Hebban bespreekt: Farao van de Vliet van Kader Abdolah
Recensie: Nieuwe weg leidt tot literaire dwaling
Kader Abdolah heeft besloten nieuwe wegen te verkennen. Schreef hij voorheen altijd over geschiedenis, religie en cultuur, voor zijn nieuwste roman heeft hij zich zich laten inspireren door een oude Haagse egyptoloog die volgens hem op een nacht in Abdolahs gedachten tevoorschijn kwam. De auteur besloot de egyptoloog te volgen. Het resulteerde in Farao van de Vliet.
Twee oude mannen, de egyptoloog Herman Raven (die zich Zayed Hawass laat noemen) en Abdolkarim Ghasem, onderhouden een jarenlange vriendschap. Door geheugenproblemen is Raven de verbinding met de werkelijkheid kwijt. Een kaartje met zijn naam en een telefoonnummer zorgt ervoor dat hij altijd weer thuis komt. Over zijn carrière weet hij zich ook maar weinig meer te herinneren. Gelukkig heeft hij Abdolkarim, die fungeert als zijn geheugen en die de ontbrekende schakeltjes aanvult. Samen delen ze een geheim: Raven verbergt in zijn kelder een Egyptische schat. Nu ze aanbeland zijn bij de nadagen van hun leven, besluiten ze dat het geheim naar buiten gebracht moet worden.
Het verhaalgegeven is origineel en wie het werk van Abdolah een beetje kent, weet dat hij in staat is om een boeiende vertelling neer te zetten. Toch is dat in Farao van de Vliet niet gelukt. Stilistisch gezien is er nogal wat op deze roman aan te merken. In eerste instantie vallen de korte, eenvoudige zinnen met een erg simpele woordkeuze op:
‘De volgende ochtend werd Abdolkarim vroeg wakker. Na het ontbijt schoor hij zich, trok zijn pak en een nieuw overhemd aan. HIj zette zijn hoed op, pakte zijn wandelstok en liep naar de bushalte zo’n honderd meter verderop. De bus kwam op tijd aan en Abdolkarim stapte in.’
Alsof je een jeugdboek zit te lezen.
Daarbij laat de auteur nergens ook maar iets aan de verbeelding van de lezer over. Tijdsprongen worden overduidelijk gemarkeerd met een tijdsbepaling (‘De volgende morgen’, ‘Het was kwart voor tien’, ‘Even later’) en dialogen worden inclusief overbodige tussenzinnetjes weergegeven, als ware het een toneeltekst. Alle schoolmeesterachtige verwijzingen naar de Egyptische godenwereld wekken af en toe de indruk van een wikipagina: te veel en lang niet altijd in dienst van het verhaal.
Inhoudelijk is het boek ook niet sterk. Dat het draait om het thema vriendschap kan de lezer niet ontgaan, want Abdolah legt er zeer opzichtig de nadruk op. Daarbij wordt de verhaallijn onvoldoende uitgewerkt. De auteur legt een vraag op tafel, maar beantwoordt hem niet. Daarnaast is er ook bijzonder weinig actie te bespeuren. De personages praten wat met elkaar, reizen heen-en-weer, plukken tomaten en courgettes uit de tuin, drinken thee en daar blijft het bij. Het verhaal kabbelt voort zonder dat er echte vooruitgang aan te wijzen is.
Na het overlijden van Raven wil Abdolkarim de laatste wens van zijn vriend uitvoeren. Het boek eindigt met een serie onwaarschijnlijke ontwikkelingen, waardoor er van de geloofwaardigheid van de vertelling weinig meer resteert.
Met Farao van de Vliet slaat Abdolah een nieuwe weg in. Helaas schiet de roman stilistisch en inhoudelijk tekort en fans van de auteur zullen zeker teleurgesteld raken.
2 sterren, door Geertje
Farao van de Vliet
Kader Abdolah
uitgeverij Prometheus
oktober 2019