Hebban interviewt NS Publieksprijs-winnaar Adriaan van Dis
Winnaar NS Publieksprijs
Naar zachtheid en een warm omhelzen
Adriaan van Dis, uitgeverij Atlas Contact
Een negenjarige jongen wordt tijdens een inzinking van zijn door oorlogsherinneringen gekwelde vader opgevangen in het huis van zijn grootouders. Maar in dat huis wacht hem een andere oorlog: de vrouw die door de barse grootvader was aangenomen als ‘meid voor dag en nacht’ verzet zich steeds meer tegen haar dienende rol. Zij, Ommie, vervult de rol van grootmoeder en groeit uit tot vredestichter in de gehavende familie van haar broodheer. Ook tijdens de oorlog bleek zij al een heldin. De jongen spiegelt zich aan haar dapperheid en zij helpt hem zijn angsten te overwinnen. Er ontstaat een hechte band tussen die twee – gekleurd door hun hunkering naar liefde en erkenning.
In de reconstructie van Ommies leven en die ingrijpende zomer schakelt Van Dis op verrassende wijze van vroeger naar nu en laat zo zien wat het heden zegt over het verleden. Met Naar zachtheid en een warm omhelzen schrijft hij een vergeten hoofdstuk uit zijn oeuvre.
Het is niet de eerste keer dat Adriaan van Dis de NS Publieksprijs wint. In 1995 won hij de prijs, die toen Trouw Publieksprijs heette, voor zijn roman Indische duinen. Dit jaar kreeg hij ruim een vijfde van de stemmen. 'Ik ben er blij mee,' zegt Van Dis op de zaterdagochtend na de uitreiking aan de telefoon. 'Het is leuk dat er allerlei leesgroepjes met het boek bezig zijn en erover praten. Maar het is ook wel een malle prijs, want het is een soort digitaal gedonder.'
Voor dat digitale gedonder gaf hij tijdens de uitreiking de eer aan zijn team en dan vooral de jonge mensen die hem, een 'oude zak' in zijn eigen woorden, bij dat gedonder ondersteunden. 'De stagiaires bij de uitgeverij zijn buitengewoon goed op Insta,' vertelt hij. 'Ik heb inmiddels ook Insta op mijn telefoon, al verbied ik het mezelf soms om erop te kijken. Voor je het weet heb je weer een half uur naar onzin zitten kijken.'
Toch vindt hij de prijs allesbehalve onzin. 'Het wonderlijke was: de prijs gaf me even vleugels,' vertelt hij op serieuzere toon. 'Tijdens het schrijven las ik elke middag een stukje voor aan mijn vriendin. Deze week is het een jaar geleden dat ze overleed. Toen ik gisteren langs de trofee liep, een beeldje van een vrouw met vleugels, vloog die als het ware even met me mee. Dat was een raar, maar mooi moment.'
Monument
In Naar zachtheid en een warm omhelzen lezen we hoe de negenjarige Adriaan bij zijn grootvader gaat wonen. In dat hoge huis werd kleine Adriaan opgevoed door Ommie, de vrouw die al vanaf jonge leeftijd als huisbediende voor zijn grootvader werkte. 'Alles in het boek is waar, behalve wat ik heb gelogen,' zegt Van Dis over zijn roman. 'Wat herinnert een volwassen man van bijna tachtig zich nou van zijn kinderjaren? Het is natuurlijk een hoop gemythologiseer, samengeklonken in het perspectief van een jonge jongen.'
Het overlijden van zijn vriendin vorig jaar, had de schrijver aan het denken gezet. 'Toen ik vorig jaar heel verdrietig was omdat mijn vriendin zou sterven, vroeg ik me af wat me het meest had geraakt in mijn leven,' vertelt hij. 'Ik besefte toen dat ik veel heb gehouden van de huishoudster van mijn grootvader. Ze kreeg het kleinste kamertje, kreeg nooit een cent betaald. Met dit boek heb ik voor haar een monument willen maken.'
'Ik weet nu dat het niet eenvoudig is om oud te zijn, maar ook dat het niet eenvoudig is om jong te zijn.'
