Het geluk van zondagskind Judith Visser
We kennen Judith Visser (1978) vooral als auteur van psychologische thrillers. Haar succesvolle thriller Stuk! werd verfilmd; het boek prijkt op plaats 47 van de Hebban canon van de Nederlandstalige misdaadliteratuur (een lijst van 77 boeken met het beste wat Nederlandse en Vlaamse thrillerauteurs ons bieden). Sinds 2016 schrijft Judith Visser echter romans, met Zondagskind als nieuwste toevoeging aan haar oeuvre. Een korte en intrigerende titel; een bijzonder zuiver en meeslepend autobiografisch verhaal. Een vernieuwde kennismaking met deze schrijfster, die weet wat het betekent om op te groeien met autisme en zich inzet als ambassadeur van ‘Hulphonden voor Autisme’.
Eerst was er het aangrijpende verhaal van In seizoenen, waarin je schrijft over wat er gebeurt als je nog maar kort te leven hebt. Een roman over de onvoorwaardelijke liefde tussen een moeder en haar zoon. Dit keer verschijnt Zondagskind, je tweede roman die opnieuw heel wat autobiografische elementen bevat. Je gaat echt wel de persoonlijke toer op, niet?
‘Ja, zo zou je het kunnen zien. Maar het is niet zo dat ik op een dag wakker werd en dacht: laat ik eens lekker autobiografisch gaan doen. Het voelt meer alsof ik gewoon echt wat te vertellen heb nu. Bij In seizoenen vond ik het belangrijk om te laten zien hoe dapper mijn moeder geweest is in haar laatste seizoenen, en ik hoopte dat het boek een soort steun zou kunnen zijn voor mensen die in eenzelfde situatie zitten. Zondagskind heb ik geschreven omdat er na afloop van mijn lezingen over autisme steeds werd gevraagd of ik alsjeblieft een boek over mijn jeugd wilde schrijven. Ik heb me er lang tegen verzet, maar toen ik eenmaal toegaf aan het idee ben ik er ook echt vol voor gegaan.’
Ik denk dat het een grote opluchting voor je was, toen je eindelijk vernam dat je het syndroom van Asperger hebt, niet? Welke ‘beperkingen’ - typisch voor Asperger - hinderen je persoonlijk het meest?
‘Nou, opluchting... Het was meer een soort verklaring. Het heeft verder weinig veranderd, want ik kreeg mijn diagnose vier jaar geleden en tegen die tijd had ik er zelf al voor gezorgd dat mijn leven zo autisme-proof mogelijk was: ik ben vanuit een drukke stad (Rotterdam) verhuisd naar een rustige badplaats aan zee waar ik hele dagen met mijn honden door de bossen kan zwerven en niemand tegenkom. En ik ben schrijver, waardoor ik het grootste gedeelte van de tijd alleen werk. De enige reden dat ik me destijds heb laten onderzoeken was dat ik graag mijn rijbewijs wilde halen en ik hoopte dat er misschien een pilletje bestond voor mijn 'handicap'. Ik viel namelijk telkens achter het stuur in slaap omdat ik zo overprikkeld raakte van het verkeer. Maar toen bleek dus dat ik Asperger had.
Ik voel me niet echt door mijn autisme gehinderd, maar als ik dan toch iets moet noemen dan vind ik het jammer dat ik vaak verkeerd begrepen word. Als ik bijvoorbeeld niet inga op uitnodigingen voor feestjes. Of als ik na een uurtje klaar ben met een gesprek, terwijl de ander dat nog niet is. Ook zou ik willen dat ik niet zo vaak migraine had: ik heb al vanaf mijn vierde jaar aanvallen zodra iets te druk voor mij is geweest. Dus ja, er zitten zeker wel mindere kanten aan, maar ik richt me liever op het positieve en dat is dat ik mijn eigen wereld heb gecreëerd waarin het voor deze autist goed toeven is.’
Zondagskind begint met een autorijles van je hoofdpersonage Jasmijn Vink. Of zeg ik maar Judith Visser, meteen?
‘Ik heb Jasmijn natuurlijk op mezelf gebaseerd, dat is zo duidelijk dat het geen zin heeft om daar geheimzinnig over te doen, haha. Maar omdat we haar in het boek volgen van haar vierde tot haar twintigste was er natuurlijk onmogelijk ruimte om alles te vertellen. Ik heb daarom gekozen voor gebeurtenissen die echt waarde hebben voor het verhaal, en zelfs toen is er na de eerste versie meer dan de helft geschrapt. Maar het is inderdaad míjn jeugd, waar je over leest. En niet met de wijzere blik van nu, maar echt beschreven zoals ik het tóén ervoer.’
Voel je je zelf een onvervalst Zondagskind?
‘Ik denk het wel. Ik ben geboren op zondag, dus ik ben letterlijk een zondagskind, maar verder heb ik ook wel het idee dat ik geluk heb in het leven. Niet in de zin van veel geld of de ene bestseller na de andere, maar wel in de veel belangrijkere zin van dat ik omringd word door liefde. Ik heb drie honden die de hele dag bij me zijn en we wonen in een schitterende omgeving. Ik voel mij daar echt mee gezegend. Dus ja, ik voel me een Zondagskind. Ook in het verleden, tijdens het opgroeien, had ik altijd wel het gevoel dat alles goed zou komen. Ik heb situaties altijd naar mijn eigen hand weten te zetten. Op die manier kun je voor een groot deel je eigen realiteit creëren. Natuurlijk werkten de omstandigheden niet altijd mee, maar dan besefte ik dat die maar tijdelijk waren en dan voelde ik me al snel weer beter.’
