Hebban interviewt 'De waanzinnige boomhut'-vertaler Edward van de Vendel
Waanzinnige boomhutverhalen
Andy Griffiths en Terry Denton, vertaald door Edward van de Vendel
De waanzinnige boomhut van Andy en Terry blijft maar groeien. Heel wat van hun avonturen waren te WAANZINNIG voor een boek... tot nu!
In welk dier verandert Terry Andy met zijn toverstaf?
Hoe krijg je een stoel uit je neus op Stoel-In-Je-Neusdag?
Wat ruimt de supertopper-zuigeropper allemaal op?
Waar wacht je op? Lees snel dit boek!
Het Kinderboekenweekgeschenk wordt tijdens de Kinderboekenweek door de boekhandel cadeau gedaan bij besteding van € 12,50 aan kinderboeken. De Kinderboekenweek is van 5 tot en met 16 oktober.
Je werkzaamheden zijn zo divers. Als iemand je op een feestje vraagt 'wat doe je in het dagelijks leven', wat zeg je dan?
Dan zeg ik dat ik boeken schrijf. Maar als we verder zouden praten, vertel ik ook over mijn journalistieke werk, zoals Eurostory over het Songfestival, en dat ik vertaal.
Hoe begon je vertaalwerk?
Als een verrassing. Het vertalen kwam pas na dertien, veertien jaar schrijven en daarvoor heb ik nooit gedacht dat dat iets was wat ik leuk zou vinden. Net dat ik als tiener ook niet wist dat ik schrijver zou worden, ik wilde gewoon meester worden. Dat ben ik ook een tijdje geweest voordat ik ging schrijven ... Voor mijn eerste vertaling werd ik gevraagd door uitgeverij De Eenhoorn: of ik een boek dat een vriend van mij getekend had, Carll Cneut, uit het Frans wilde vertalen.
En toen was je opeens vertaler. Ben je autodidact?
Deels. Over het vertalen heb ik ook veel geleerd van Rolf Erdorf, hij vertaalt mijn boeken in het Duits. Hij zegt altijd: 'Als er verschillende mogelijkheden zijn om te vertalen, is wat het dichtst bij de brontekst ligt het beste.' Ik probeer sowieso heel dichtbij de brontekst te blijven, bij de oorspronkelijke taal en bedoeling. Grappen zijn in dat opzicht het moeilijkst, omdat timing daarin ook een grote rol speelt.
Waar streef je naar in je vertaling?
Ik wil graag dat kinderen die een vertaald boek lezen dat niet doorhebben. Het moet lijken alsof je een oorspronkelijk Nederlands boek leest. De taal is een heel belangrijk instrument. Vertalen gaat niet alleen om het omzetten van de woorden, maar vooral ook om de juiste volgorde treffen, de manier waarop het aansluit bij wat kinderen tegenwoordig zeggen. In die zin denk ik dus ook als een schrijver tijdens het vertalen. Ik probeer altijd uit te zoeken wat een schrijver heeft willen doen. Wat voor soort boek heeft de auteur willen maken? Welke toon heeft het, is het makkelijk of moeilijk, is het wat literairder of juist niet: de vragen die je als schrijver hebt te beantwoorden, stel ik me als vertaler ook.
Zijn er vertalers die je bewondert?
Wie altijd goed werk levert, is Annelies Jorna, en ik denk ook aan Aleid van Eekelen-Benders, die de John Green-boeken vertaalde. En auteur en vertaler Maria Postema. Er zijn er meer, maar deze drie vind ik bijzonder goed.
Als vertaler verdwijn je als het ware, als schrijver laat je jezelf juist zien. Hoe ervaar jij dit?
Ik vind het helemaal niet erg om te verdwijnen, om er niet te zijn. Maar voor mij zit het verschil hem hier in: als ik een dag goed vertaald heb, dan ben ik tevreden. Als ik een dag goed geschreven heb, dan ben ik gelukkig. Heel erg gelukkig.
Maar als ik uitzoom, dan heb ik een heleboel boeken mogen vertalen van auteurs die ik bewonder of die iets doen wat ik nooit zou doen in mijn boeken. Dat hele pakket aan vertalingen is een enorme bijscholingscursus voor mij. Het vergroot mijn kennis. Door de 'De waanzinnige boomhut'-boeken heb ik bijvoorbeeld geleerd hoe je heel toegankelijk kunt schrijven.
Al die boeken zou ik anders nooit zo intens gelezen hebben. Ik ben trots op het werk wat ik heb kunnen doen en op de grote namen die ik mag vertalen. Op die manier ben ik een beetje verbonden met die schrijvers.
