Hebban Leest Eens Wat Anders in april met verrassingsleesclubs
LEWA leesfragment
Literatuur
De namen van mensen die ertoe doen, zijn hun werkelijke namen, maar ik behoud me het recht voor op uitzonderingen. Mensen die ik wil beschermen, die ik geen vernoeming gun of die er niet toe doen, heb ik zomaar een naam gegeven. Ik zou graag beweren dat ik onbelangrijke personen in het geheel van deze pagina’s weg heb kunnen houden, maar dat lukte me net zomin als ik er in het echte leven in slaag om hen te weren. De vraag is zelfs of ze bestaan, onbelangrijke mensen. Ook kortstondige passanten, zelfs die ik nooit heb ontmoet en alleen ken uit verhalen van mond tot mond, drukten een stempel, kneedden me tot de Milouska Crecencia Meulens die jij kent of denkt te kennen, in ieder geval tot de Milouska Crecencia Meulens die ik zoek, ben geworden, wil zijn. Beatrix van Oranje was net zo bepalend als mijn dode zusje Soñia, de witte slavenhouderskant van de familie en de tot slaaf gemaakte kant van de familie, buurvrouw Corrie uit Lelystad en buurvrouw Louisa uit Koraal Specht, Geert Slot uit Lelystad en meneer Jansen uit Willemstad, mijn vader net zo goed als mijn moeder, de echtgenoten en de scharrels, afwezige familie en de betrokkenen.
Om al deze mensen te erkennen in de rol die ze speelden in mijn vorming, maar ze niet onnodig groter te maken dan degenen die er het meest toe doen, heb ik namen verzonnen voor buren van wie ik de naam vergeten was, kalverliefdes, familieleden die ik ternauwernood herken, familieleden die ik haat, familieleden die mij haten, die mij onverschillig laten, me afwijzen, en voor klasgenoten.