Dossier /
Het is Dierendag
De meesten zullen de dierenverhalen van Anton Koolhaas (verzameld in Alle dierenverhalen, 1990) en die van Toon Tellegen (bijeengebracht in onder meer Misschien wisten zij alles, 1995) wel kennen, of de varkens in De boerderij der dieren (Animal Farm, 1945) van George Orwell, die de door de boerderijbeesten ontketende revolutie verraden onder het motto ‘All animals are equal, but some animals are more equal than others’.
Maar het is een goede dag om eens stil te staan bij dierenpersonages die minder bekend zijn — en wel wat aandacht verdienen. Zoals de sprekende rat, Rat genaamd, uit Saskia de Costers Jeuk (2004). In dit bizarre sprookje over een koninkrijk in moeilijke tijden raakt Rat bevriend met Boris, de bastaardzoon van de koning. Rat helpt hem niet alleen de rattenplaag op te lossen die het kasteel teistert — door de ratten elkaar te laten opeten — maar probeert hem ook het meisje te laten krijgen waar zowel Boris als de kroonprins op azen.
Of de sneeuwhaas in Haas (1975) van Arto Paasilinna, die de katalysator is in een hilarische avonturenroman met als thema de vrijheidsdrang van de mens: wanneer Vatanen, een cynische journalist in een midlifecrisis, het dier per ongeluk aanrijdt (en die alleen een gebroken poot blijkt te hebben), besluit hij het roer radicaal om te gooien, de beschaafde wereld de rug toe te keren en met de haas door Finland te trekken.
Ook in De wandelaar (2007) van Adriaan van Dis is het een dier dat ervoor zorgt dat de hoofdpersoon een nieuw perspectief krijgt op de wereld om hem heen. De 60-jarige Mulder woont in een goede buurt in Parijs en leidt daar een zorgeloos bestaan, totdat een zwerfhond besluit dat hij zijn nieuwe baasje is. Samen met de hond maakt Mulder lange wandelingen door de stad en daardoor ontdekt hij een Parijs waar hij geen weet van heeft: dat van de illegalen, bedelaars, junkies en daklozen.
In Blösch (1983) van Beat Sterchi draait het allemaal om de koe Blösch en haar verzorger Ambrosio, die als Spaanse gastarbeider op een Zwitserse boerderij wordt gediscrimineerd en uiteindelijk weggepest. Ambrosio komt in een abattoir te werken, waar hij een emotioneel weerzien beleeft met de koe, die — uitgemergeld en uitgeput — naar het slachthuis is gebracht.
En dan is er nog de (niet altijd de waarheid sprekende) verteller in De handelaar in verledens (2004) van José Eduardo Agualusa. In een vorig leven was hij bibliothecaris, maar tegenwoordig is hij een gekko, die van een afstandje de wederwaardigheden beschrijft van een albino antiquaar die de Angolese upperclass van verzonnen verledens voorziet — en daarmee een variant introduceert van het fly on the wall-perspectief waar Gustave Flaubert zo beroemd mee werd: het gecko-on-the-wall-perspectief.
Zie ook:
- De D van Dierendag (Mens & Wereld)
- Jeugdboeken voor dierenvrienden (Junior)