Verschillende generaties
De passages vanuit het perspectief van de jonge Adriaan worden afgewisseld met vertellingen vanuit een ik-figuur – een huidige, volwassen Adriaan. 'Al werkend aan het boek heb ik dat er heel bewust ingeschreven,' zegt Van Dis. 'Door de aardige jonge dames van de uitgeverij, maar ook omdat ik veel op scholen kom, werd ik elke keer geconfronteerd met de vraag wat ik zelf deed toen ik zo jong was. Ik merkte bijvoorbeeld dat jonge mensen dingen niet weten die ik wel weet, of dat ik woorden gebruik die zij niet kennen. In plaats van daarover te oordelen, kijk ik terug: wat wist ik zelf eigenlijk op die leeftijd?'
De volwassen Adriaan in Naar zachtheid en een warm omhelzen gaat ook de interactie aan met jonge mensen. Terwijl hij op een bankje in het park zit te schrijven, raakt hij aan de praat met Ricardo en Hamza, twee jongens met wie de gemiddelde witte man niet gezien zou willen worden. 'Omdat ik zoveel op scholen kom, ben ik steeds voorzichtiger geworden in oordelen en veroordelen. Op die scholen word ik geconfronteerd met jonge mensen die een heel lastige en ingewikkelde wereld beginnen te ontdekken. Ze worden ongewild conservatief, omdat ze bang zijn.'
Van Dis ziet verschillen, maar ook overeenkomsten met zijn eigen jonge jaren. 'Wij leefden in een tijd dat literatuur een van de grote motoren van de ontzuiling was,' zegt hij. 'We hadden Remco Campert die het woord "naaien" had gebruikt, we lazen de boeken van Jan Wolkers die we eigenlijk niet lezen mochten. Literatuur zette toen van alles in gang, nu zijn het groepjes of andere ervaringen. Ik weet nu dat het niet eenvoudig is om oud te zijn, maar ook dat het niet eenvoudig is om jong te zijn.'
Door jong en oud in het boek naast elkaar te zetten, wilde Van Dis laten zien dat er vandaag de dag ook een heleboel Ommies zijn. 'Al beseffen we misschien niet dat ze in ons leven zijn,' zegt hij. 'Het is een vreselijk cliché, maar veel mensen zijn ongehoord en ongezien. Zij krijgen niet genoeg erkenning, terwijl ze wel tot de pijlers van ons dagelijks bestaan behoren.'
Doorgegeven trauma
De kleine Adriaan wordt naar het huis van zijn grootvader gestuurd, omdat thuis de situatie vanwege een door in Nederlands-Indië opgelopen oorlogstrauma gekwelde vader te veel spanning oplevert. Maar in het hoge huis herinnert er van alles aan de Tweede Wereldoorlog in Nederland, al doen alle volwassenen vreselijk hun best om daar niets van te laten merken. 'Kinderen hebben heel fijne voelhorens en nemen veel meer over dan gedacht werd,' zegt Van Dis. 'Oorlogen worden doorverteld, ook zonder erover te praten. We leven in een tijd waarin we weten dat zulke trauma’s van generatie op generatie worden doorgegeven. Zo was mijn moeder slecht in aanraken, en dat heeft ze weer aan mij doorgegeven.'
Dat intergenerationele trauma ziet hij ook bij jongeren, tijdens zijn bezoek aan scholen. 'Ik denk niet dat het doorgeven van trauma ooit gaat stoppen, want de mens leert niet veel en al zeker niet van zichzelf,' zegt hij. 'Ik zou het geweldig vinden als politici eens tot hun kop lieten doordringen dat ze dingen beschadigen die heel lang blijven doorsudderen. We hebben wel begrip voor mensen die tijdens de Tweede Wereldoorlog hun halve familie verloren, maar niet voor de mensen bij wie dat nu gebeurt. Als ik nu in Gaza zou opgroeien, was ik ook een boos jong ventje geweest dat we hier een terrorist zouden noemen.'
De polarisatie waar het kabinet mee bezig is, maakt het er niet beter op. 'Ik was net radio aan het luisteren en wat het huidige kabinet met ons voorheeft, daar word je niet vrolijk van,' zegt de schrijver. 'Er is misschien geen verzuiling meer in Nederland, maar daarvoor in de plaats kwam het identiteitsdenken. Moslim, Tukker, huishoudster: mensen denken dat je maar één ding bent, maar eigenlijk ben je het allemaal. Ik vind het vreselijk om mensen in een hokje te plaatsen. Ik ben zeer voor de ontlabeling van de mens.'
'Met die blik, een blik van verbazing en verwondering, heb ik in dit boek naar de wereld willen kijken.'
