Interview /
Helen Vreeswijk: ‘Dit is nog geen afscheid’
De van oorsprong Haagse Vreeswijk doet met een brede glimlach de deur open. De koffie staat klaar, de koekjes liggen op een prachtig bordje en de papegaai, de kaketoe en de grijshalsbandparkiet schreeuwen vanuit hun kooi in een andere kamer moord en brand. Ze zijn zwaar beledigd dat ze gedurende het interview zijn opgesloten. ‘Normaal kunnen ze zich vrij door het huis bewegen, maar niet iedereen vindt het leuk als de papegaaien los zijn,’ vertelt Helen Vreeswijk. We zeggen ze even gedag (de een groet wat chagrijniger terug dan de ander), waarna de rust in huize Vreeswijk wederkeert.
Bloedbroeders is, evenals al haar vorige boeken, een waargebeurd verhaal dat is gebaseerd op een van de vele onderzoeken waaraan Vreeswijk en haar collega’s gewerkt hebben. Het mag dan ook geen geheim meer zijn dat Vreeswijk 33 jaar bij de politie heeft gewerkt, waarvan de laatste jaren als rechercheur.
Bloedbroeders vertelt het verhaal van de zestienjarige Reza die samen met zijn moeder en zus tijdelijk vanuit Pakistan naar Nederland komen. Zijn oom zit in de gevangenis en het drietal trekt in bij zijn vrouw (de schoonzus), twee dochtertjes en de twintigjarige neef Ayaan. Laatstgenoemde is als man van zijn familie opgezadeld met de zorgen voor het restaurant en het gezin. Maar Ayaan heeft helemaal niets met het restaurant van zijn ouders en denkt maar aan een ding: snel en gemakkelijk geld verdienen zodat hij zijn eigen dromen kan najagen. Om zijn plannen uit te voeren heeft hij echter een handlanger nodig. De net uit Pakistan overgevlogen Reza is daar, volgens Ayaan, uitermate geknipt voor: hij is familie – een bloedverwant – en bovendien naïef en kneedbaar. Zorgvuldig heeft Ayaan de beroving uitgewerkt: de locatie, het tijdstip, de vluchtauto, de vluchtroute en een alibi. Er kan niets fout gaan. Maar dan gaat het toch gruwelijk mis…
Waargebeurd, maar niet zo opgeschreven. Het is meer een verhaal dat is gebaseerd op de werkelijkheid. ‘Ik wil dat mijn verhalen vooral spannend zijn en zo schrijven dat het op geen enkel moment te stijf, saai of oninteressant wordt. Alleen op die manier blijft de lezer doorlezen. Daarom zijn mijn boeken geen feitelijke weergaves van de werkelijkheid. Trouwens, de werkelijkheid is vaak zoveel gekker dat niemand het zou geloven en het boek zelfs als ongeloofwaardig zou kunnen bestempelen.’
Afzwakken
Hoewel de waarheid ook volgens Vreeswijk een goed verhaal niet in de weg hoeft te staan, zwakt zij de werkelijkheid toch vaak af tot een “geloofwaardig”, leesbaar en spannend verhaal. Het oorspronkelijke verhaal – waarop Bloedbroeders gebaseerd is – kent vele elementen waarin Vreeswijk op zoek moest gaan naar de balans tussen geloofwaardig en ongeloofwaardig. ‘In werkelijkheid is er veel meer gebeurd dan ik uiteindelijk in mijn verhaal gebruikt heb. Als ik dat er allemaal in zou hebben geschreven, weet ik zeker dat mensen gaan roepen: “Is dat niet erg overdreven?” Mensen zouden eens moeten weten. Daders zijn vaak dom en onwetend en doen echt domme dingen, die inderdaad als ongeloofwaardig beschouwd kunnen worden. In deze zaak lieten de daders spoor na spoor achter. Binnen veertien dagen hadden we deze zaak opgelost.’
Omdat het echte zaken betreft, met echte daders, slachtoffers, rechtszaken en veroordelingen is het afzwakken van de waarheid niet het enige waar Vreeswijk rekening mee moet houden tijdens het schrijven. ‘Ik moet er ook voor zorgen dat ik daders en slachtoffers niet te veel prijsgeef. Dat doe ik door heel simpel namen, achtergronden en afkomst te veranderen, evenals ik locaties en plaatsnamen verander.’
Kruidentuin
Tijdens het lezen merk je hoe secuur Vreeswijk te werk is gegaan. Zeer gedetailleerde beschrijvingen van bijvoorbeeld de Pakistaanse achtergrond doet haast vermoeden dat Vreeswijk zelf in het land is geweest om samen met Reza’s moeder in haar kruidentuin mee te werken. ‘Ik besteed veel tijd aan research naar alles wat er om zo’n onderzoek heen hangt, zodat het allemaal klopt en geloofwaardig is. En tegenwoordig is het allemaal veel makkelijker. Alle informatie is op internet te vinden, ook welke kruiden er tegenwoordig in Pakistan worden gekweekt. Ik ben ook erg in dit soort zaken geïnteresseerd, maar moet je dat als schrijfster niet altijd zijn?’
