Interview /
Fuck-it list tegen de maakbaarheid van het leven
Vanaf een bepaalde leeftijd zegt niemand meer hoe je iets moet doen. En, volgens De Breij, is dat fijn, maar soms ook niet. Soms zou je willen dat iemand je vertelde hoe hij het in dezelfde situatie heeft aangepakt. Misschien niet om het exact na te doen, maar om eruit te halen wat voor jou haalbaar is. De Breij ging op zoek, maar kwam er al snel achter dat zo’n boek er simpelweg nog niet was. ‘”Waarom is dit er nog niet?” vroeg ik me af’, vertelt De Breij. Het zaadje was geplant, een idee geboren. Met de les van wijlen René Gude, Denker des Vaderlands, in haar achterhoofd – “Ga vooral te rade bij anderen” – ging De Breij inderdaad bij anderen op zoek naar levenslessen.
En die anderen zijn niet de minste. Eminente wijsgeren als Hedy d’Acona, Hanneke Groenteman en Nico ter Linden vroeg ze de hemd van hun lijf, al dan niet onder het genot van koffie, een wijntje, een bakje met nootjes en misschien nog een wijntje. Samen met haar geliefde en journaliste Jessica van Geel sprak ze met ze onder andere over liefde, seks, werk, kinderen en de dood. ‘Ik heb niet zozeer gekozen voor bekende Nederlanders, al wel voor mensen die meer van iets weten dan ik dat wist. Anne-Wil Blankers heeft altijd een heel bijzonder leven geleid. Daarover spraken we. Hans Wiegel, een bekend politicus, maar ook een man die twee keer weduwnaar is geworden. Ik zie ze dan ook niet als bekende Nederlanders, maar als mensen die schrijver, zanger of acteur van hun beroep zijn.’
Neem jezelf serieus
De Breij heeft vele mensen gesproken over levensvragen. ‘Deels heb ik echt nieuwe inzichten gekregen, deels werden mijn eigen inzichten bevestigd. Houd nooit een compliment voor je. Wie je bent is wie je altijd bent geweest. Wees blij. Iedereen doet echt zijn best. En neem jezelf serieus. Wees professioneel. ‘De secret of my succes,’ legt De Breij uit bij het inzicht professioneel te zijn, een inzicht uit eigen leven. ‘Je kunt misschien wel de beste gitarist zijn, maar als je nooit op tijd komt en je spullen niet voor elkaar hebt, dan wordt er uiteindelijk toch gekozen voor die iets minder goede gitarist, maar die wel altijd op tijd is en alles in orde heeft. Dat soort dingen leer je gaandeweg.’
De spraakmakende titel komt voort uit een verhaal dat Hanneke Groenteman haar vertelde; een verhaal dat zij weer van Renate Rubenstein had gehoord. Een man woont in een piepklein huisje met zijn zwangere vrouw en vijf kinderen. Hij wordt helemaal gek van de drukte. Hij besluit raad te vragen bij de rabbijn. Zijn advies? Neem een geit. Dus de man neemt een geit in huis, waarmee de drukte en chaos alleen maar groter wordt. De man gaat terug naar de rabbijn. Wat moet ik doen? Ik word nog gekker. Het advies? Doe de geit weg! ‘Conclusie: je hebt in je leven ja gezegd tegen een klus, je hebt een afspraak gemaakt, je hebt ja gezegd, voordat je erover nagedacht heb. Dat is de geit. Zoek de geit en doe hem dan weg.’
Een briljant en vooral beeldend advies. Waarschijnlijk hebben de meeste mensen hele geitenkuddes in huis. Wegdoen is misschien het simpelst, maar het herkennen van die geit. Hoe doe je dat? Hoe ben je het voor dat je die geit überhaupt in huis neemt? ‘Dat vergt een hoop eerlijkheid en dat is niet altijd makkelijk. Je ziet het soms eerst aan voor een gouden kalf, maar later zie je pas dat het toch een geit bleek te zijn. Dan merk je dat je tegenzin hebt, je wakker ligt en onrustig bent om hetgeen waar je ja tegen hebt gezegd. Je moet het jezelf niet te makkelijk maken en beter na durven denken voordat je ergens ja op zegt. Als je van te voren denkt “volgens mij is dat een geit” dan haal je hem minder snel in huis.’
