Hebban interviewt Joukje Akveld en Jan Jutte over Prentenboek van het Jaar 2023
Maximiliaan Modderman geeft een feestje
Joukje Akveld, geïllustreerd door Jan Jutte
Maximiliaan Modderman is alleen thuis en organiseert een feest voor zijn speelgoedbeesten. Met taart! Het wordt een wild feest. En een vies feest. Wat zullen mama en papa zeggen als ze thuiskomen?
Een uitbundig en herkenbaar verhaal voor alle kinderen die er weleens een puinhoop van maken.
'De Nationale Voorleesdagen is eigenlijk als de Kinderboekenweek, maar dan voor ukkies,' vertelt Joukje Akveld tijdens een video-interview. 'Er wordt in het hele land voorgelezen, vooral uit het Prentenboek van het Jaar. Er worden allerlei activiteiten georganiseerd en de campagne wordt afgetrapt door prinses Laurentien. Er is ook nog een speciaal liedje bij het boek, geschreven door Sjoerd Kuyper.'
Akveld woont in Zuid-Afrika en zal de Nationale Voorleesdagen van een afstand volgen. Illustrator Jan Jutte zal zich laten zien in de kinderboekenwinkel in zijn woonplaats. 'Ik ga niet voorlezen aan baby’s', zegt hij. 'Dat is me wel gevraagd, maar daar heb ik geen verstand van. Voor mij worden kinderen pas een beetje aanspreekbaar boven de vier jaar.'
Dat het prentenboek Maximiliaan Modderman geeft een feestje wordt voorgelezen aan kinderen jonger dan vier, maakt voor Jutte niet uit. 'Kijk, tekenen doe je in eerste instantie voor jezelf,' zegt hij. 'Ik ga niet extra felle kleuren gebruiken omdat het een prentenboek is, bijvoorbeeld. Ik begin met experimenteren met materiaal en kijk dan of ik er wat mee kan. Met tekenen kan ik op een bepaalde manier communiceren, zonder dat ik door mijn knieën hoef te buigen.'
En die manier van communiceren is geslaagd, want het boek werd Prentenboek van het Jaar. 'Tot nu toe had ik alleen verstand van Gouden Penselen,' lacht Jutte. 'Dus ik viel van mijn stoel toen we hoorden dat we Prentenboek van het Jaar waren.'
Voorlezen
Met de Nationale Voorleesdagen wordt voorlezen gestimuleerd. Werd er vroeger bij de kinderboekenmakers eigenlijk ook veel voorgelezen? 'Bij mij wel, we hadden ook heel veel boeken in huis,' vertelt Akveld. 'Voor in de vakanties mochten we altijd boeken uitzoeken bij De Slegte, die waren minder duur. We gingen ook vaak naar de bibliotheek, dus we groeiden op in een wereld met boeken. Ik herinner me beter dat ik veel zelf las, maar voorlezen moet ook echt gedaan zijn.'
'Ik weet nog wel dat ik werd voorgelezen,' vult Jutte aan. 'Later bleek uit hele foute boeken. Vroeger werd er zo gedacht over de boeken van Kluitman, die waren zogenaamd fout. De goede boeken kwamen van Lemniscaat, die waren meer verantwoord of beter geschreven. Ik verslond de boeken van Kluitman, en volgens mij ben ik nog steeds goed terechtgekomen.'
'Peuters en kleuters zullen altijd zijn zoals ze zijn, met hun schonkige schoudertjes en naar verhouding grote hoofd.'
Annie M.G. Schmidt
Bij de reconstructie van hoe het verhaal is ontstaan, realiseerde Akveld zich dat het boek op een bepaalde manier een ode is aan Annie M.G. Schmidt. 'Ik ben geboren in 1974 en opgegroeid met de verhalen en versjes van Annie M.G. Schmidt. Ze was oer-Hollands in haar schrijven en bij de keuze van de namen van haar personages. Vooral in gedichtjes zaten namen met veel lettergrepen. De allittererende naam met veel lettergrepen van Maximiliaan Modderman is daardoor geïnspireerd.'
Een tweede link met Annie is Floddertje, gaat Akveld verder. 'Dat heb ik als kind veel gelezen en dat heeft indruk gemaakt. Floddertje maakt alles goor en vies. De speaking name Modderman had ik al snel verzonnen. Tot slot schreef Annie ooit: "Doe nooit wat je moeder zegt, dan komt alles wel terecht." Oftewel, volg je eigen pad, je hoeft je niet al te veel aan te trekken van ouderlijk gezag. Die drie aspecten zitten allemaal in het boek en maken het samen mijn ode aan Annie M.G. Schmidt.'
Jan Jutte debuteerde ooit als tekenaar bij het gedicht Beertje Pippeloentje van Annie M.G. Schmidt. Akveld: 'Jan vragen om de illustraties te verzorgen, maakte de cirkel rond.'
Samenwerking
Toen het verhaal eenmaal stond, gingen Akveld en de uitgever op zoek naar een illustrator. 'Ik heb ooit een boek gemaakt over Nederlandse illustratoren, Tekenaars, en daarvoor had ik Jan geportretteerd,' vertelt ze. 'Zo heb ik hem leren kennen en sindsdien ben ik fan van zijn werk. Jan tekent geen hippe kinderen van deze tijd. Zijn werk wortelt meer in de jaren vijftig en zestig. Dus stelde ik voor om hem te vragen.'
