Hebban interviewt Kiki van Dijk
Onder strikte geheimhouding mocht Carien Touwen speciaal voor Hebban videobellen met de auteur, die in het buitenland woont. We speculeerden of de auteur misschien met stemvervormers of geblurde videobeelden zou werken, maar niets van dit alles toen ze in beeld verscheen. Kiki van Dijk blijkt een heel gezellige dame die graag honderduit vertelt over haar schrijven.
Londen
Kiki van Dijk
De Nederlandse journalist Kate heeft haar ziel aan de duivel verkocht: voor haar Instagramkanaal maakt ze elke dag zoveel mogelijk paparazzifoto’s van beroemdheden. Maar dan worden er plotseling vips vergiftigd, en lijkt er een link te zijn met haar account. Ze moet erachter komen wie haar verdacht probeert te maken, in iets wat een levensgevaarlijk kat-en-muisspel blijkt te zijn …
Vanwaar de keuze voor een pseudoniem? Sta je daar na vijftien boeken nog steeds achter?
Absoluut. Ik schrijf ook andere boeken en academische stukken en vind het logischer voor de lezer om de twee auteurs die ik in me heb, niet te verwarren. Ik heb die keuze toentertijd gemaakt en ben daar nog steeds blij mee. Ik houd veel van schrijven en wil me daar op focussen. In mijn privé-omgeving weten mensen het, ik houd voor hen zelfs kleine boekpresentaties als er een nieuwe Kiki van Dijk verschijnt, maar iedereen snapt dat ik mijn pseudoniem voor mezelf wil houden.
Je debuteerde in 2014 met Zeevlam. Dat is ook meteen jouw enige boek dat geen plaatsnaam als titel heeft …
Dat klopt. Dat boek gaat over Den Haag en Scheveningen en daarmee wilden we een zomersfeer creëren, een verhaal dat je leest op vakantie. Daarna realiseerde ik dat locaties eigenlijk ideaal zijn om een verhaal mee te onderscheiden en dat elke locatie een ander perspectief geeft. Elke plek geeft me andere inspiratie; Gstaad vraagt om een meer mondain verhaal, Winterberg en Florence vragen om een historische achtergrond en Tarifa vraagt om een verhaal met de surfwereld en de relaties met Noord-Afrika op de achtergrond. Na Zeevlam hebben alle andere boeken een locatie als titel gekregen en daar onderscheid ik me nu mee.
Hoe kom je elke keer op de locaties die je gebruikt? Heb je er zelf gewoond of gewerkt?
Ik heb veel gereisd en ook op verschillende plaatsen gewoond, dus ja, soms wel. Ik vind dat de locaties van mijn boeken tot de verbeelding moeten spreken van mijn lezers en wil dat het een plek is waar mensen zelf ook heen zouden kunnen gaan. Ik probeer wel altijd om een paar weken naar de locatie van een nieuw boek te gaan om een beter beeld van die plek te krijgen. Bij Florence bijvoorbeeld heb ik een paar dagen in een appartement in de stad gewoond, maar door covid kon dat bij mijn recente boeken niet altijd. Maar ik moet er wel altijd al eens zijn geweest.
Bepaal je eerst de setting of eerst het verhaal?
Goede vraag. Het is een beetje van allebei. De setting bepaalt voor mij het verhaal, maar meestal heb ik al wel een verhaal in mijn hoofd als ik een locatie kies en wordt dat verhaal verder ingevuld op de locatie zelf. Ik probeer ook altijd actuele zaken in mijn verhaal te verwerken, die vallen dan vaak samen met de locatie. Bijvoorbeeld dat needle spiking waarover nu veel te doen is, dat hoorde bij Londen en daar heb ik dan ook research naar gedaan en de politie over gesproken. Dus meestal heb ik al wel een aanzet tot verhaal in mijn hoofd, maar de drijvende kracht is toch de locatie.
'Het hoeft niet zo in een hokje voor mij. Ik denk dat het mensen beperkt in hun boekenkeuze en dat is jammer.'
Je zegt dat je actuele dingen verwerkt in je verhalen. Maar stop je er ook veel van jezelf in? Jij schrijft zowel academische stukken als vrouwenthrillers. Dat zie ik ook een beetje terug in Kate, de hoofdpersoon in Londen, die journalist was bij The Guardian en nu als een soort roddeljournaliste werkt …
Eigenlijk zitten er in al mijn boeken details die iets met mij te maken hebben, maar dat is altijd een onbewuste keuze. Dus ja of dat nou serieuze journalistiek en roddeljournalistiek is, of een hoofdpersoon die zowel verlegen als brutaal is, ik denk dat tegenstellingen mensen interessanter maken.
Er wordt mij ook geregeld gevraagd of er mensen uit mijn omgeving terugkomen in mijn verhalen, maar dat gebeurt nooit bewust. In de vierenvijftig jaar dat ik leef heb ik heel veel mensen ontmoet, en daar komen altijd dingen uit terug die iemand zou kunnen herkennen. Maar het is nooit een-op-een. En dat is niet omdat ik dat bewust zo doe, maar meer doordat ik inspiratie uit alles haal en dat meng.
Hoofdpersoon Kate heeft flinke discussies met haar lastige puberzoon. Heb je daarvoor uit eigen bron geput?
