Nieuws /
'Harry Mulisch was verliefd op de paus en op prins Bernhard'
Eigenlijk is het de foute avond voor de Herenclub, deze vrijdagavond in De Balie. De leden zijn er dan ook lang niet allemaal. Of omdat ze dood zijn (Hans van Mierlo), of geen zin (Reinbert de Leeuw) of gebrouilleerd (Peter Schat, tevens dood). Maar Marcel van Dam, Rudi Fuchs en Jeroen Henneman praten met smaak over hun maandagclub en over grondlegger Harry Mulisch.
Presentator Paul Witteman vraagt hoe dat nou zat, waarom er geen vrouwen mochten meedoen. ‘We spraken niet over auto’s, vrouwen en voetbal,’ weet Marcel van Dam. ‘Daar kwam alleen maar ellende van. Niet dat we statuten hadden of zo. Dames werden niet als lid gevraagd, omdat het discours dan verandert. Je hebt een andere sfeer, in gemengd gezelschap.’ Was het misschien omdat bijvoorbeeld vriendin Gretta van Hans van Mierlo overstapte naar Wim Duisenberg, en dat soort zaken, vraagt Witteman. De heren zijn even onthutst over de intieme informatie die over tafel vliegt. ‘Dat soort staatsgeheimen, daar praten we niet over.’
Verlegen Harry
In de media kwam Harry Mulisch soms als een ijdele babbelaar over, altijd klaar met een bon mot als ‘of ik sterfelijk ben, dat moet nog maar bewezen worden’. Maar in werkelijk was hij verlegen, melden de heren. Niet dat hij bescheiden was, Harry was overtuigd van zijn eigen talent en vond het geen probleem daarmee te koketteren. Dat hij in de New York Times door John Updike in één zin werd genoemd met Homerus, werd Mulisch niet moe om te vermelden tegenover vriend en vijand.
Mulisch had een standvastig wereldbeeld, weet voormalig museumdirecteur Rudi Fuchs. ‘Het doet me aan Renaissance architectuur denken. Heel strak, weinig schaduw. Hij deed niet aan modieus denken. Dat bleek het duidelijkst in zijn steun voor Israël. Daaraan veranderde niets in de loop der jaren. Zijn steun aan Fidel Castro: misschien dat de uiteindelijke gebeurtenissen in Cuba hem teleurstelden, maar het idee van de revolutie, de socialistische denkbeelden bleven voor hem waar, al viel de praktijk tegen.’
Beatrix
‘Harry was verliefd op de paus’, weet een van de heren. Mulisch hield van autoriteiten, van prijzen, oorkonden en veel meer. Hij was ook dol op prins Bernhard, en vond het heerlijk om in die kringen te verkeren. Het hield hem ook filosofisch bezig. Wat denkt een paus, als hij door de tuinen van het Vaticaan wandelt: ik ben een Poolse jongen, mama, of voelt hij elke seconde zijn goddelijke roeping? Koningin Beatrix heeft hij gevraagd of ze zich elk moment de majesteit voelde. Het antwoord is onbekend.
Mooi en intiem zijn de herinneringen aan Mulisch’ sterfbed, die tot op het laatst zijn vrienden aan zijn zijde ontving. De herenclub is op Harry’s verzoek niet opgeheven, men komt nog elke maandag bij elkaar. Zonder nieuwe leden, ‘we hebben besloten uit te sterven’.
Misogynisten
Na de pauze komt er een nieuwe herenclub in actie in De Balie: Thomas Heerma van Voss, Alma Mathijsen, Zihni Özdil en Tamar de Waal praten over hoe hun generatie twintigers in clubverband bij elkaar komt. Niet, luidt de conclusie. Facebook, instagram, en andere sociale media vervangen de behoefte om elkaar elke maandag te zien. Sowieso vinden ze het verschijnsel van een herenclub belachelijk. Misogynisten! Goed dat ze uitsterven! Of er een nieuwe club komt met dit viertal, is tot op heden onbekend.
www.harrymulischhuis.nl/festival