Hebban interviewt Hebban Debuutprijs-genomineerde Gijs Wilbrink
De beesten
Gijs Wilbrink, uitgeverij Thomas Rap
De Achterhoek, te midden van motoren, stropers, nertsenfokkerijen en handeltjes die het daglicht niet kunnen verdragen. In dit mystieke grensland vol geheimen groeit Tom Keller op, jongste telg van de beruchtste familie van de streek, en gezegend met een van God gegeven talent voor de motorcross.
Als hij jaren later plotseling verdwijnt, komt zijn opstandige dochter terug naar haar geboortegrond om hem te zoeken, met een dramatische familiereünie tot gevolg.
Vlak voordat het festival De Zwarte Cross losbarst, waar Gijs Wilbrink een literair programma heeft samengesteld, vindt hij een uurtje de tijd om Hebban te woord te staan. 'Fantastisch' vindt hij zijn nominatie voor de Hebban Debuutprijs. 'Het boek is net een half jaar uit en het is alle kanten opgegaan,' vertelt hij. 'Ik had best het gevoel dat ik een goed boek geschreven had, maar dit had ik nooit verwacht. Het is immers maar net hoe de sterren staan of je boek bij de juiste mensen komt en het verkocht wordt. Het was fantastisch dat recensenten het goed oppakten, en dat nu de Hebban-lezers het ontdekt hebben.'
Wilbrink kreeg dat goede gevoel, omdat hij al zijn ziel en zaligheid in de roman heeft gestopt. 'Ik heb acht jaar aan De beesten gewerkt en heb er alles ingestopt wat ik in me had,' zegt hij. Het begon zo'n negen jaar geleden, toen hij met zijn vrouw naar Noord-Macedonië vertrok om voor haar grootmoeder te zorgen. 'Daar had ik veel vrije tijd en ben ik aan het schrijven geslagen. Ik wilde al veel langer een roman schrijven, maar ik wist niet waarover. Ik keek terug op de levens die ik in Nederland geleid had: dat van mijn jeugd in de Achterhoek en dat vanaf mijn studententijd in Utrecht. De Achterhoek vond ik boeiender als decor.'
Decor
Wilbrinks roman is dus niet ontstaan vanuit een idee voor de plot of een bepaald personage, maar vanuit een geografische plek. 'Ik zat daar wel een tijdje mee,' vertelt hij, 'want een roman hoort te gaan over de ontwikkeling van een personage. Maar ooit had ik Ilja Leonard Pfeijffer horen zeggen dat decor het belangrijkste van een roman is. Dat sterkte me om door te gaan.'
Hoewel de schrijver tot zijn negentiende zelf in de Achterhoek woonde, heeft hij veel tijd besteed aan research. 'Wat ik in mijn jeugd interessant vond, was niet per se interessant voor het boek,' legt hij uit. Hij moest zich de Achterhoek eerst op een nieuwe manier eigen maken en greep daarvoor terug op de verteltraditie van zijn familie. 'Mijn moeder komt uit een grote familie, ze is de jongste uit een gezin van dertien. Ik heb dus ooms van verschillende generaties, die me van alles konden vertellen. Een van hen moest gaan stropen met zijn broers.'
'Na twee jaar had ik het gevoel dat ik genoeg wist van de wereld die ik beschrijven wilde. In mijn hoofd was de Achterhoek genoeg gaan leven om echt te beginnen.'
Met zo'n grote familie zijn er ook veel familiefeestjes. 'Wij hadden altijd van ieder merk bier een krat in huis, want de ene oom dronk dit en de andere dat. De mannen zaten op zo'n verjaardag altijd bij elkaar aan tafel en de vrouwen aan een andere tafel. De mannen hadden het over voetbal, of hun nieuwe caravan. Maar de vrouwen vertelden andere spannende verhalen uit het dorp. Ik ging dus liever bij de vrouwen aan tafel zitten.'
Twee jaar lang ging Wilbrink bij familie en andere buurtgenoten op bezoek om hen uit te horen over het leven in de Achterhoek. 'Ik heb aan allerlei mensen gevraagd wat ze hebben meegemaakt, of ik vroeg naar details als ik een verhaal in grote lijnen al kende. Na twee jaar had ik het gevoel dat ik genoeg wist van de wereld die ik beschrijven wilde. In mijn hoofd was de Achterhoek genoeg gaan leven om echt te beginnen.'
