Hakan Nesser: ‘Eigenlijk wilde ik geen inspecteur.’
Tekst en foto's: Sander Verheijen
‘Ik zat vast in mijn verhaal,’ zo verklaart de 62-jarige Nesser de plotselinge verschijning van zijn nieuwe hoofdpersoon. ‘Ik had een rechercheur nodig om het verhaal verder te kunnen vertellen.’
Dat hij koos voor een nieuwe inspecteur en niet met Van Veeteren op de proppen kwam, is voor Nesser een helder verhaal. ‘Ik was klaar met Van Veeteren. Of eigenlijk was hij klaar met mij. Ik heb hem beloofd hem met rust te laten. Simple as that. Van Veeteren is toch een beetje een vreemde kerel. Ik had behoefte aan een normale rechercheur, iemand die ik zelf ook beter kan volgen.’
Håkan Nesser debuteerde op zijn 38ste. Het bleek het begin te zijn van een serie van uiteindelijk tien misdaadromans met inspecteur Van Veeteren in de hoofdrol. Hij werd meermaals bekroond (o.a. de Zweedse thrillerprijs en de prestigieuze Glazen Sleutel). Inmiddels uitgegeven in meer dan 25 talen is Nesser een van de bestverkopende Scandinavische auteurs.
Het ultieme schrijversbestaan
Ik spreek Håkan Nesser op het zonnige terras van een pub in een gehucht in de Engelse streek Exmoor. Op een steenworp afstand van het dorp waar hij woont. Na een tijd in Londen te hebben gezeten, besloten Håkan en zijn vrouw zo'n zeven maanden geleden naar het platteland van Groot-Brittannië te verhuizen. Daarvoor woonden ze een periode in New York. In Engeland woont hij een groot deel van de tijd alleen met zijn hond Norton, een Rhodesian Richback. Zijn vrouw Elke is arts en reist veelal de wereld rond om patiënten in het buitenland terug naar hun eigen land te brengen.
‘Dit is het ultieme schrijversbestaan,’ vertelt Nesser. ‘Ik maak lange wandelingen met Norton. En tussendoor schrijf ik. Voorlopig tenminste, want ik zou hier niet voor altijd kunnen wonen. Ik mis de prikkels die je krijgt in de stad. Ik ben wat dat betreft gewend geraakt aan het leven in grote steden als New York, Londen en zelfs Stockholm. Je bent hier echt alleen met je hond en je verhaal. Van buitenaf gezien is dat natuurlijk een fantastisch beeld, en ook van binnenuit is het heel aardig. Maar niet voor altijd. Het is een schrijversleven, maar bijna overdone. In het dorp wonen ook alleen oude mensen.’ Hij lacht. ‘Ik ben daar de jongste.’
Onderweg naar de pub toonde hij al het geweldige landschap in de omgeving. ‘Hier heb ik van de week uren met Norton gewandeld. Ik kwam 8 schapen, 3 fazanten en 2 roofvogels tegen en geen enkel menselijk wezen. Dat vind ik zo bijzonder aan deze streek. Je kunt uren lopen zonder een ziel tegen te komen.’
Ondanks dat de rust en het landschap hem enorm aanspreken, heeft ook deze omgeving voor hem een uiterste houdbaarheidsdatum. Het boek over Exmoor heeft hij al geschreven, zoals hij ook in New York en Londen een verhaal optekende in de tijd dat hij daar vertoefde. Het Engelse platteland zal nog een klein jaar zijn thuis zijn, en dan gaat de familie Nesser terug naar hun geboorteland. ‘We hebben in Zweden een zomerhuis maar we zijn nog op zoek naar een appartement in Stockholm.’
Een nieuwe serie
Reden voor ons bezoek aan de bestsellerauteur is natuurlijk het boek waarmee hij - toch weer onverwacht - het begin inluidde van een nieuwe reeks: De man zonder hond. In eerste instantie ook niet bedoeld als serie. Nesser: ‘Het was de bedoeling om juist géén serie te schrijven. Ik heb tien boeken over Van Veeteren geschreven. Ik heb zelfs in interviews geroepen: “Nee hoor, ik schrijf nooit meer een serie”.’ Hij moet er zelf om lachen. ‘Maar toen ik in 2006 De man zonder hond schreef en plotseling Gunnar Barbarotti zijn opwachting maakte, besefte ik dat het daar niet bij zou blijven. Eigenlijk wilde ik niet eens een inspecteur, maar ik zag echt geen andere oplossing om een logisch ander perspectief toe te voegen aan het verhaal. Ik heb het zelfs een paar maanden laten liggen om er zeker van te zijn dat er geen alternatief bestond. Maar toen begon ik hem ook echt leuk te vinden en ik raakte geïnteresseerd in het personage. Zo raakte ik verstrikt in een nieuwe serie.’
Het zou uiteindelijk het eerste deel worden van zijn beoogde Barabarotti Quartet. ‘Ik vond dat mooi klinken: the Barbarotti Quartet,’ zo vertelt hij lachend. ‘Maar ik realiseerde me bij het vierde boek dat het niet genoeg was, dus dit jaar verschijnt het vijfde en laatste deel. Dus tot zover het kwartet.’
