Hebban bespreekt: Wolfsjong van Kevin van Vliet
Recensie: Korte maar krachtige samenkomst van twee eenzame zielen
Kevin van Vliet (1993), journalist en redacteur, debuteert. Wolfsjong heet het kleinood waarmee hij de bikkelharde concurrentie in boekenland – met duizenden nieuwe publicaties per jaar in het Nederlands alleen al – aangaat. Van Vliet begrijpt daarom: de lezer heeft weinig tijd. En dus houdt hij het kort. Enkele witbladzijden tussenin niet meegerekend, wil deze jonge schrijver ons in minder dan negentig bladzijden overtuigen van zijn kunnen.
‘Eerst wil ik het verleden optekenen, nu het weer helder in mijn geheugen lijkt te liggen. Ik zal mijn best doen het kort te houden aangezien u vandaag vast nog iets beters te doen hebt.’
Die laatste zin vindt Van Vliet zelf de slechtste uit het boek. Hij valt anders best mee, en over dat ‘iets beters te doen hebben’ valt evenzeer te twisten want er zijn erger geselingen op een dag dan Van Vliets novelle lezen. In weinig woorden weet hij toch heel treffend een situatie neer te zetten die zich gedurende een dikke twee weken in het verleden afspeelt en nog enkele uren in het heden, maar ook heel veel sporen uit een nog vroegere tijd en een mogelijke toekomst met zich meedraagt. Hij schuwt diepgang noch humor en schotelt zijn lezers mooi verzorgd Nederlands voor dat toch ruimte laat voor experimenten waarin personages subtiel getypeerd worden.
‘‘Jongeman,’ had hij plechtig gezegd. ‘Ik vrees dat je de situaasie op jouw leeftijd niet juist bevatten kunt, en de situaasie is als volgt. Een tweetal instansies heeft ons benaderd.’’
De jongeman uit bovenstaand fragment is het hoofdpersonage. Hij is negentien als hij net zijn vader heeft begraven en op slag wees wordt. Zijn moeder stierf al toen hij nog een kleuter was. Moederziel alleen moet hij het zien te redden in het huis van zijn vader, zonder werk, zonder geld, en tot zijn grote verrassing liet zijn vader een berg schulden na. Hij is niet gelovig maar besluit eens wild te doen en gaat … naar de kerk. Daar ontmoet hij Oskar, een generatiegenoot van zijn vader die afgezonderd leeft en door de dorpelingen gemeden wordt. De twee weken die zij samen doorbrengen, laten diepe indruk na op de jongeman en sturen zijn leven een nieuwe richting uit.
Van Vliet schreef bewust een novelle omdat hij geen geduld heeft voor dikke boeken. Hoewel novelles niet zo goed verkopen, vindt hij ze juist heel praktisch, waarschijnlijk door de ‘telefoon en andere moderne toestanden’, zo zegt hij zelf. Hij ging tegen het advies van de uitgeverij in en waagde de sprong met dit dunne debuut. Nog tegen dat advies in besloot hij geen pseudoniem te kiezen maar voluit voor zijn eigen naam te gaan, hoewel hij beseft dat je met Kevin doorgaans weinig krediet krijgt omdat de naam – internationaal! – geassocieerd wordt met lagere sociale milieus. Wel, met deze Kevin mogen alle andere Kevins alvast blij zijn, want hoewel de beide hoofdpersonages in het boek wel degelijk tegen de marge van de maatschappij aanleunen, getuigt de inhoud van het boek van een verfijnd inzicht in de psyche van mensen die ervoor kiezen het levenspad niet netjes in het midden te bewandelen.
Deze knappe brok tragiek en eenzaamheid laat de lezer ondanks de thema’s helemaal niet aangeslagen achter. Na een sterke eerste zin als binnenkomer, ontrafelt Van Vliet de draadjes van twee weinig benijdenswaardige levens en spint er een basis mee voor een nieuwe, hoopvolle toekomst waar zowel de naamloze jongeman als de lezer vrede mee kunnen nemen.
4 sterren, door Marvin
Wolfsjong
Kevin van Vliet
Uitgeverij Prometheus
september 2019
Hebban besprak ook...
- Hopeloos van Abbi Glines (3 sterren door Diana)
- The Porpoise van Mark Haddon (5 sterren door Janneke)
- Onder mijn huid van Marijke Verhoeven (3 sterren door Vera)