Life is what happens to you while you are busy making other plans
Daar sluit de fuck-it list bijzonder goed op aan. ‘Ik word een beetje iebel van de maakbaarheid van het leven. En ook van het idee dat je alleen de pieken in je leven wilt stapelen. Maar life is what happens to you while you are busy making other plans. De rit naar de brug om daarvanaf te jumpen is ook het leven, een piek. Met wie je daar naartoe rijdt, wat jullie eten, de muziek waarnaar je luistert. Dat is het leven. Niet de sprong vanaf die brug.’
Leven wij in een tijd waarin we nog wel tijd hebben om naar elkaar te luisteren? Of om überhaupt raad te vragen aan ouderen? ‘Ik geloof echt niet dat het vroeger zoveel anders was dan nu. Alleen toen werden mensen veel meer gedwongen door het leven om anderen te imiteren. Was je vader bakker, dan werd je ook bakker. Als je ouders bij een sociale zuil hoorden, dan ging jij naar de vakbond. Tegenwoordig wordt er minder voor je bepaald en moeten we zelf alles uitvinden. We hebben de autoriteit weggedaan, maar diezelfde autoriteit had ook iets heel zorgzaams. We vertrouwen de politiek niet meer en de kerk ook niet, maar wie gaat je dan zeggen hoe het moet?’
Heb jij voor jezelf een conclusie aan al die wijsheden en levenslessen gebonden? ‘Dobedobedo,’ antwoordt De Breij. ‘Ik heb in mijn werkkamer een bordje hangen waarop staat: To do is to be. To be is to do. Dobedobedo! In je leven kun je niet veranderen wie je bent, wel kun je er voor kiezen wat je doet. Je kunt zeven dagen per week werken. Het kan ook niet.’ Het zijn de wijzen woorden van achtereenvolgens Socrates, Sartre en Sinatra.
Wie goed telt, komt tot 69 lessen
Samen met Jessica van Geel heeft De Breij twee jaar aan dit boek gewerkt. ‘We hebben samen de interviews gedaan en Jessica heeft de interviews uitgewerkt, maar we hebben het niet samen geschreven. Dat heb ik in mijn eentje gedaan. Ik heb de uitgewerkte interviews gelezen en de adviezen daaruit gedestilleerd. De eerste helft van het boek heb ik tussen alle bedrijven geschreven. Voor het laatste deel heb ik me volledig teruggetrokken en in vier dagen geschreven. Ik heb dag en nacht gewerkt.’ Wie goed telt, komt tot 69 lessen. ‘Ik had er natuurlijk 70 van kunnen maken, maar voor mijn gevoel was het na die 69 lessen af. Het voelde echt af.’
Om het af te maken, nog een 70ste levensles? Dan komt Van Geel binnen. ‘Jij had een mooie vondst,’ zegt De Breij tegen haar. ‘Het leven is net als een interview doen. Het zit hem niet in de voorbereiding, maar het zit hem in het aangaan en de geïnterviewde open tegemoet treden,’ zegt Van Geel. Ze doelt daarbij op de twee verschillende manieren waarop De Breij en zij de tien hebben geïnterviewd. Terwijl Van Geel alles tot in den puntjes voorbereidde, voorwerk verrichte en de vragen uitschreef, ging De Breij het gesprek gewoon aan. ‘Dat zorgt voor heel andere gesprekken,’ zegt Van Geel. ‘Als je iemand interviewt is het vooral contact maken met diegene; dat kan ik wel, maar je moet ook zorgen dat er iets gebeurt. En daar ben jij heel goed in,’ werpt De Breij tegen.
Kortom, een perfect schrijversteam. Plannen om nog eens zo’n project samen op te pakken? ‘Schrijven is een eenzame bezigheid. Daar heb je rust en afstand voor nodig en daar leent mijn leven zich niet voor. Maar het samen werken is zeker iets dat ik graag nog eens zou willen doen,’ zegt De Breij.
Neem een geit van Claudia de Breij wordt op dit moment gelezen in de Hebban Non-Fictie Leesclub. De 15 deelnemers die een gratis leesclubexemplaar krijgen zijn al bekend. Maar meedoen met een eigen exemplaar kan altijd in de Hebban Leesclubs.