Jutte zei ja, maar het was even een zoektocht naar de juiste verbeelding van Maximiliaan. 'Ik vond het mannetje heel leuk, dus ik heb eerst een schets gemaakt. Het was een jongetje met donker haar, een strakke scheiding in het midden. Het deed de uitgever denken aan een zeker historisch figuur, vooral als 'ie wat modder in zijn gezicht had. Daar moesten we voorzichtig mee zijn. Uiteindelijk was iedereen tevreden met Maximiliaan zoals hij geworden is.'
Bij een prentenboek moet de illustrator het doen met weinig tekst. Akveld: 'Ik schrijf het verhaal in zwart en blauw. De zwarte tekst is de tekst die in het boek terechtkomt. In blauw beschrijf ik de context, bijvoorbeeld "scène in tuin". Ik vul dat niet aan met details. Het is voor de rest aan Jan om dat verder in te vullen. Hij moet het in zijn vingers krijgen.'
Jutte: 'Je moet die samenwerking ook niet over-romantiseren. Een schrijver heeft haar of zijn werk gedaan en dan komt de tekenaar. Je denkt van scène naar scène, je knipt het op. Ik zat een beetje met dat bad in de tuin. Al snel kom je dan bij een vijver, maar het kan ook een opblaasbad zijn. Alleen ik vond zo’n oude teil toch veel leuker. Dan begin je, je tekent wat, je schildert wat, je knipt wat. Het hoeft niet perfect te zijn, want er moet een vaart in zitten. Het accent moet op de figuren liggen en hun onderlinge interactie.'
'Ik houd heel erg van versjes en poëzie, omdat je dan heel vrij bent. Je kan alle kanten op met de tekeningen; je handje is op vakantie.'
Eigenzinnig
En dat is een bijzondere interactie, want Maximiliaan geeft een feestje voor zijn speelgoeddieren. 'Ik wilde de eigenzinnigheid van Maximiliaan laten zien, dat hij gewoon zijn eigen ding doet,' zegt Akveld. 'En dat hij raar denkt, ook al is het voor een peuter heel logisch dat de taart ook in bad moet. Ik had al eerder prentenboeken geschreven voor wat oudere kinderen, maar ik wilde weten of ik ook voor die peuterleeftijd kon schrijven.' Met weinig woorden werd het een verhaal. Akveld: 'Ik lever een half product af. Een prentenboek wordt pas een prentenboek als de tekenaar het werk geleverd heeft. En die doet dat altijd op een manier die ik niet kan bedenken.'
Bij Maximiliaan had Jutte al snel een beeld, maar het is wel eens voorgekomen dat hij niet direct iets kan met een personage of verhaal. 'Soms kan ik er gewoon niks mee, soms blijft het liggen,' legt hij uit. 'Ik houd heel erg van versjes en poëzie, omdat je dan heel vrij bent. Je kan alle kanten op met de tekeningen; je handje is op vakantie. Als een verhaal al heel erg beschreven is, dan zijn andere tekenaars geschikter dan ik. Sommigen kunnen er dan toch een draai aan geven, het maakt niet uit wat ze moeten tekenen. Al moeten ze een straaljager tekenen die een ijssalon in vliegt en alle ijsjes de lucht in gaan. Ik zou dan eerder het jongetje dat buiten loopt tekenen en zijn reactie laten zien.'
Jaren vijftig
Maximiliaan Modderman geeft een feestje mag geïnspireerd zijn op Annie M.G. Schmidt, maar is niet per se verbonden aan vroeger tijden. 'Kinderboeken die heel erg meegaan in de tijdgeest, zijn even helemaal hot maar daarna al snel gedateerd,' legt Akveld uit. 'Voor mij is dat niet zo wezenlijk. Peuters en kleuters zullen altijd zijn zoals ze zijn, met hun schonkige schoudertjes en naar verhouding grote hoofd. Het maakt dan niet uit wat ze aan hebben. Ik ben niet hip, dus voor mij hoeft het ook niet hip. Maar dat heeft wel kritiek opgeleverd dat het boek niet inclusief zou zijn.'
Jutte vult aan: 'Er is een blauwe krokodil, een meerkleurige sok, dus bijna alle kleuren van de regenboog zitten in het boek. En de ouders, het zijn een man en vrouw, die ik expres zo strak en streng heb getekend, omdat ze een personificatie zijn van "hoe het heurt". Dat contrasteert heel mooi bij het gegeven dat Maximiliaan er liever een bende van maakt.'
Leestips
Joukje Akveld: 'Neem nooit een beste vriend, van Erna Sassen. Het is net verschenen. Het is een boek voor tieners, met illustraties van Martijn van der Linden. De illustraties zijn zogenaamd van de hoofdpersoon, die heel goed kan tekenen. Sassen kan heel goed in getroebleerde tienerhoofden kijken. Ik vond het een enorm bevrijdend en goed geschreven boek.'
Jan Jutte: 'De beesten van Gijs Wilbrink. Het is een debuut en speelt zich af in de Achterhoek. Ik heb twee keer in mijn leven in die omgeving gewoond en die is me dierbaar. Het boek ademt die omgeving. Het is goed geschreven, er zit vaart in.'
De Nationale Voorleesdagen
Voorlezen beleef je samen! Tijdens de Nationale Voorleesdagen van 25 januari tot en met 4 februari stimuleren we het voorlezen aan kinderen (0-6) jaar die zelf nog niet kunnen lezen of net het lezen hebben geleerd. Geef kinderen het cadeau van een grotere woordenschat en een vast momentje samen met jou om te koesteren. Tijdens de Nationale Voorleesdagen staat de Prentenboek Top 10 centraal, aangevoerd door het Prentenboek van het Jaar.
Auteursafbeelding Joukje Akveld: © Justin Fox. Auteursafbeelding Jan Jutte: © Sven Scholten.