Verplaatsingskunde
Literatuur kan een belangrijke rol spelen in dat ontlabelen, of tegengaan van identiteitsdenken, meent Van Dis. 'Verplaatsingskunde noem ik dat,' zegt hij. 'Mensen hebben geen flauw idee meer van wat de literatuur vermag. Als je een roman leest, begrijp je veel meer van andere mensen dan wanneer je alleen maar de feiten leert. Daarbij is herkenning heel belangrijk. Als ik op scholen praat over Afrikaanse schrijvers, zoals de Tanzaniaanse Abdulrazak Gurnah die een paar jaar geleden de Nobelprijs won, dan zie je zo’n jong ventje met migratieachtergrond helemaal opbloeien. Het gaat over hem en hij herkent iets in die verhalen. Laat kinderen die boeken in vertaling lezen voor de lijst en ga creatief met onderwijs om, in plaats van vasthouden aan een systeem waar docenten zich op hebben vastgepind.'
Niet alleen jongeren hebben lessen verplaatsingskunde nodig, ook volwassenen, zo ziet Van Dis tijdens zijn lezingen. 'Het lijkt wel of Nederland per maand of per week verwarder of bozer wordt,' zegt hij. 'Dat merk ik ook in de discussies in de zaal, als bezoekers na afloop van een lezing me vragen stellen. Een half jaar geleden stonden mensen open voor wat ik schreef in De kolonie mept terug, mensen leken steeds beter te beseffen wat er tijdens het kolonialisme allemaal is gebeurd. Maar de laatste paar keer kwam er toch een ander geluid uit de zaal: "We hebben toch ook veel goed gedaan? Moet ik me nou schuldig voelen?" Nee, u hoeft zich niet schuldig te voelen. Maar weet wel dat de witte bevolking maar een klein deel uitmaakt van alle mensen op aarde en dat er anders naar ons wordt gekeken. Veel witte mensen lijken zich niet bewust van de verschuivingen die er plaatsvinden, dat er continenten zijn met andere ideeën over de wereld. Of dat de spullen op hun tafel, zoals hun laptop of telefoon, gemaakt zijn met grondstoffen uit die continenten.'
Ondanks conservatisme onder jongeren, polariserende politiek en boze witte mensen, blijft Van Dis positief. 'Ik ben een wanhopige optimist,' zegt hij. 'Mensen reageren nu vanuit een gevoel van angst en preutsheid. Ik hoop dat dat conservatisme zich weer corrigeert. Dat is namelijk vaak zo. Op een gegeven moment zijn de mensen het moe en corrigeert het zichzelf.'
Lessen van Ommie
Contact maken met verschillende mensen, geen labels op hen plakken en optimistisch blijven: het zijn allemaal eigenschappen van Ommie. 'Deze vrouw kwam uit de "onderste lagen" van de bevolking – ik heb er een hekel aan om in klassen te denken – en moet met verbazing gekeken hebben naar die rare boerenfamilie. Toch accepteerde ze mijn grootvader. En mijn moeder, een boerendochter die na haar terugkeer uit Indië in een repatriantenhuis woonde omdat haar dochters van kleur, mijn halfzusjes, toch een stap te ver waren voor mijn familie. Met die blik, een blik van verbazing en verwondering, heb ik in dit boek naar de wereld willen kijken.'
Je blijven verbazen en niet oordelen, dat was misschien wel de belangrijkste les die Van Dis van Ommie leerde. 'Ommie is iemand die mij mede gevormd heeft,' zegt hij. 'Eigenlijk heb ik al op heel jonge leeftijd gezien dat zij iemand is die niet oordeelt. Daardoor heeft ze onze familie bij elkaar weten te houden. Dat mentale kwartje is pas vele jaren later gevallen. Het was als huishoudster misschien haar rol om niet te oordelen. Maar achteraf was die bescheiden rol toch vooral heel krachtig.'
Winactie
Naar zachtheid en een warm omhelzen van Adriaan van Dis is massaal gekozen tot winnaar van de NS Publieksprijs 2024 door lezend Nederland en mag zich 'Boek van het Jaar' noemen. In samenwerking met uitgeverij Atlas Contact en Stichting CPNB mag Hebban drie gesigneerde exemplaren van Naar zachtheid en een warm omhelzen weggeven. Wil jij kans maken dit boek te winnen? Kijk snel via onderstaande knop hoe je mee kunt doen.
Auteursafbeelding: © Bas van Hattem, via CPNB