Het jasje #2 - De schrijver up front
In de geschiedenis van het boek is het boekomslag lange tijd een praktische bijkomstigheid geweest. Het boek als unicum, als pronkstuk, werd voorzien van een omslag dat de uitzonderlijke waarde van de inhoud moest waarborgen, maar kreeg die verpakking toch vooral om een grote hoeveelheid pagina's bijeen te houden. En om de boel enigszins netjes te kunnen bewaren. De enorme toename van de boekproductie zorgde ervoor dat het boekomslag zich ontwikkelde van doelmatige 'beschermer' tot prikkelende 'verleider'. Eerst door een simpele vermelding van titel en auteur, maar gaandeweg steeds vaker door een effectief ontwerp, dat tegenwoordig zowel de inhoud moet vertegenwoordigen als de lezer moet proberen te bewegen tot aankoop. Een blik in de hedendaagse boekhandel toont waartoe dit inmiddels heeft geleid.
Dat omslagontwerp wordt oorspronkelijk bedacht door de ontwerper, besproken met de uitgever en mede bepaald door de marketingafdeling. Vaak tussendoor ook nog uitgeprobeerd bij de boekhandelaar. De auteur mag zijn wensen doorgeven, maar weet niet wat daarmee gebeurt en verdwijnt vervolgens al snel naar het achterplat.
Een paar regels tekst en een portretfoto, dat is de traditionele vingerafdruk van de oorspronkelijke maker van het boek. Naast het eigenlijke boek natuurlijk.
In 1964 besloot de jonge schrijver/kunstenaar Jan Cremer dat het anders moest. Zijn ego-roman Ik Jan Cremer werd – tot ontsteltenis van de gevestigde orde van omslagmakers – door hemzelf bedacht en vormgegeven. Op het voorplat heeft hij de titel annex auteursnaam in een hoekje weggestopt om zoveel mogelijk ruimte te maken voor de foto: Cremer op een motor, frontaal het boek uitrijdend. Door het aflopende beeld en de krappe marges komt het geheel als een explosie op je af, precies zoals de maker heeft bedoeld. Om de uitgesproken arrogantie nog wat aan te zetten, plaatst hij al op de eerste druk de aanbeveling: 'onverbiddelijke bestseller'. De iconische roman beleeft inmiddels zijn 55ste druk.
De persoonlijkheid van de schrijver inzetten om een extra impuls te genereren, dat is ook wat Jerry Hormone beoogde met het omslagontwerp van het rauwe Het is maar bloed (2016). De Rotterdamse punkrocker/kinderboekenschrijver staat pontificaal op zijn eerste verhalenbundel, de mond en kin met bloed besmeurd als na een flinke aframmeling. Om de broodnodige publiciteit nog wat meer aan te zwengelen, signeert de auteur tijdens de presentatie zijn boek met eigen bloed. Opmerkelijk: ontwerper Roald Triebels geeft met deze vormgeving en letterkeuze een aardige knipoog naar het verleden, een bescheiden ode aan de in de jaren '70 befaamde boekontwerper Leendert Stofbergen.
Om de eigenheid van de auteur nog duidelijker te benadrukken, wordt soms helemaal afgeweken van het traditionele boekomslag. Geen fotografie, geen letterfonts, geen rechtlijnigheid, maar gewoon met kwast en verf aan de slag. Voor Mensen zonder uitstraling van Jente Posthuma schildert illustrator Claudie de Cleen een sfeer die het boek uitstekend verbeeldt. De ingetogen en naïeve stijl van de typografie verkleint de afstand tot de lezer en het sobere meisjesportret lijkt te verwijzen naar een jonge versie van Jente Posthuma (de schrijfster ontkent dit maar haar foto op de achterzijde doet toch anders vermoeden). De kracht van de eenvoud maakt dat dit boek op indringende wijze de aandacht trekt, nog voordat de inhoud die uitwerking weet te bevestigen.
De Vlaamse schrijver Frederik Willem Daem weet nóg dichter op de huid van de lezer te gaan zitten. Voor zijn verhalenbundel Zelfs de vogels vallen heeft hij de ontwerper geheel terzijde geschoven. Het omslag is maagdelijk wit, de leegte wordt slechts ingevuld door het uitgeverslogo en het oplagecijfer. De auteur schrijft met een dikke viltstift hoogstpersoonlijk zijn naam en de titel op het linnen voorplat. Voor de oplage van 1000 exemplaren heeft hij een hele dag uitgetrokken, uiteraard met een door de uitgever georganiseerd persmoment. Hier heeft de schrijver zichzelf letterlijk van het achterplat naar voren gepromoveerd. Naar zijn eigen podium up front.