Het moet vreemd zijn voor de auteur om te praten over een boek dat hij vijf, zes jaar geleden schreef. ‘Ik heb net het laatste deel in de Barbarotti-reeks afgeschreven, dus ik weet nog redelijk wat er in de eerdere boeken is gebeurd. In Engeland is dat veel lastiger. Daar verschijnen nu de boeken die ik vijftien jaar geleden heb geschreven.’
Gunnar Barbarotti
Met Gunnar Barbarotti wilde Nesser een nieuwe kleur toevoegen aan het palet van seriepersonages in het genre. ‘Ik wil schrijven wat ik zelf het liefst lees. Vernieuwing is goed want als ik ergens een hekel aan heb dan is het wel sleur. Ik moet me tijdens het schrijven natuurlijk zelf ook vermaken. Schrijven is lezen.’
Gunnar Barbarotti is half Zweeds en half Italiaans en is niet de bekende, sombere alcoholist die bij de politie werkt. Zijn naam werd vooral op de klank uitgezocht. Maar het vernieuwende gaat verder dan een goed - maar vreemd - klinkende naam. Nesser: ‘Gunnar is een van de populairste Zweedse namen die je je kunt voorstellen. De combinatie met een Italiaanse achternaam is vrij ongebruikelijk. Maar een inspecteur die zo teruggrijpt op zijn geloof in God is ook niet veel gedaan. Ja, de Father Brown-serie, maar dat was natuurlijk heel anders.’
De haat-liefdeverhouding van Barbarotti met god wordt geïllustreerd door de vele schietgebedjes van de inspecteur in de hoop dat ‘zijn god’ hem op de juiste weg zet. Natuurlijk veelal zonder het gehoopte resultaat. ‘Het is eigenlijk min of meer begonnen met een grapje, maar naargelang de serie zich ontwikkelde is het serieuzer geworden. Het is natuurlijk ook een serieuze kwestie. In een van de boeken roept Barbarotti dat religie een uitvinding is van de duivel. Als er al een god bestaat, dan is hij niet almachtig. En als er een goede kracht bestaat, dan is er ook een slechte kracht. Die tegenstrijdigheid in het geloven in een hogere macht vind ik mooi.’ aldus Nesser.
In De man zonder hond speelt Barbarotti ook als rechercheur een bijzondere rol, want eigenlijk loopt hij steeds achter de feiten aan. De lezer weet het verhaal achter de mysterieuze verdwijningen al ruim voordat de inspecteur op het juiste spoor zit. Dit is in een thriller natuurlijk ook not done, maar door de manier zoals Nesser het verhaal heeft opgeschreven brengt ook dat spanning in het verhaal.
Nesser: ‘Ik had inspecteur Barbarotti echt nodig om het verhaal af te kunnen schrijven. En ik ben van hem gaan houden. In het volgende boek speelt hij wel vanaf het begin een rol, in het boek daarna weer niet. Het moet natuurlijk een beetje verrassend blijven. Ik moet het zelf ook leuk blijven vinden. Ik zou het verschrikkelijk vinden om steeds in herhaling te vervallen.’
Van Veeteren werd succesvol naar het televisiescherm gebracht. Hoe staat het met de plannen voor het tot leven brengen van Gunnar Barbarotti op televisie of op het witte doek?
Håkan Nesser: ‘Er was een aantal jaren geleden een hele aardige Duitse producente die de rechten heeft gekocht en er twee televisiefilms van heeft gemaakt. Maar het werkte niet. Ze waren niet goed. Ik had haar vooraf gewaarschuwd dat het onmogelijk is om een boek van 500 pagina's in negentig minuten te proppen. Maar ze deed het toch. Ik vond ze niet goed, de kijkers niet en ze heeft de rechten teruggegeven. Ik hoop dat er nog eens iemand komt, die dan wel naar me luistert, haha.’
Nesser schrijft ongeveer een boek per jaar maar hij heeft geen contract dat hem dit verplicht.
‘Het is geen moeten, maar het is mijn werk. Mijn uitgever is altijd blij als er weer iets komt, maar ik bepaal zelf de snelheid. Als ik schrijf probeer ik in het ritme te komen van een lezer. Leesritme is belangrijk. Ik schrijf dan bijvoorbeeld een hoofdstuk per dag. Het eerste concept schrijf ik met de hand. Daarna zet ik het in de computer. Mijn vrouw leest het eerst. Mijn uitgever krijgt het verhaal pas bij de tweede versie voor het eerst te zien. Ik heb bijvoorbeeld net een eerste versie van een manuscript afgerond. Dat is de la in gegaan om er pas over een aantal maanden weer uit te komen. Dan kijk ik er met een frisse blik naar.’
In Nederland kunnen we voorlopig nog vooruit en dat is goed nieuws voor de fans van Nesser. Uitgeverij De Geus kondigde de drie volgende delen in de Barbarotti-reeks ook al aan. Nog dit jaar verschijnen Een heel ander verhaal (deel 2, augustus) en Het tweede leven van meneer Roos (deel 3, oktober). In maart 2013 verschijnt De eenzamen, het vierde deel in de reeks.