Meer dan 5,9 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Terug

Interview /

Het voorwoord van de Boekenweek: In gesprek met Joost van Driel

De Boekenweek 2021 is verplaatst naar de zomer, maar dat betekent niet dat we de Boekenweekperiode ongemerkt voorbij laten gaan. Onder de vlag ‘Het voorwoord van de Boekenweek’ besteden we op Hebban van 6 t/m 14 maart veel aandacht aan Nederlandstalige literatuur. Een van de onderdelen is een dagelijks interview met een auteur van Nederlandse of Vlaamse bodem.

Joost van Driel (1976) was als onderzoeker en docent werkzaam aan verschillende Nederlandse universiteiten. Hij publiceerde onder andere artikelen over literatuurgeschiedenis in De Groene Amsterdammer. Zijn bejubelde romandebuut In het museum kreeg de Accolade Beste Zeeuwse Debuut 2017 en werd genomineerd voor de ANV-debutantenprijs.

Vertel eens over de totstandkoming van je meest recente boek?

Toen in 2017 mijn debuut In het museum verscheen, vroeg Anthoni Fierloos van boekhandel Het paard van Troje in Goes of ik een verhaal wilde schrijven dat hij aan kopers van mijn boek kon geven. Ik liep al een tijdje rond met een idee voor een kort verhaal over een handelaar in hoeden, en dat werd 'Stetson versus Borsalino'. Toen Jaren van de tijger in 2018 verscheen deed Anthoni hetzelfde verzoek, en toen schreef ik 'De walvis'. Beide verhalen bleven in mijn hoofd hangen terwijl ik aan een andere roman werkte, zozeer dat ik niet anders kon dan het verhaal oppakken en uitwerken tot een zelfstandige roman. De kern van het verhaal – over een jongen met zijn excentrieke buurman, Herr Opitz, en dochter – was vanaf het begin duidelijk, de precieze uitwerking van de andere personages heeft wel even wat tijd gekost. Het verhaal over Johan en Sonia is in zekere zin dus een uitvloeisel van In het museum, wat je wel een beetje merkt aan de sfeer, die is ook nostalgisch en magisch, hoewel Het bordeel aan het einde van de straat wel realistischer is dan In het museum.

Hoe heeft de lockdown het schrijven beïnvloed? 

Het schrijven van Het bordeel aan het einde van de straat was precies klaar in februari 2020, dus net voor de lockdown. Daarna was het vooral schaven en stileren. Er is dus geen enkele invloed. Nu is die invloed er natuurlijk wel: de hele situatie is voor de cultuur en literatuur behoorlijk vervelend, met gesloten boekhandels, geen museumbezoek, geen reizen, allemaal zaken die het schrijven op den duur niet positief beïnvloeden, simpelweg omdat ik minder inspiratie krijg.

Welke reactie op je meest recente boek heeft je het meest geraakt, in positieve of negatieve zin, en waarom?

Ik probeer me zo weinig mogelijk bezig te houden met reacties op mijn boeken, zowel positieve als negatieve. Niet alleen lezen mensen doorgaans erg oppervlakkig en is hun mening niet altijd relevant. Maar belangrijker is: ik bemerkte dat ik altijd door reacties word beïnvloed en dat wil ik niet. Bij negatieve ga je twijfelen of je het juiste doet, positieve reacties maken je weer te weinig kritisch op jezelf of zorgen ervoor dat je dat ene kunstje gaat herhalen. Bovendien weet ik pas een paar jaar na het verschijnen van een boek wat ik er nu echt van vond. Ik heb wel een aantal mensen van wie ik het oordeel belangrijk vind: mijn uitgevers Rudy Vanschoonbeek en Ronald Grossey, en de redacteur, mijn vrouw, een paar vrienden.

Welke periode in je leven beschouw jij als het 'voorwoord' van je carrière als (fictie)schrijver?

