Meer dan 5,9 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Terug

Column /

Guus over kauwen

door Guus Bauer 2 reacties
Guus Bauer (1959) is schrijver en journalist. Als achttienjarige startte hij een uitgeverij en begon tegelijkertijd met recenseren en interviewen. Inmiddels heeft hij honderden binnen- en buitenlandse schrijvers geïnterviewd. Minstens eenmaal per maand schrijft hij voor Hebban een column over het boekenvak en literaire ontdekkingen. In deze aflevering aandacht voor kauwen.

Kind noch kraai

In de roman Weg van Jowi Schmitz zorgt een jonge kauw voor troost bij een uit een kindertehuis weggelopen tienermeisje. Let wel, de dochter van de beheerders zelf, die gedurende haar hele jonge leven over één kam is gescheerd met de tientallen ‘adoptiekinderen’. Een slimme, jonge vogel die gered wordt en tegelijk voor redding zorgt. Een goed boek zorgt voor graafwerk in je eigen belevingswereld, in je eigen geheugen. Zeker wanneer je literatuurknobbel een extra duwtje krijgt doordat de post juist die dag een heruitgave brengt van een Simenon, De gehangene van de Saint-Pholien, met eveneens een blauwzwarte gevederde vriend op het voorplat. In dat geval een kraai als de clichématige aanzegger van de dood.

In Boven is het stil van Gerbrand Bakker houdt een kraai, gezeten op een tak voor de boerderij, Helmer en zijn doodzieke vader nauwgezet in het oog. Hoe gemakkelijk om in deze vogel dezelfde voorbode te zien, maar de aanblik elke ochtend vanuit het slaapkamerraam, lengt juist het leven van de oude man. Het zorgt er tevens voor dat kleine Henkie niet weggaat. Bakker, vogelaar bij uitstek, laat hiermee de verwondering voor de natuur zien. De bonte kraai eerder als brenger van liefde.

Kraaien, en in mindere mate kauwen, hebben een slechte reputatie in het dagelijkse leven. Ze eten aas, doden broedsels van kleinere zangvogels, ze stelen glinsterende dingen, krijgen voor alles en nog wat de zwarte piet toegespeeld. Maar wanneer je, zoals de kunstenaar Achilles Cools (De kauw, De kauwentuin) en uw eigen letterkauwer, zo’n bende van heel dichtbij hebt kunnen bestuderen dan merk je dat het een complexe sociale organisatie is, die intelligent foerageert. Een samenleving die nauwelijks verschilt van onze jaag- en verzamelcultuur, inclusief ego’s, hiërarchie, carrière, apathie, frustratie, liefde, haat, diefstal, maar ook verregaand altruïsme.

Het zebrapad hier op de hoek wordt bijvoorbeeld gebruikt voor het kraken van hazelnoten op het wegdek. Auto’s rijden de nootjes plat. Zodra het voetgangerslicht op groen staat, wordt massaal gehamsterd. Helaas rijden er ook weleens bestuurders door rood.

In de moderne literatuur komen de zwarte vogels er over het algemeen goed van af. Vaak als de laatste reddingspost voor jeugdigen die kind noch kraai hebben, die zich alleen voelen, die een beetje mensenschuw zijn. Of die graag op zichzelf zijn, een afwijkende hobby hebben, de literatuurvorsing bijvoorbeeld. David de Poel beschrijft in De buitenstaander hoe de jonge protagonist een uit het nest gevallen kauwtje in een hokje in de tuin opvoedt. De stiefmoeder vindt het maar niets. ‘Belachelijk dat je dat vieze ding een naam hebt gegeven.’ Wanneer de jongen van school thuiskomt, is Hans gevlogen of … De roman is gebaseerd op de biografie van De Poel. ‘Nog steeds wanneer ik een kauw zie roep ik: “Hans. Hans”. De naam van mijn enige echte jeugdvriendje.’

In de roman Vogeljongen van ene Bauer voedt de tienjarige hoofdpersoon in de fietskelder eveneens een hulpeloos vogelgevalletje op. In een oude schoendoos, met stiekeme hulp van zijn vader. Ronnie landde nog heel erg lang – de tijd in de jeugd is onmetelijk – zo rond een uur of vier in de middag op de vensterbank van het kelderraam. Denk ook aan Jonge kauw te Katwoude waarin de fijne misantroop L.H. Wiener verhaalt over hoe hij op z’n relatief oude dag een jonge kauw probeert te redden.

Een schrijver hoeft het natuurlijk niet zelf meegemaakt te hebben. Al kan het opvoeren van een dergelijk mythisch beladen verenpak dan een sterkere symbolische waarde krijgen dan is bedoeld. In Joe Speedboot van Tommy Wieringa haalt de gelijknamige hoofdpersoon een jong kauwtje uit het nest voor de verlamde Frans. Dat is roven, kooien, een beestje onnodig afhankelijk maken. Eigenlijk een egocentrische actie.


Lees verder op pagina 2



Over de auteur

Guus Bauer

47 volgers
9 boeken
0 favorieten
Auteur


Reacties op: Guus over kauwen

 

Gerelateerd