Guus over kauwen
Pagina 2 van 2
De Kraai in Vriend van verdienste van Thomas Rosenboom is wederom een laatste strohalm voor de hoofdpersoon die aansluiting zoekt bij twee rijkeluiskinderen. De trouw van de vogel wordt hem uiteindelijk noodlottig wanneer de jongen zich met zijn maat verschanst, of eigenlijk gevangengenomen is. De vogels komen er over het algemeen slechter vanaf dan de mensen. Denk maar aan eens aan het bombardement van Dresden in februari 1945 zoals beschreven in De nacht dat het dode kraaien regende van de Duitse schrijver Marcel Beyer. De titel zegt genoeg. Een prachtige slotscène waarbij de ornitholoog aan het einde van zijn leven, zo rond de val van De Muur zijn manuscripten versnippert als nestmateriaal voor de nieuwe kolonie.
Geen kraai zo bont of er zit wel een vlekje aan, maar dieren in het algemeen hebben vaak onterecht door verhalen (uit het verre verleden) een veel te slechte reputatie aangemeten gekregen, zoals ook de wolf en de haai. Rood kapje en Jaws. Er zijn menselijke onhebbelijkheden op hen geprojecteerd die hardnekkig blijven kleven. De kraai die zich met vreemde veren tooide om koning van de vogels te worden, die geniepige streken uithaalde om het eten van andere dieren te stelen. De vrouw die aan koning Minos van Kreta haar land verried en na het verkrijgen van het goud voor straf veranderde in een kauw.
Het negatieve blijft vaak beter hangen. Terwijl Plinius aan het begin van onze jaartelling al schreef over het gebruik van geneeskrachtige planten door allerlei diersoorten, ook door de kauwen. De kauwen die volgens hem de mens de akkerbouw heeft geleerd, door resterende zaadjes in de grond te stoppen en te wachten op de nieuwe aren. De kauwen die bovendien zeer nuttig zijn als ongediertebescherming bij de gewassen.
Een aan te leggen lijst met schrijvers die zich met kraaiachtigen hebben beziggehouden, moet bijkans oneindig zijn. Dit jaar nog verscheen Verdriet is het ding met veren, een poëtisch verslag van een jonge vader die na de dood van zijn vrouw achterblijft met twee jonge kinderen. Een kraai komt bij hen inwonen en wordt zo tegelijk een personage en een mythisch figuur. Hij wordt sparringpartner, neemt ze allemaal onder zijn vleugels, maar overvleugelt ze soms ook. Zoals verdriet. De vader is een groot kenner van het werk van wijlen Ted Hughes, die na de dood van Sylvia Plath een gedichtencyclus schreef met een titel die zich in dit betoog laat raden.
Franz Kafka ten slotte – wiens naam in het Tsjechisch trouwens ‘kauw’ betekent – was ook een liefhebber van kauwen. In de andere betekenis van het woord dan welteverstaan. Hij schurkte tegen het veganisme aan en was ervan overtuigd dat hij elke hap, zelfs als het vruchtenmoes betrof, minstens dertig keer rond moest malen. Zie daarvoor bijvoorbeeld het verhaal De hongerkunstenaar.