Moeilijk perspectief
Het eerste hoofdstuk had Wilbrink al snel op papier. 'Al snel worstelde ik met het perspectief,' vertelt hij. 'Dat van Tom als 9-jarig jongetje werkte niet goed. En eigenlijk wilde ik een alwetende verteller, maar dat was het ook niet. Ik schreef verschillende versies, die gooide ik weg. Toen vroeg ik me af hoe iemand uit mijn familie het verhaal zou beginnen. Daardoor koos ik een soort roddelstem vanuit het dorp, alsof het verteld werd door een tante op een verjaardag, met die toon erbij. Dat was het!'
Pas daarna is Wilbrink de rest van het verhaal gaan uitdenken. 'Het was de kunst om toch genoeg open te laten om nog plezier aan het schrijven te beleven,' legt hij uit. 'Zo ontdekte ik pas tijdens het schrijfproces welke vertelstem het beste werkte. En met die vertelstem kwam er een hele nieuwe verhaallijn bij en bleek de verteller ook een belangrijke rol in het verhaal te spelen. Dat verraste me en daar was ik heel blij mee.'
Gelaagde personages
Het decor van de Achterhoek leverde gelaagde personages op. Naast de verteller en Tom Keller, is Isa een van de personages met wie we als lezer meeleven. 'Isa was een van de eerste personages die ik had,' vertelt de auteur. 'Ik had al het decor van motorcross en stroperij in mijn hoofd zitten. Dat was best een masculiene wereld. Ik wilde er daarom een sterk, jong en vrouwelijk personage tegenoverstellen. Ik heb er nog wel even aan gedacht om niet Tom, maar ook een meisje de motorcrosser te maken. Op dit moment is het ook een meisje, Lotte van Drunen, die het grootste motorcrosstalent is. Ze is zelfs deze maand Europees kampioen geworden. Alleen in mijn roman paste dat toch niet helemaal bij de tijd waarin het verhaal zich afspeelt.'
'Ik liet de personages hinten naar de tijd van nu in hun opmerkingen over de toekomst. De lezer kan de parallel dan leggen.'
Toch spelen er allerlei hedendaagse thema’s een prominente rol in De beesten, zoals feminisme, vegetarisme en antiracisme. Die thema's weet Wilbrink aan te kaarten door Isa in de alternatieve scene van de jaren negentig te situeren. 'Ik heb vaak met punkpands in kraakpanden gespeeld,' vertelt Wilbrink. 'De onderwerpen die in de jaren negentig binnen die scene besproken werden zijn nu mainstream. Toen was het preken voor eigen parochie, maar nu is het wijdverbreid. Ik liet de personages hinten naar de tijd van nu in hun opmerkingen over de toekomst. De lezer kan de parallel dan leggen.'
Naast verwijzingen naar het hier en nu zitten er tal van gedetailleerde verwijzingen naar de jaren negentig in het boek. 'Ik heb in die tijd veel naar MTV en TMF gekeken,' lacht Wilbrink. 'En daar is veel van blijven hangen. Ik denk dat ik een van de weinigen ben die nog wekelijks een Cheezer maakt, een pitabroodje met jam en kaas. Daar werd in de jaren negentig reclame voor gemaakt. Het was niet eens een product, of een merk, maar gewoon een reclame om een pitabroodje met jam en kaas uit de oven te maken.'
Elastiek
Net als zijn personage Isa, vertrok Wilbrink uit de Achterhoek om te gaan studeren. 'Het verschil is dat ik niet ben gevlucht,' zegt hij. 'Ik had misschien wel het idee om na mijn studie gewoon terug te keren, al is dat niet gebeurd. Er zijn wel veel mensen uit de regio die naar de stad vluchten en neerkijken op de streek waar ze vandaan komen. Ik begrijp dat nooit zo goed, want de bevolking van een stad bestaat juist voor een groot deel uit "import"-mensen van het platteland. En daarbij wordt de kloof vooral in de media op de spits gedreven. Als je écht goed kijkt naar het platteland, of naar waar je vandaan komt, dan hoeft die kloof er helemaal niet te zijn. Ik ga regelmatig en met plezier terug, ik zit met een elastiek vast aan de Achterhoek.'
Hebban Debuutprijs 2023
De Hebban Debuutprijs is een aanmoedigingsprijs voor debutanten en richt zich op Nederlandstalige literaire fictie. Het is samen met de Hebban Thrillerprijs de enige juryprijs van Nederland en Vlaanderen met een grote invloed van lezers. In 2023 wordt de prijs voor de achtste keer uitgereikt. Nieuw dit jaar is de wildcard; de vijftiende nominatie op de longlist werd bepaald door Hebban-leden. De winnaar wordt op 1 september bekendgemaakt tijdens het Debutantenbal.
Looplabb is hoofdsponsor van de Hebban Debuutprijs.
Auteursafbeelding: © Keke Keukelaar