Hebban bespreekt: Achterland van Téa Obreht
Recensie: Eindeloze wildernis
Téa Obreht (1985) debuteerde met de bestseller De tijgervrouw van Galina (2010). Obreht werd geboren in Belgrado en woont sinds haar twaalfde in de Verenigde Staten. In 2011 werd haar debuut bekroond met de Orange Prize for Fiction, in hetzelfde jaar verscheen de Nederlandse vertaling. Achterland, de in Amerika langverwachte tweede roman van Obreht, veroverde meteen een plek op de New York Times-bestsellerlijst.
Wanneer Nora’s man Emmett niet terugkomt van een zoektocht naar water en haar twee oudste zoons na een ruzie verdwijnen blijft Nora met haar jongste zoon Toby achter in een uitdrogend huishouden. Toby is ervan overtuigd dat er een mysterieus dier rond hun huis sluipt. Tegelijkertijd is Lurie, een vogelvrijverklaarde man, op expeditie door het Westen, met zijn exotische metgezel. Langzaam ontstaan over zijn verschijning de wildste verhalen.
De verhalen van Nora en Lurie lopen naast elkaar in de roman van Obreht en de lezer die wacht op het onvermijdelijke kruisen van de twee wordt door de auteur lang in spanning gehouden. Het verhaal van Nora speelt in het ‘nu’, eind negentiende eeuw, in het ruige achterland van Arizona. Maar in dit nu gebeurt betrekkelijk weinig in vergelijking met alle andere verhalen die verteld worden.
Obreht heeft een enorm lange aanloop nodig om tot een origineel einde te komen. Achterland is een verhaal dat vooral bestaat uit achtergrond. Verschillende levensverhalen vatten de sfeer van het wilde land goed, maar niet alle personages hebben deze achtergrond ook daadwerkelijk nodig om de hoofdlijnen van het verhaal te kunnen bevatten. Deze worden steeds maar verder uitgesteld, tot het punt dat de lezer zich afvraagt of er überhaupt nog een eind aan zal komen.
Wildernis, pelgrimstochten, landlopers, ontdekkingsreizen; terug naar een oergeschiedenis, naar het land, naar het begin. In het afgelopen jaar zijn er verschillende romans verschenen die deze thema’s als basis hebben. Sommigen lijken ook qua uiterlijk op de roman van Obreht, zoals bijvoorbeeld Sal van Mick Kitson of Elmet van Fiona Mozley. In Achterland speelt vooral ook de sterke verbinding tussen leven en dood een bijzondere rol.
‘Dat ogenblik dat zijn hand door me heen greep, stelde ik me voor dat zijn vingertoppen over mijn hart schraapten. Het is niet zo koud als je zou denken, de aanraking van de doden. Je huid prikt alleen, als bij slapende ledematen. Het is ook niet dat rare gevoel waardoor je zo bang wordt. Het is hun honger. Die rijt je open.’
Mysteries en bijgeloof lijken inherent aan de wildernis en de auteur weet de lezer nieuwsgierig te houden. De schrijfstijl is opvallend vanwege de spreektaal die gehanteerd wordt, hier en daar overeind gehouden door vertaalster Ine Willems, evenals de Spaanse woorden en uitdrukkingen die gebruikt worden. Hiermee behelst het verhaal van Lurie een ander register dan dat van Nora.
Achterland is er voor de lezers die houden van de wildernis, het ruige land zonder voorzieningen en primitieve vormen van bestaan. Geen snelle roman maar een die net zo uitgerekt is als het landschap waarin de levensverhalen zich afspelen. Toch weet Obreht de lezer geprikkeld te houden en schreef ze een origineel verhaal dat de lezer bij zal blijven.
3 sterren, door Anne
Achterland
Téa Obreht
uitgeverij Signatuur
oktober 2019