'Het is wel fijn om aan iets meegewerkt te hebben wat veel kinderen voor het eerst een boek doet lezen.'
Heb je een lievelingsschrijver om te vertalen?
De Zweedse Ulf Stark. Zijn stijl is zo prachtig, dat ik de hele tijd in zijn woorden wil zijn. Dat het Zweeds is, wat ik niet eens echt spreek, maakt niet uit. Zelfs als ik de vertaling van anderen van hem lees, wil ik die zinnen opeten, zo mooi zijn ze. Hij leert mij om in het Nederlands ook steeds te zoeken naar de zin die het mooist of het grappigst of het meest poëtisch is. Daar moet ik heel erg mijn best voor doen, maar dat leert me veel. Als het me lukt om zijn werk goed te vertalen, komen we wel iets dichter bij dat geluk.
Heb je nooit gedacht 'ik stop met vertalen, ik ga alleen schrijven'?
Jawel, want ik heb chronisch tijd tekort voor alles wat ik zou willen maken. Maar toch denk ik niet dat ik helemaal zou stoppen met vertalen ... Enerzijds door de leerschool die het is, maar ook omdat ik vind dat je trouw moet zijn. Bijvoorbeeld aan zoiets als de 'De waanzinnige boomhut'-boeken. Ik had nooit kunnen voorzien dat dat zo groot zou worden, maar daar heb ik me inmiddels wel aan verbonden. Het succes van de serie heeft me financieel ook meer ruimte heeft gegeven. Dat is een bijzaak, maar het heeft mijn schrijfleven wel makkelijker gemaakt.
Hoe vind je het om de vertaler te zijn van de 'De waanzinnige boomhut'-boeken?
Het is wel fijn om aan iets meegewerkt te hebben wat veel kinderen voor het eerst een boek doet lezen. Dat is het geweldige van de Boomhut. Kinderen die niet van lezen houden of lezen moeilijk vinden, grijpen wel meteen naar de Boomhut en lezen een boek van 300 pagina’s. Ik vind het echt een fantastisch idee dat er mede door de vertaling zo veel kinderen met die boeken tegen hun borst geklemd staan, zo van 'dit is mijn lievelingsboek'.
Je bent inmiddels heel vertrouwd met de serie. Zit er nog uitdaging in het vertalen?
Ik kijk wel altijd van tevoren of er veel rijmwerk in zit. Zo ja, dan wordt het wat moeilijker dan normaal. Andy Griffiths en zijn vrouw -– ik weet dat zij er ook aan meewerkt – houden van rijm. Om te vertalen is dat nogal een klus.
Als het gaat over de tekst als geheel: ik zou dingen op z’n half Engels kunnen vertalen. Dat begrijpen wij hier ook. Maar ik vind het dan beter passen om het niet te doen en toch naar een Nederlands equivalent te zoeken. Ik vertaal 'cool' bijvoorbeeld liever als 'geweldig' of 'super' dan simpelweg als 'cool'. Dat vind ik ook in lijn van de bedoeling van de auteur liggen: de hoofdpersonen spreken een universele taal, die niet bij een specifieke groep kinderen hoort. De Boomhut is ingezet als iets voor iedereen: elk kind moet dat kunnen snappen, ook vanwege de eenvoud, de plaatjes en de actie. En hoofdpersonen Andy en Terry zijn personages die iedereen zou kunnen kennen of zou kunnen zijn, ook als meisje. Ze hebben niet heel uitgesproken eigenschappen, dat betekent dat hun taal ook niet heel uitgesproken mag zijn.
Ken je auteur Andy Griffiths en illustrator Terry Denton persoonlijk?
Illustrator Terry reist niet, dus hem heb ik helaas nooit ontmoet. Andy heb ik al meerdere keren ontmoet op momenten dat hij in Nederland was, zijn vrouw Jill ook. Ik ben ook met hen op tournee geweest om live te vertalen bij zijn voorstellingen. Omdat hij zoveel fans heeft, worden openbare optredens vaak in het theater gepland, in de Kinderboekenweek gaat dat ook weer gebeuren. Andy is echt een leuk iemand, heel aardig. Ook al heeft hij over de hele wereld succes, hij blijft heel bescheiden.
Heb je zelf een favoriet verhaal uit de serie?