Toch wel wat. Ik heb inmiddels volwassen zoons, die zeker niet zo waren als de zoon van Kate in Londen. Maar de dynamiek tussen ouder en puber, ja daar weet ik wel wat van. (lacht) Een mooie metafoor die meubelontwerper Piet Hein Eek gebruikte, is dat inspiratie uit een oude apothekerskast komt, zo’n kast met heel veel laatjes. Die kast is dicht, maar als ik ga zitten schrijven, gaan er spontaan allemaal laatjes open met opgeslagen herinneringen en ontmoetingen.
Mijn zonen willen mijn boeken trouwens niet lezen. Ze hebben allemaal ooit een boek van me gelezen en willen niet meer. Op de een andere manier zijn ze bang iets over zichzelf tegen te komen. Het komt ze toch te dichtbij. Maar ze zijn wel heel trots op me en steunen me enorm.
Je gebruikt altijd vrouwen als hoofdpersoon en zit met de boeken van Kiki van Dijk echt in het genre vrouwenthrillers; wat vind je daarvan?
Ja, dat is wel zo gegroeid en dat is nu ook wel wat lezers verwachten, een vrouwelijke hoofdpersoon. Maar wat mij betreft mogen die genreaanduidingen wel wat meer fluïde zijn, het hoeft niet zo in een hokje voor mij. Ik denk dat het mensen beperkt in hun boekenkeuze en dat is jammer. Dus ik probeer wel wat breder te schrijven in mijn boeken dan alleen binnen het genre.
Hoe kwam je erbij om te gaan schrijven?
Wat dat betreft, begon ik als veel anderen. Ik las en lees veel, wilde altijd al schrijven en als kind schreef ik verhaaltjes en maakte ik krantjes en dat bleef altijd kriebelen. Op mijn vierenveertigste besloot ik het gewoon te doen en toen ik eenmaal begon, leek ik een soort luik te hebben opengetrokken en het blijft maar stromen. Er is nooit een moment waarop ik geen idee heb voor een boek, ik heb nooit een writer's block gehad of moeten zoeken naar waar ik het over moest hebben. Ik schrijf twee boeken per jaar en ik werk ernaast, maar het is geen opgave, ik vind het leuk en schrijven geeft me veel energie.
'Het is natuurlijk wel gek dat ik het winterboek altijd in de zomer schrijf en andersom.'
Indrukwekkend! Maar zit je dan niet altijd achter je computer?
Nee, dat valt wel mee. Schrijven is ook leven. Ik denk dat je alleen maar interessante boeken kan schrijven als je ook een interessant leven hebt. Althans, zo werkt het voor mij. Ik kan overal schrijven, maakt niet uit waar ik ben, op reis, in een vliegtuig, in een kroeg. Ik zat bijvoorbeeld met een deadline voor een boek, maar had ook afgesproken om samen met een vriendin naar een museum te gaan. Dat half uur in de auto ernaartoe schreef ik nog snel een laatste hoofdstuk, mijn vriendin werd helemaal gek van mij. Maar als ik midden in een boek zit, dan schrijf ik wel vijf à zes uur per dag en bij voorkeur ’s ochtends achter mijn bureau.
Is het de bedoeling dat je twee boeken per jaar blijft schrijven?
Absoluut. Het is natuurlijk wel gek dat ik het winterboek altijd in de zomer schrijf en andersom: dan zit ik op het strand en moet ik bedenken hoe koud Londen is met Oud en Nieuw. Maar ik vind het ritme heel fijn van drie tot vier maanden schrijven, een maand drukproeven en dan een maand bedenken voor het nieuwe boek en weer opnieuw aan de slag.
Ben je er trots op dat je al vijftien boeken publiceerde of zul je dat pas zijn als het er vijftig zijn?
Hahaha. Ik probeer er zeker bij stil te staan dat het bijzonder is dat ik een droom had om schrijver te worden en dat er nu al vijftien boeken op mijn naam staan en al helemaal dat er 250.000 mensen mijn boeken hebben gelezen. Dat is zeker cool. Maar tegelijkertijd is schrijven zo’n onderdeel van mijn leven geworden dat ik me niet kan voorstellen niet te schrijven. Dus als ik kan blijven nadenken en kan blijven schrijven, zie ik geen reden waarom het er niet ook zomaar vijftig kunnen worden. Wat mij betreft blijf ik schrijven!
Je vertelt duidelijk graag over het schrijven, dus dit soort interviews zijn dan natuurlijk wel leuk om te doen. Zou je in de toekomst kunnen bekend willen maken wie er achter Kiki van Dijk zit?
Misschien wel, maar het is nu nog niet het juiste moment voor mij. Het voelt nu fijner dat ik als persoon niet veel aandacht krijg, maar mijn schrijfwerk wel. Het geeft niet dat ze niet weten dat ik erachter zit, ik zou geen bekende Nederlander willen zijn. Ik heb echt bewondering voor hen die dat wel zijn, maar ik zou echt niet blij worden van al die constante aandacht. Ik moet er niet aan denken om zo achterna gezeten te worden door een journaliste als Kate dat doet in Londen.
Ik sluit het niet uit dat het pseudoniem op een gegeven moment opengegooid wordt, zeker als ik als schrijver nog meer genres en stijlen wil gaan uitproberen. Maar om eerlijk te zijn is het nu wel makkelijk, zo’n tweede identiteit.
Leesfragment
Sta je inmiddels te popelen om alvast een sneak preview van Londen te lezen en alvast te proeven van het mysterie dat zich in deze stad ontvouwt? Hieronder vind je alvast de eerste pagina's.
Auteursafbeelding: via Xander Uitgevers