Nieuws /
Het Donderdag Dilemma: Uit het verband gerukt
Uitgevers drukken maar wat graag citaten uit recensies af op de achterflap van een boek. En dan gaat het vanzelfsprekend om positieve en liefst juichende uitspraken van de deskundige bespreker. Het boek moet per slot van rekening door de consument gekocht worden.
Af en toe zijn die wervende citaten wel heel erg uit hun verband gerukt, constateert het maandblad van het Genootschap Onze Taal. ''Aan een citaat mag je niets veranderen, alleen inkorten is toegestaan zolang je dat met het weglatingsteken (...) aangeeft.'' In de aanbevelingsteksten achter op een boek ('blurbs' in vaktermen) worden die citeerregels niet heel strak gevolgd. Uitgevers gaan in hun tomeloze enthousiasme over een nieuw boek wel eens als een slechterik in een James Bond-film met citaten aan de haal. Soms komt de strekking van het citaat niet helemaal of helemaal niet overeen met die van de bron, doorgaans een recensie.
Onze Taal geeft een recensie in het dagblad Trouw van de roman VSV van Leon de Winter als voorbeeld. In de recensie staat: ''Geestig is het zelfportret van De Winter zelf. (...) Wat rest zijn ontroerende scènes rondom Theo van Gogh.'' De uitgever maakt er op de achterflap van VSV dit van: ''Geestig en ontroerend.'' Volgens Onze Taal bestaat de kans dat de lezer gaat denken dat de hele roman 'geestig en ontroerend' is. ''En dat is toch wel bedenkelijk.''
En dat leidt ons naar de vragen van vandaag. In hoeverre laat je je beïnvloeden door de reclameteksten achterop (en soms voorop) een boek? Zijn juichkreten een extra stimulans om het boek aan te schaffen (of te lenen)? Of leg je het boek daardoor juist sneller terzijde? Zouden recensenten meer moeten optreden tegen uitgeverijen die citaten uit hun bespreking misbruiken?