Oef, het is één groot bouwwerk ... Letterlijk, de boomhut, maar ook de literaire wereld van 'De waanzinnige boomhut': het is een universum dat steeds uitdijt. Maar er is één boek waarin Andy en Terry personages uit de wereld-kinderliteratuur ontmoeten, die vind ik wel heel erg leuk (De waanzinnige boomhut van 117 verdiepingen). In dat deel wordt ook de 'verhaalpolitie' ten tonele gevoerd, die regelmatig het verhaal onderbreekt omdat het niet goed genoeg is. Heel komisch.
'Als ik aan kinderboeken denk, dan schijnt de zon in mijn hoofd.'
Waar komt je liefde voor kinderboeken vandaan?
De liefde voor werken met kinderen ging gelijk op met de liefde voor het lezen van kinderboeken. Vraag me niet hoe het psychologisch precies zit, maar ik houd heel erg van de energie van kinderen: het enthousiasme en het vooruit willen. In letterlijke zin omring ik me niet per se met kinderen, maar ik houd van hun open blik en de ruimte die er is om je te laten verrassen.
De kinderliteratuur heeft zoveel verschillende aspecten: van non-fictie of verhalen tot gedichten, het kan wat literair of wat filosofisch, of juist helder en plat, je kunt schrijven voor kinderen die niet zoveel lezen of juist een boek dat zelfs voor volwassenen leuk is om te lezen. Hybride boeken vind ik ook heel tof: een beetje non-fictie of een beetje prentenboek, gedichten gecombineerd met verhaal … Als ik aan kinderboeken denk, dan schijnt de zon in mijn hoofd.
Was er een boek dat bij jou als kind de vonk deed overslaan?
Als kind las ik niet eens zo veel. Ik herinner me wel een deel van 'De Kameleon' waarin koeien worden gered, met hun neus nog net boven het water. Kinderboeken waarin dieren een grote rol speelden vond ik leuk. Op de middelbare school ben ik pas echt gaan lezen: boeken voor volwassenen, maar ook kinderboeken en dan met name Guus Kuijer. Zijn boeken heb ik echt verslonden. Dit is een auteur die zoveel durft: het is grappig, het is serieus, alles zit erin. Elk boek is weer anders. Ik vind hem een van de grootste auteurs die we hebben.
Wat lees jij nu?
Ik ben het boek Grijze bijen aan het lezen van Andrej Koerkov, hij is de grootste Oekraïense schrijver. Hij komt ook naar Crossing Border. Het speelt tussen de linies van Rusland en Oekraïne. Het is geen oorlogsboek, maar gaat over één man die is blijven wonen in een dorpje waar niemand meer woont en daar bijen houdt. Een heel mooi, licht geschreven boek en ondertussen krijg je ook die oorlog mee. Echt een fantastisch boek!
Qua kinderboeken is net van Pim Lammers de bundel Ik denk dat ik ontvoerd ben verschenen, met tekeningen van Sarah van Dongen. Het zijn 55 gedichten over familie met het perfecte midden tussen licht en inhoud, mooi en ontroerend.
Tot slot: wat zou je zelf graag nog willen maken?
Er zijn nog zoveel plannen … Ook al heb ik al best veel geschreven, voelt dat op een of andere manier niet zo. Ik heb nog steeds het idee van: ik moet opschieten, want ik wil nog dit schrijven en dat schrijven! In coronatijd was ik het even kwijt, maar nu is het er weer: een fijn, gulzig gevoel. Het voelt goed om te denken: 'Stilte, ik moet nog werken! Dit moet nog af!' Ik kan niet één specifiek project verklappen, maar er komt nog veel moois aan.
Auteursfoto: © Jota Chabel
De Kinderboekenweek
De Kinderboekenweek is dit jaar Gi-ga-groen! Andy Griffiths en Terry Denton maken het Kinderboekenweekgeschenk, Marije Tolman schrijft en illustreert het Prentenboek van de Kinderboekenweek. Zowel het geschenk als het prentenboek zijn tijdens de Kinderboekenweek bij de boekhandel te krijgen. De Kinderboekenweek 2022 vindt plaats van 5 tot en met 16 oktober.
Vanaf 2023 zal er jaarlijks een Filter Vertaalprijs voor kinder- en jeugdboeken worden uitgereikt op initiatief van de stichting CPNB in samenwerking met het tijdschrift Filter. Een onafhankelijke jury zal kijken naar de mooiste, bijzonderste en meest creatief vertaalde boeken in het Nederlands en daaruit een shortlist en een winnaar kiezen. De nieuwe prijs vormt een aanvulling op de reeds bestaande Filter Vertaalprijs voor vertalers van boeken voor volwassenen.