Dat moet de periode zijn dat ik onderzoek deed en doceerde aan de universiteit en boeken schreef over middeleeuwse literatuur. Een bijzondere periode achteraf, waarin ik veel heb geleerd, bijvoorbeeld dat schrijven vooral te maken heeft met 'zitvlees' en zelfkritiek. Maar ik heb nadien ook veel moeten 'afleren': wetenschappelijk schrijven is toch iets heel anders dan het schrijven van fictie. Losser, vrijer, fantasierijker, minder planmatig.

'Een bijzondere periode achteraf, waarin ik veel heb geleerd, bijvoorbeeld dat schrijven vooral te maken heeft met "zitvlees" en zelfkritiek.'

Wat betekent de Boekenweek voor jou als schrijver?

Niet zo heel erg veel, als ik eerlijk ben. Ik denk dat de invloed van de Boekenweek ook wordt overschat. Het is vooral een zaak van de media en uitgevers. Heel veel lawaai maken in de hoop dat mensen uit hun literaire winterslaap komen. Het zou ook wel triest zijn als je als schrijver op zo’n weekje moet teren. Het echte werk gebeurt toch daarbuiten, in die stille uurtjes als je schrijft en denkt en niemand weet dat je nog bestaat.

Welke herinneringen heb je aan de Boekenweek (als kind, tiener of volwassene)?

Zoals alle beschaafde mensen gaven mijn ouders altijd boeken aan mij en mijn broer in de Boekenweek. Mooie boeken meestal, en dat heeft de liefde voor het boek bij mij zeker gestimuleerd. Ik doe nu hetzelfde bij mijn kinderen.

Het thema van de komende Boekenweek is 'Tweestrijd'. Op welk moment in je schrijfcarrière (of tijdens het schrijven van je laatste boek) bevond jij je in tweestrijd en waarom?

Ik verkeerde vroeger tijdens het schrijven voortdurend in tweestrijd. Of eerder in vierstrijd of vijfstrijd. Bij het bedenken van een roman of een plot had ik namelijk de neiging om alle mogelijke verhaallijnen uit te werken en dan die lijn te kiezen die in mijn ogen de beste was. Vermoeiend, maar juist ook leuk. Tegenwoordig schrijf ik meer intuïtief, losser ook, en laat ik me meer verrassen door wat er op papier komt, wat je hopelijk ziet in Het bordeel aan het einde van de straat. Hoewel ik ook nu nog voortdurend aan het wikken en wegen ben en zaken tot op de laatste drukproef verander.

Hoe zie jij de toekomst van het boek?

Die zie ik ergens heel zonnig in. Ik merk dat meer mensen gaan beseffen hoe fijn het is om fysieke boeken te lezen, en hoe goed lezen is voor je concentratievermogen en je mentale welzijn. Ik zie dat ook wel bij leerlingen van me. Die kunnen genieten van het lezen tijdens een drukke lesdag, hoewel sommige het lastig vinden om zich te concentreren.

Ik maak me wel zorgen over het verdwijnen van de boekhandel. De opkomst van het internet leidt ertoe dat mensen steeds meer hetzelfde kopen en lezen. De kleine, onbekende schrijvers krijgen daardoor minder aandacht. Ik denk wel dat de markt voor echte literatuur in Nederland nogal klein aan het worden is. Dat heeft echter ook te maken met de geringe aandacht voor minder bekende literatuur in kranten en op televisie. Uiteindelijk ben ik zelf al tevreden als er mensen zijn die mijn boeken willen lezen. Dat is toch bijzonder.

'Hoewel ik ook nu nog voortdurend aan het wikken en wegen ben en zaken tot op de laatste drukproef verander.'

Het afgelopen jaar zijn we langzaam gewend geraakt aan 'het nieuwe normaal' op anderhalve meter afstand. Zal dit een rol spelen in toekomstige nieuwe verhalen of kies je er bewust voor die in vroegere of toekomstige tijden te laten afspelen?