Voelt het schrijven van een roman zoals In seizoenen of Zondagskind aan als een bevrijding voor je? Als iets dat je openbaar wil maken? Om meer respect af te dwingen bij mensen die niet vertrouwd zijn met Asperger?
‘O, ik heb Zondagskind zeker niet geschreven voor meer 'respect' voor mezelf, maar wel omdat ik hoop dat ik mensen de wereld even door andere ogen kan laten zien. Door de ogen van iemand met autisme. Dat is wat ik zelf als lezer altijd fijn vind: als je dankzij een boek even met een andere blik naar dingen kijkt. In seizoenen was niet echt een bevrijding, maar meer omdat ik vind dat sommige dingen niet vergeten mogen worden. Ik heb mijn moeder een stem kunnen geven, dat was belangrijk voor me.’
Was het schrijven van je nieuwste roman dan niet bijzonder emotioneel belastend voor je?
‘Nee, dat viel mee. Wat ik wel lastig vond was dat er heel veel geschrapt moest worden, het boek was eerst gewoon veel te dik. Die keuzes (wie gaat eruit, welke gebeurtenissen schrap ik) vond ik soms bijna onmogelijk. En wat ook moeilijk was: als je op dingen terugkijkt dan zie je al vaak situaties die je beter anders had kunnen aanpakken. Gesprekken waarin je beter dit of dat had kunnen zeggen, dat soort dingen. Soms was het verleidelijk om Jasmijn te laten handelen zoals ik wénste dat ik destijds gehandeld had, maar toch heb ik dat niet gedaan. Ik wilde trouw blijven aan hoe het destijds écht is gegaan, hoe frustrerend sommige dingen achteraf ook zijn. Want ik voel me nu natuurlijk veel wijzer en ontwikkelder dan dat ik toen was, haha. Maar toch heb ik het laten staan zoals ik de dingen toen beleefde.’
Heb je de psychologische thrillers definitief achter je gelaten? Zou je ook nog bijvoorbeeld een feelgood of een fantasy roman willen schrijven?
‘Haha, fantasy zie ik mezelf niet schrijven. Ik weet dat er heel veel mensen dol zijn op dat genre, maar mij trekt het niet. Ook feelgood is niet echt mijn genre, hoewel ik me goed kan voorstellen hoe ontspannend zulke boeken kunnen zijn. Met thrillers ben ik inderdaad wel klaar.’
Wat heeft Judith Visser met Elvis?
‘Haha, ik vermoed dat die vraag onvermijdelijk is. Mijn gemoedstoestand reageert sterk op het geluid van zijn stem. Ik word er rustig van. En blij. En dingen waar je rustig en blij van wordt moet je koesteren, vind ik.’
Je (prachtige) hond Yuriko is ambassadeur van Hulphonden voor Autisme. In Zondagskind speelt de hond Senta een heel belangrijke rol. Hoe belangrijk zijn honden voor je? Waarom?
‘Ik kreeg Senta toen ik twee was en ben samen met haar opgegroeid. Zij was mijn steun en toeverlaat. De dieren in het boek hebben hun echte naam gehouden, ook mijn latere hond Romy heeft echt bestaan. Zij is zeventien geworden! Honden zijn heel erg belangrijk voor mij. Ze zijn mijn familie. Yuriko is mijn zielsverwant, zij gaat overal met mij mee naartoe, ook naar de boekpresentatie van Zondagskind. Ook is zij bij al mijn lezingen. Dan ligt ze gewoon naast me op het podium. Honden zijn ontzettend slim en gevoelig en trouw. Het is een level van vriendschap en verbinding die je in de mensenwereld niet snel zult aantreffen. Ze zijn puur en eerlijk en echt. Als ik verdrietig ben dan komt Yuriko me direct knuffelen. En ze is altijd vrolijk. Ook vind ik het mooi om te zien hoe dicht ze bij de natuur staat. Yuriko is een wolfhond, zij stamt uit Karpatenwolf en Duitse herder. Ze reageert zeer instinctief op situaties. Dat vind ik mooi. Je zou kunnen stellen dat zij mijn hulphond is, want ze houdt me rustig in drukke situaties en ik voel me kalm en zeker met haar aan mijn zijde.’
Wat na Zondagskind, Judith Visser? Een tipje van de sluier?
‘Ik heb plannen voor een roman die zich afspeelt zo'n zeventig jaar geleden. Er hangt een mysterieuze sfeer omheen, ook in mijn hoofd. Ik kan er nog niet te veel over zeggen, maar het is een idee waar ik al meer dan tien jaar mee rondloop en ik denk dat ik me er nu eindelijk op ga toeleggen. Heb er ontzettend veel zin in!’
Auteursfoto in header: verstrekt door de auteur.