen is overigens een vrij zinloze bezigheid. Ik denk niet dat er in Nederland op die manier de afgelopen vijftig jaar een schrijver aan een boekcontract is gekomen. Ik heb niettemin voor eerdere boeken ook zo'n ronde gedaan. Het voelt ook niet goed om het niet geprobeerd te hebben.'
Hoe ben je met afwijzingen omgegaan?
'Afwijzingen van uitgeverijen doen me weinig. Het is een zakelijke afweging, geen oordeel over mij – niet eens over de literaire waarde van mijn werk. Het is wel jammer. Het voelt als een gemiste kans, zowel voor hen als voor mij. Het zou beter zijn als uitgeverijen helemaal niet meer open zouden staan voor het ontvangen van ongevraagde manuscripten, maar zouden werken met scouts en literair agenten, die selfpublishers en deelnemers van schrijfwedstrijden contracteren.'
Heb je overwogen om je debuut in eigen beheer uit te geven en waarom wel of niet?
'Ik heb tot nu toe mijn werk zelf uitgegeven. De dundenker is alleen een debuut in de zin dat ik het niet zelf uitgeef. Ik stond op het punt om dit werk ook zelf uit te geven toen ik de inschrijving voor de Coffeecompany Short Novel award zag. Dat herinnerde me aan een uitspraak van Thomas Olde Heuvelt; 'Ik nam me voor een schrijfwedstrijd te winnen.' In zijn geval was dat een opmaat voor groter succes. Het begint met zo'n voornemen, daarna is het een kwestie van doen. En je blijven ontwikkelen en vaak opnieuw proberen – in mijn geval. Ik kan iedereen aanraden om zelf uit te geven. Verwacht geen groot succes, maar zie het als een manier om het vak en de branche te leren kennen. Je bouwt portfolio op en een volgend boek probeer je gewoon opnieuw bij uitgeverijen aan de man te brengen.'
'Er van kunnen leven klinkt mooi, maar het is ook een juk dat je artistieke vrijheid kan beperken.'
Hoe graag wil je schrijver worden? Zou je ervan willen leven?
'Ik noem mezelf nu ruim tien jaar schrijver (ik ben 44). Ik snap dat voor sommige mensen het schrijverschap een predicaat is dat je verdient met publicatie bij een uitgeverij. Maar voor mij ben je schrijver als je veel schrijft en er zo professioneel mogelijk mee naar buiten treedt. Toen mijn eerste toneelstukken werden opgevoerd en ik een paar korte verhalen had gepubliceerd was voor mij het moment van 'worden' naar 'zijn' wel gepasseerd. Ervan leven ambieer ik niet meer. Het is mooi meegenomen als ik er geld aan overhoud. Daar koop ik bijvoorbeeld extra vakantiedagen van om meer te schrijven, of ik investeer het in wat extra publiciteit of een bibliofiele uitgave. Er van kunnen leven klinkt mooi, maar het is ook een juk dat je artistieke vrijheid kan beperken.'
Keuzestress: 'ik wil alleen maar goede recensies' of 'ik wil in de Bestseller 60 komen'.
'Ja, inderdaad. Allebei. Erkenning door mensen die er verstand van hebben, en door je peer group. En ook door heel veel mensen gelezen worden. Als ik moet kiezen, ga ik toch voor de recensies. Eerst kwaliteit leveren, dan komt dat lezerspubliek op termijn ook wel. En ik denk dat het meer bij me past om een eigen niche aan te boren, voor de 'literaire fijnproever', dan om op dag één een bestsellerkanon te zijn.'
Heb je plannen of ideeën voor een volgend boek?
'Jazeker. De dundenker is zelfstandig leesbaar, maar het is ook onderdeel van een cyclus. Het eerste deel, Het lichte hart van de mastodont gaf ik zelf uit. Met een volgend deel ben ik bezig. Daarnaast werk ik ook aan twee korte verhalenbundels, en een volgende theatertekst. Aan plannen en ideeën heb ik geen gebrek. Wat meer tijd zou leuk zijn.'
Zou je je ook op andere genres (willen) storten, en zo ja op welke?
'Dit werk is literair/slipstream. Ik schrijf ook genreverhalen (fantasy en horror). Ik heb daarnaast de ambitie om ook wat verhalende non-fictie te schrijven. Dat vraagt wel meer research en ik ben me al een paar jaar aan het inlezen. Er staat echter nog geen letter op papier, dus ik vind het wat vroeg om er inhoudelijk iets over te zeggen. Oh ja, en een koffietafelboek samenstellen. Met veel foto's (#oomludo).'
Sneak Preview
De dundenker verschijnt 28 juli bij Xander Uitgevers, maar ben je alvast benieuwd of deze roman wat voor jou is? Lees dan hier de sneak preview!
Naar de sneak preview
Meer voorpublicaties lezen? Je vindt ze allemaal hier terug. Houd Hebban deze week in de gaten voor meer exclusieve fragmenten uit nog te verschijnen debuutromans.
Minichallenge
Speciaal voor Hebban stelde Frank Norbert Rieter een minichallenge samen met zijn favoriete Short Novels! Klik hier om naar zijn minichallenge te gaan.