Dat is een interessante vraag. Persoonlijk denk ik niet dat dit 'nieuwe normaal' in mijn verhalen veel terug zal keren. Het is namelijk toch allemaal erg saai en voorspelbaar, deze hele situatie. Als setting voor een roman vind ik het niet zo heel boeiend: personages doen weinig, kunnen niet of nauwelijks reizen, en de ziekte is ook weer niet zo besmettelijk en dodelijk dat je er een heel aardige thriller van kan maken, zoals bijvoorbeeld The Andromeda Strain van Michael Crichton. Dat is briljante, werkelijk enge 'virusliteratuur'.

Ik betwijfel daarnaast of lezers het wel zo leuk vinden om over corona te lezen. Bovendien denk ik niet dat het nieuwe normaal zo normaal zal worden. Het is in wezen een kunstmatige situatie waarin we nu verkeren, misschien leuk voor een kort verhaal of zo, maar niet voor een hele roman. Over een tijdje komt het weer goed, daarvan ben ik overtuigd, en dan gaan mensen zich weer gedragen zoals ze dat vroeger deden, volgens 'het oude normaal'. Gelukkig maar, zou ik zeggen.

Welke drie boeken zou je tippen aan andere lezers?

(41)
'Ik vind Le Carré, die eind 2020 is overleden, een van de belangrijkste schrijvers van de twintigste eeuw. Hij is magistraal in het karakteriseren van personages, weet spanning te creëren, en geeft daarnaast een prachtig tijdsbeeld van de periode 1950-2020. Hij is de saaiste thrillerschrijver die ik ken, maar tegelijkertijd de spannendste romancier.'
(21)
'Een aanrader voor iedereen in deze tijden. Jammer genoeg heeft dit boek weinig aandacht in de media gekregen. Maar dat is wel begrijpelijk, want voor journalisten is dit geen leuk boek: Dobbeli overtuigt je er namelijk van hoe schadelijk de consumptie van nieuws voor ons mensen is, zowel psychologisch, sociaal als fysiek.'
(32)
'Een schitterende, meeslepende studie over het Amerika voor de ontdekking van Columbus. Ik heb het in de eerste lockdown in een week uitgelezen en vervolgens het even interessante vervolg (1493) gelezen. Dit boek zorgt ervoor dat je met een heel andere blik kijkt naar de oude culturen van Amerika. Eigenlijk zou elk fatsoenlijk mens dit boek gelezen moeten hebben. '

Bonusvraag: Welke boekhandel in de buurt draag jij een warm hart toe en waarom?

In Goes Het paard van Troje/De koperen tuin van Anthoni Fierloos, omdat hij de kiem van mijn boek heeft geplant en altijd enthousiast over mijn werk.

In Vlissingen ’t Spui van Margreet de Haan, omdat ze een fantastische winkel heeft. Bovendien heb ik enkele belangrijke passages uit Het bordeel aan het einde van de straat getypt op een Rheinmetall, een oude schrijfmachine die mijn dochter van haar heeft gekregen.

Het voorwoord van de Boekenweek

De Boekenweek is verplaatst naar de zomer van 2021 en toch beleven we van 6 t/m 14 maart een ‘week vol boeken’. Omdat je het boek nooit genoeg kunt vieren en jouw favoriete boekhandel ook de komende tijd alle steun kan gebruiken. Laat je inspireren en geniet in aanloop naar de Boekenweek van gesprekken met auteurs en de mooiste boeken(tips). Hoofdsponsor NS is in 2021 twintig jaar verbonden aan de Boekenweek. Kijk voor meer leesinspiratie op www.ns.nl/treinlezer.

Naar het kanaal



Over de auteur

Hebban Crew

2587 volgers
0 boeken
0 favorieten
Hebban Crew


Reacties op: Het voorwoord van de Boekenweek: In gesprek met Joost van Driel

 

Gerelateerd

Over

Joost van Driel

Joost van Driel

Joost van Driel (1976) was als onderzoeker en docent werkzaam aan verschill...