Nieuws /
Het Donderdag Dilemma: Kwaliteit of commercie?
Bij elke literaire prijs waar een jury aan te pas komt, laat de long- of de shortlist niemand koud. Er is altijd wel verbazing, boosheid dan wel vreugde over de nominaties. Bij de Gouden Strop is dat niet anders.
Er waren gemengde reacties na de publicatie gisteren van de twaalf titels tellende longlist voor de belangrijkste Nederlandse thrillerprijs. Er staan wel heel veel Vlamingen op, zei de een. Dame Blanche is niet best, merkte iemand anders op. Weer een ander wees op de kansen van literaire auteurs als Ricus van de Coevering en Nausicaa Marbe. Een volgende vroeg zich af of Hemelen wel een thriller was.
Een opmerkelijke reactie werd vandaag via Twitter verspreid. Een Nederlandse uitgever - die niet met een titel op de longlist staat - verzuchtte: 'Wordt het niet eens tijd voor een prijs voor de beste thriller die wordt verkozen en uitgereikt door boekhandelaren?' De uitgever doelde onder meer op de aanwezigheid van vijf Vlaamse kanshebbers op de lijst, die het verkooptechnisch in Nederland niet zo goed zouden doen. Overigens past daarbij wel de aantekening dat sinds de eerste uitreiking in 1986 de Gouden Strop naar slechts vier Vlamingen is gegaan: Jef Geeraerts, Bob Mendes, Johanna Spaey en Bram Dehouck. Mendes en Dehouck wonnen de prijs twee keer.
Dat brengt ons tot de volgende vragen: moet de jury van de Gouden Strop uitsluitend kijken naar de kwaliteit van de thrillers? Met andere woorden: geldt alleen het criterium dat het spannendste boek met de prijs wordt bekroond? Of moet de jury ook kijken naar de commerciële reikwijdte van de ingezonden titels? Tellen 'grote namen' zwaarder mee of het feit dat de auteurs de Nederlandse nationaliteit hebben? Is er wel ruimte voor nóg een thrillerprijs, waarbij uitsluitend boekverkopers in de jury zitten? En zo ja, is dat wenselijk?
Geef je reactie hieronder. Noem voorbeelden en discussieer mee!