Nieuws /
Gespot: Het zesde gebod van goed eten in De Volkskrant
Hippe foodcultuur, kookprogramma’s op tv en legio receptenboeken ten spijt wordt er steeds minder gekookt. Koken op tv is amusement waar je weinig van opsteekt. Je leert ook niet basketballen door naar basketbal op tv te kijken. Naarmate er meer recepten ter beschikking staan, komt er steeds minder inbreng van de kok zelf in de pan. Koken wordt een vrijetijdsbesteding voor mannen, bewapend met dure messen en ultramoderne apparaten. Echt koken hoeft niet meer om de magen te vullen. Slim inkopen, opwarmen, aanlengen en doorroeren, in no time staat er een maaltijd op tafel. En niet per definitie een ongezonde maaltijd. Hoe kant-en-klaarder producten zijn, hoe meer de industrie het vet-, zout- en suikergehalte van je maaltijden bepaalt. De voedingsmiddelenindustrie wil verleiden, heeft niet als doel de gezondheid van de consument te bevorderen. Kant-en-klaar is goedkoop en snel, vergelijk maar eens de prijs van een blik soep met een pan zelfgemaakte, of de tijd die nodig is voor de bereiding (bouillon trekken enz.).
Onze voorvaderen slachtten een oeros en roosterden die op een kampvuur, onze ouders kookten uit blik, wij laten anderen voor ons koken. Gemaksvoedsel heeft zich de laatste zestig jaar sterk doorontwikkeld. In de Tweede Wereldoorlog werden soldaten voorzien van blikvoer en poederkoffie. Na de oorlog werd voedsel in blik aangeprezen als ‘de bevrijding van de vrouw van het aanrecht’. Kon ze ook eens iets leuks gaan doen in plaats van koken, werken bijvoorbeeld. Koken werd neergezet als een saaie plicht, zoals de afwas doen. In 1974 zet Philips de eerste magnetron voor huishoudelijk gebruik in de markt, aanvankelijk als een wonderapparaat om mee te koken, totdat wordt ontdekt waar het ding echt goed in is: opwarmen. In 2011 beschikt meer dan 90% van de Nederlandse huishoudens over een magnetron.
Eetschrijver Pollan voorspelt dat onze kleinkinderen koken zullen zien als iets wat oma en opa deden omdat ze geen andere keuze hadden. Volgens biologisch antropoloog Richard Wrangham is koken ten diepste verbonden met ons mens-zijn. Alle dieren eten rauw voedsel, de mens is het enige ‘kokende dier’. Door te koken gingen we voedsel ‘voorverteren’, waardoor we er meer energie uithaalden, onze hersenen konden groeien en we niet meer de halve dag aan het kauwen waren. Laura Bouwman, universitair docente aan de Wageningen Universiteit pleit ervoor goed te luisteren naar je lichaam en de zeggenschap over je voedsel niet aan anderen over te laten, maar zelf je keuzes te bepalen.
De onderzoeken suggereren dat het niet zozeer tussen wel of niet koken gaat, maar om het maken van gezonde keuzes. Wie kookt kan ongezond eten, wie kant-en-klaar eet kan gezond eten. Maar (kunnen) koken vergroot je keuzemogelijkheden en daardoor de kans dat je gezond eet.
Vooral onder kinderen neemt kennis over koken en eten dramatisch af. Vier van de tien Britse schoolmeisjes kan geen ei meer bakken. Veertig procent van de Franse schoolkinderen weet niet waarvan chips zijn gemaakt. Zorgelijk, of de tijdgeest? In Groot-Brittannië is koken weer ingevoerd als verplicht vak op scholen, in Nederland is koken op het vaste lesprogramma een uitzondering. Koken leert kinderen ook samenwerken, keuzes maken en verantwoordelijkheid dragen. En: koken is leuk!
Bron: De Volkskrant, Mac van Dinther, 4 mei 2015
De afleveringen in deze serie zijn te vinden op vk.nl/tiengeboden.