Irritant personage
Voor het bedenken van de personages maakt Vreeswijk geen gebruik van internet. Daarvoor duikt ze enerzijds haar herinneringen en destijds gemaakte aantekeningen in en anderzijds leeft ze zich volledig in in haar karakters. ‘Het schrijven van een boek is voor mij net alsof ik in een film meespeel en ik alle personages een keer mag spelen. Soms ben ik Reza, dan weer Ayaan, dan weer de zus van Reza, dan weer de schoonzus. Ik vind het belangrijk om mezelf goed in te leven in mijn personages en door de film in mijn hoofd kan ik dat. Ik vind het heerlijk om van personages te wisselen. Natuurlijk heb ik een voorkeur voor bepaalde karakters. Ik kon me er echt op verheugen als ik een stuk over die schoonzus moest schrijven. Ze is inderdaad erg onsympathiek. Misschien wil je stiekem ook wel net zo irritant zijn.’
Medelijden
Na ruim dertig jaar bij de politie te hebben gewerkt en aan heel wat onderzoeken te hebben meegewerkt, ziet ze – ! – nog altijd het goede in de mens. ‘Ik ben ervan overtuigd dat mensen niet slecht geboren worden, maar zo worden gemaakt.’
Medelijden met daders heeft Vreeswijk echter nooit gehad, maar met Reza kwam dat gevoel wel degelijk naar boven. ‘Je kunt je afvragen of het naïef van Reza was om blind en zonder vragen te stellen met zijn neef mee te lopen, terwijl hij dacht hier een toekomst op te kunnen bouwen. Maar in plaats daarvan kreeg hij een strafblad. Tegelijkertijd denk ik: hoe moeilijk is het als je naar een vreemd ander land gaat en daar alles anders is dan je kent. De normen en waarden zijn anders en dat botst met de normen en waarden uit hun eigen cultuur. Daarin moet je zien te overleven. Reza werd ergens ongewild in meegetrokken en in dit geval kon hij zelfs zijn eigen familie niet vertrouwen.’
‘Ik ga schrijven’
Gedurende haar dienstjaren begon Vreeswijk op een gegeven moment krantenknipsels van zaken waarin ze meewerkte te verzamelen en schreef ze steekwoorden op, zodat ze er op een dag misschien ooit iets aan zou hebben. Inmiddels zijn er achttien jeugdboeken van haar hand verschenen en is menig tiener blij dat Vreeswijk ooit dacht: ‘ik ga schrijven.’
In de verlenging
Vreeswijk zit, zoals ze het zelf verwoord, ‘in de verlenging.’ Zeven jaar geleden werd bij haar borstkanker geconstateerd. Leek er eerst goed nieuws te zijn, vorig jaar schreef Vreeswijk dit bericht op haar Facebook: ‘Lieve mensen, Helaas heb ik slecht nieuws te melden. Ik ben niet graag de brenger van slecht nieuws maar het is niet anders. Ik heb mijn gevecht tegen borstkanker verloren. Het kwaad is uitgezaaid en zit nu in het bloed. Daar is niets meer tegen te doen. Ik krijgen nog enkele chemo’s om het leven te verlengen. Hoeveel extra tijd mij gegund is, is onduidelijk. Ik blijf schrijven, die afleiding heb ik nodig. En ik hoop dat er nog een paar prachtige verhalen worden geboren. Daarnaast probeer ik te genieten van de maanden/jaren die ik nog heb. Ik hou jullie op de hoogte. Ik vecht stug door. Mensen geniet van het leven. Vecht voor je dromen. Drink de liede. En heb elkander lief. Dit is nog geen afscheid… ik ben er nog…’
Zin om te schrijven
Ondanks de chemo’s (‘Gisteren heb ik er nog een gehad’) en het zwaard van Damocles boven haar hoofd blijft Vreeswijk schrijven. ‘Ik heb juist zin om te schrijven. Het geeft me juist afleiding. Anders zit ik de hele dag tussen vier muren en dan ga je juist aan andere dingen denken. Het is ook voor even een vlucht uit de werkelijkheid.’
Momenteel is ze met twee grote schrijfprojecten bezig. ‘Ik schrijf een boek voor mijn twee dochters. Voor ieder een. Daarin probeer ik herinneringen te maken voor als ik er niet meer ben. Het is vaak confronterend maar ik doe het voor hun. Ik schrijf er ook dingen in die mijn moeder mij verteld en geleerd heeft.’ Het tweede schrijfproject is een nieuw boek voor haar lezers. ‘Het is het cadeautje voor mijn lezers. Als bedankje ga ik iets heel speciaals voor ze schrijven. Iets totaal anders dan ze van mij gewend zijn. Het is voor het eerst dat er geen politie in voor komt. Het wordt een spannend avonturenverhaal over een meisje dat op de Filippijnen stage gaat lopen en op een onaangename manier in aanraking komen met terroristen.’ Het gaat heel goed met Vreeswijk op dit moment. Zo goed dat ze ook al een tweede deel in petto heeft. En ja, er is ook nog een wens: ‘Ik zou nog wel een keer een prijs willen winnen, zodat ik eindelijk eens van die eeuwige tweede plaats afkom,’ zegt ze lachend. Eerste prijs of niet, haar boek De kick wordt verfilmd en in 2016 in de bioscoop verwacht en er staat een theaterstuk van een van haar andere boeken op stapel. ‘Ik ben toch wel met heel leuke dingen bezig,’ zegt Vreeswijk tevreden.
Een interview later zijn de papegaai, de kaketoe en de grijshalsbandparkiet weer in vrijheid gesteld. Ze maken het goed en hebben niet geleden onder het interview.
Eind september start de YA Leesclub met het bespreken van Bloedbroeders. Deelnemen en kans maken op een gratis exemplaar van het boek? Vul dan het deelnameformulier rechts van dit artikel in!
Bloedbroeders ligt vanaf vandaag in de boekhandel.