Het jasje #19 - Extremen in de dichtkunst
Poëzie vormt een grenzeloze speeltuin voor ontwerpers van boekomslagen. Er is vrijwel nooit sprake van feitelijkheden, er is geen verhaallijn met kop-en-staart en een spanningsboog inclusief plot is al helemaal ver te zoeken. Poëzie is een verzameling tekstconstructies die volledig ontstaat in het aftastende brein van de dichter. Veel sfeer en diepe getuigenissen, op papier gezet als flarden woordverzamelingen. De bijzondere observaties zijn al vorm op zich, de inhoud is voor de lezer om te ondergaan. Als op een vliegend tapijt, zwevend door het onbegrensde luchtruim.
Voor ontwerpers is deze wereld anders dan die van de literaire fictie. Het zoeken naar een 'haakje' om tot een goed omslagontwerp te komen is daar meestal een stuk eenvoudiger. Er is een verhaal, er zijn personages, er is een decor – allemaal elementen waar een beeld van te maken is. Waar een afgeleide vorm bij te bedenken is. Dat kan letterlijk, figuurlijk, metaforisch of in geheel abstracte vorm. De lezer ziet het als een passende jas, een kloppende combinatie – of begrijpt er niets van maar neemt genoegen met het aantrekkelijke uiterlijk.
Zo bezien is de poëzie een lastig werkveld. Zonder werkelijk houvast een omslag ontwerpen, stelt de ontwerper voor een ingewikkelde taak. Sommigen zien dat als een groot obstakel en raken volledig van de leg. Anderen vinden het juist een uitdaging, voelen zich vrij van conventies en genieten van de vele mogelijkheden. Resultaat: een klassiek getypografeerd omslag om aan de veilige kant te blijven – of een uitbarsting van creativiteit die alle perken te buiten gaat. En natuurlijk nog vele varianten daartussenin.
Prikkelend, uitdagend en de aandacht volledig opeisend.
Het omslag van de eerste dichtbundel van de Rotterdamse alleskunner Elfie Tromp behoort bij die laatste categorie. Victorieverdriet toont een dynamiek die meteen opvalt in het poëzieschap. De gedichten van Tromp zijn gebaseerd op een treurige ervaring: verlaten worden door een geliefde en wat dat allemaal teweegbrengt. De prachtige titel is spetterend op het front gegooid, alsof alle emotie en frustratie in die letters zijn gevat. Spontaan, vol gevoel en gelukkig niet geforceerd. De achtergrondplaat van een peinzende Napoleon Bonaparte is subliem gekozen. De man die als geen ander wist hoe het voelt om tot grote hoogte te stijgen en vervolgens keihard te vallen – nog los van zijn persoonlijke depressieve aard – is hier als uitstekende verbeelding van een atmosfeer gebruikt. Prikkelend, uitdagend en de aandacht volledig opeisend.
Een bijzondere verschijning is de bundel Hoger dan de sterren met gedichten van de Vlaamse romanticus Guido Gezelle (1830–1899). Een beweeglijk omslag, vol muzikaliteit, dat duidelijk een verbinding maakt met de constructivistische periode van het internationale modernisme. Gek genoeg komt die kunst- en ontwerpstroming pas in de eerste helft van de 20ste eeuw op gang. Gezelle heeft er niets mee van doen gehad. Daarbij staan zijn traditionele natuur- en religieuze gedichten mijlenver af van het door de modernisten gepropageerde toekomstbeeld. Een misplaatste keuze voor dit overigens prachtig gecomponeerde omslag. Het samengaan van beeld en typografie is zorgvuldig uitgedacht, het kleurenpalet oogt opvallend fris in de doorgaans wat teruggehouden poëziesectie. Curieuze jas, maar wel mooi gemaakt.
Nog onbegrijpelijker wordt het met de uitgave Als ik jou eenmaal verlies/Einmal wenn ich dich verlier. Zestien gedichten van Rainer Maria Rilke zijn in twee talen opgenomen en worden door maar liefst zestig hedendaagse dichters van een 'reflectie' voorzien, die ook weer tweetalig wordt geplaatst. Een mooi experiment dat de rijke poëzie van Rilke van een bijzondere context voorziet. Onbegrijpelijk dat zo'n bezielde uitgave een dergelijke zielloze verschijningsvorm krijgt. Volgens het colofon is hier geen ontwerper/typograaf aan te pas gekomen – goed, dat is een keuze, waarschijnlijk om organisatorische of financiële redenen. Het resultaat komt rechtstreeks uit de tekstverwerker en is door goedwillende amateurs in een boekvorm gedwongen. Hardgroen glanzend omslag, armzalige typografie. Binnenwerk van hetzelfde laken een pak, op hagelwit papier van de goedkoopste soort. Denkend aan de prachtuitgaven door de jaren heen, zal dit product een slag in het gezicht van de Rilke-liefhebber zijn. Het had er, in deze vorm, misschien beter niet kunnen zijn.