Hebban bespreekt: Blauwe zomer van Leo Blokhuis
Recensie: Schoenmaker, hou je bij je leest
‘Een bekende Nederlander verkoopt boeken op zijn of haar naam, bijna nooit omdat het boek goed is.’ liet Tosca Menten onlangs optekenen in een artikel in de Volkskrant (5-10-2019) over BN'ers die (kinder-)boeken schrijven. Het punt waar het om draait is natuurlijk dat bij een zogenaamde BN'er de lat lager ligt, de kans op een geïnteresseerde uitgever groter is en dat de publiciteit gegarandeerd is. Talent is geen vereiste, kwaliteit is in de meeste gevallen niet het belangrijkste criterium: de commerciële belangen tellen het zwaarst. En dan is de naam van de BN'er geld waard.
In de rij van romanschrijvende BN'ers is ook Leo Blokhuis aangeschoven. Hij is de auteur van Blauwe Zomer, een roman over indorock en religie. Aan de publiciteit zal het ook nu niet liggen, met onder meer interviews in AD en Parool en een optreden in 5 uur Live. In de roman worden de levens van Johan (opgegroeid in een streng-religieus gezin) en Chris (geboren in Nederlands-Indië). Ze spelen samen in een band, genaamd De Rocking Blue Boys, die lijkt op de Indorockbands die gezien worden als de grondleggers van dit genre in Nederland.
Het boek start als Chris in 2005 terugkeert naar Soerabaja. Een vijftiger die op zoek gaat naar zijn verleden. Een verleden dat steeds in nachtmerries aan hem verschijnt. Zijn vader is vermoord in de Bersiapperiode en de beelden blijven Chris achtervolgen. In de hoofdstukken daarna lezen we hoe Chris Nederlands-Indië als ongewenste vreemdeling moest ontvluchten en in Nederland terechtkwam, waar hij bepaald niet met open armen werd ontvangen. Hij vindt zijn rust in de muziek, waar hij Johan ontmoet. Ook Johan heeft een enorme hang naar muziek, maar in het gezin waar hij opgroeit, is voor de muziek van zijn smaak geen plaats. Immers: Rock -'n-Roll moet wel rechtstreeks afkomstig zijn van de duivel. Het leidt tot een scheiding tussen Johan en zijn gezin. Samen met twee andere bandleden treden ze op in Nederland en daarbuiten en behalen ze successen.
Het personage Johan is deels gemodelleerd naar domineeszoon Blokhuis. Blokhuis verwerkte zijn eigen ervaringen en gedachten in Blauwe Zomer. In Chris komen de verhalen van ondermeer de Tielman Brothers, Eddy Chatelin en Max Ferdinandus samen. Het verleent de personages een zekere 'echtheid', waardoor de lezer wat gemakkelijker wordt meegenomen in het verhaal. Het neemt echter het grote bezwaar tegen dit boek niet weg: het is allemaal al eens eerder verteld. Blauwe Zomer levert erg weinig nieuws op en daarbij ontbreekt het ook aan literaire kwaliteiten.
Blokhuis schrijft met korte, simpele zinnen: ´Hij geeft de taxichauffeur een briefje. 'Jl.M.H.Tamrin' staat erop. Ooit was dat de Speelmanstraat. De chauffeur knikt, lacht zijn grote gele tanden bloot, knikt nog een keer en wringt zijn Bluebird toeterend de straat op. De auto ruikt naar luchtverfrisser en een beetje sigarettenrook.' Deze korte zinnen zorgen ervoor dat het boek leest als een jeugdboek. Daarbij wordt de lezer nergens uitgedaagd: alles wordt voorgekauwd en uitgelegd. Daar waar dit juist de kwaliteit van Blokhuis in programma's als de Top 2000 a gogo en Achter de dijken is, gaat het nu tegen hem werken.
Het eenvoudige taalgebruik is niet het enige dat stoort in deze roman. Blokhuis maakt ook te veel gebruik van versleten beelden. Wie meerdere romans gelezen heeft waarin hoofdpersonen emigreren naar Nederland, zal het herkennen: Nederland is het land van doorgekookt en smakeloos eten, grijs, grauw en koud, terwijl het thuisland het land van geurig bloeiende planten en kruidig eten is. Chris is de standaardontheemde muzikant: kettingrokend, drinkend, naar pillen grijpend en in iedere stad een andere schat. Ook de andere personages zijn weinig origineel.
Uiteindelijk is het wat het is: best een onderhoudend boek, maar niet origineel en zeker niet zo goed verteld als de boekcover de lezer wil doen geloven. Een goede roman schrijven is meer dan onderzoek doen, interviews houden en researchreizen maken: daar komen talent en vakmanschap bij kijken.
2 sterren, door Geertje
Blauwe zomer
Leo Blokhuis
uitgeverij Ambo|Anthos
september 2019