Boek van de week /
Geef mij maar ‘Oorlogswinter’
In 2012 gaf Jan Terlouw (1931) aan geen jeugdboeken meer te zullen schrijven. Hij zou te ver weg staan van de huidige generatie en hun levenswijze en het schrijven over smartphones en computergames zou daardoor ongeloofwaardig overkomen. Niets is minder het geval in zijn klassieker Oorlogswinter. Het tijdloze verhaal, dat in 1972 verscheen, boeit al jaren vele kinderen en jongeren.
Verhaal in vele vormen
Oorlogswinter gaat over de 15-jarige Michiel, die in het fictieve Noord-Veluwse dorp De Vlank woont. Hij maakt de laatste winter van 1944-1945 mee, het einde van de Tweede Wereldoorlog. Die is eigenlijk best spannend en Michiel kan dan ook niet wachten tot hij mee kan doen in het verzet. Maar als hij uiteindelijk betrokken raakt bij illegale activiteiten en een enorme verantwoordelijkheid én geheim moet dragen, blijkt alles een stuk ingewikkelder dan Michiel had gedacht. Want wie kun je eigenlijk vertrouwen? Is een vermeende NSB'er echt wel zo slecht als Michiel denkt dat hij is? En hoe zit dat bij de Duitsers en Michiels medeverzetsleden? De grens tussen goed en fout is vaag? Hoe weet je of je het goede doet?
In 1973 kreeg Oorlogswinter een Gouden Griffel en een jaar later stond het op de Honour List van de Hans Christian Andersen Award. Weer een jaar later, in 1975, startte de VARA met het uitzenden van de televisieserie Oorlogswinter, die werd geregisseerd door Aart Staartjes. Zelfs meer dan dertig jaar later spreekt het verhaal nog steeds tot de verbeelding. In 2008 werd het daarom verfilmd door Martin Koolhoven.
Authentiek
Terlouw was acht toen het Duitse leger Nederland binnenviel en dertien toen Canadese soldaten zijn dorp bevrijdden. De Tweede Wereldoorlog heeft hij als kind dus heel bewust meegemaakt. Het verhaal dat hij schreef is daardoor geloofwaardig en authentiek. In een interview met Trouw in 2014 geeft de schrijver en oud-politicus aan dat hij nooit had verwacht dat enkele generaties kinderen zich door hem een beeld van de Tweede Wereldoorlog zouden kunnen vormen: ‘Het succes van Oorlogswinter heeft me ontzettend verrast. Ik heb dit het makkelijkst en snelst geschreven van al mijn 25 boeken. De herinnering was zo dichtbij. Aanvankelijk dacht ik dat het het zoveelste oorlogsboek zou zijn, maar de verkoop nam een enorme vlucht. Eerlijk gezegd ben ik daar nog steeds verbaasd over. Wat is er nu zo bijzonder aan het boek?’
De enige verklaring die hij zelf voor het succes kan geven, zijn de authenticiteit en eerlijkheid die van het boek af stralen. ‘De gevoelens die ik toen had, staan erin en blijkbaar is dat overgekomen. Ik was altijd bezorgd dat mijn vader iets zou overkomen. We woonden dicht bij Putten. Het verhaal van de doodgeschoten gijzelaars van Putten in september 1944 had een enorme indruk op me gemaakt. Het besef dat hij als dominee daarvoor kandidaat was, begon tot me door te dringen. Kennelijk heb ik die angst kunnen terugroepen.’
Bovendien wilde de auteur een eerlijk beeld geven van de oorlogssituatie. Oorlogswinter is dan ook een boek vol spanning, maar het mocht niet de indruk wekken dat Duitsers alleen maar slecht, en Nederlanders alleen maar helden waren. Ook was het niet de bedoeling dat kinderen ‘na het lezen zouden denken: goh, wat is de oorlog toch heerlijk, wat jammer dat ik het niet heb meegemaakt. Dat beeld mocht beslist niet ontstaan.’
De wereld begrijpen door fictie
Niet zo gek dus dat Oorlogswinter in 2016, het ‘Jaar van het Boek’, door boekhandels gekozen werd als eerste actieboek om het lezen onder kinderen verder te promoten. De stichting ‘Geef mij maar een boek’ stelt jaarlijks de mooiste jeugdboeken ooit, de echte klassiekers, voor ieder kind beschikbaar door het voor slechts 1 euro aan te bieden. Dit eerste jaar kiest zij voor het boek van Jan Terlouw. En dan niet als goedkope pocketeditie, maar als paperbackuitgave op mooi zwaar papier en een fullcolour omslag.
Met hulp van de Koninklijke Boekverkopersbond, het Centraal Boekhuis en drukkerij Wilco is er een oplage van maar liefst 260.000 exemplaren beschikbaar gemaakt. Bij het boek is lesmateriaal ontwikkeld dat gratis aan scholen ter beschikking is gesteld. Want de lage prijs van het boek maakt het uiterst geschikt om met de hele klas te lezen en te discussiëren over die periode in de Nederlandse geschiedenis, vinden de initiatiefnemers van de actie. ‘Je kunt de geschiedenis niet echt begrijpen als je je beperkt tot feitenkennis. Je kunt de wereld pas echt begrijpen als je er boeken over leest.'
Broederschap
De belangstelling voor Oorlogswinter en het verleden blijft dus bestaan. En hoewel we de herwonnen vrijheid nooit op mogen geven, waarschuwt Terlouw wel voor de gemakzucht waarmee die in de huidige tijd omarmd wordt.
In 2014 gaf Terlouw, als schrijver en oud-politicus, een voordracht op 4 mei over zijn begrip van ‘vrijheid’. Als trouw verdediger van de Verlichting en de leus vrijheid, gelijkheid & broederschap vertelt de auteur in het eerdergenoemde interview met Trouw: ‘Broederschap is in vergelijking met de waarden vrijheid en gelijkheid de laatste jaren zwaar onderbedeeld. […] Met de vrijheid en gelijkheid gaat het bij ons goed. We gaan populair met elkaar om en we hoeven tegen ministers geen excellentie meer te zeggen. Onze vrijheid is enorm, iedereen kan zich ontplooien. Maar broederschap? De vereenzaming is nu veel groter dan in de vorige eeuw. Er zijn vrijwilligers nodig om te voorkomen dat mensen eenzaam sterven. Met vreemdelingen gaan we steeds vervelender om. Zo kan ik eindeloos doorgaan.’
Vrijheid is een groot goed, maar lijkt vandaag de dag door veel mensen ook wel als excuus en in hun eigen belang gebruikt te worden. De balans tussen de drie kernwaarden lijkt verstoord. ‘Met vrijheid gaan mensen vrijblijvend om. Ik ben een hartstochtelijk verdediger van de Verlichting en de vrijheid van meningsuiting maakt daarvan een belangrijk onderdeel uit. Maar als het aanzetten tot haat wordt, dan moet je gaan nadenken. Vrijheid is een heel moeilijk begrip. […] Vrijheid zonder broederschap, wat is dat waard? Vrijheid zonder onderlinge solidariteit, zoals je steeds vaker ziet, is valse vrijheid.’
Bron
Interview Trouw